Met betrekking tot De Viersprong is de vraag gesteld om daarvoor eerder een procedure op te starten. Ik denk dat dit wat moeilijk ligt omdat van De Viersprong gebruikgemaakt wordt door huurders. Die zouden ergens anders ondergebracht moeten worden en dat zal in de praktijk nagenoeg ondoenlijk blijken te zijn. Zo dit wel mogelijk zou zijn, zou het uiteraard zeer gewenst zijn, maar voordat er een nieuw plan is in de plaats van De Viersprong zijn wij hopelijk zo ver dat het nieuwe welzijnsgebouw er in contouren staat en dan is die noodzaak niet meer zo dringend aanwezig. U bent er niet zo voor om een extern bureau in te schakelen voor het onderwijsonderzoek. Ook de Partij van de Arbeid heeft aangegeven daar moeite mee te hebben. Die heeft in dit verband zelfs de VOO, de Vereniging voor Openbaar Onderwijs, genoemd als instelling om in te schakelen. Wij kunnen die vereniging best inschakelen maar de Vereniging voor Openbaar Onderwijs is voorstander van openbaar onderwijs en zal absoluut geen advies geven dat neigt naar de richting van bijzonder neutraal of iets dergelijks. De blik van die vereniging gaat maar één richting uit, namelijk naar die van het openbaar onderwijs. En openbaar onderwijs is uitsluitend mogelijk onder het bestuur van een gemeente. En een gemeentebestuur is dus het schoolbestuur van het openbaar onderwijs; dat is openbaar onderwijs. Of, een afgeleide daarvan, een zgn. 'artikelcommissie', een bestuurscommissie. Andere alternatieven zijn er niet. We kunnen als gemeentebestuur, zijnde het schoolbestuur, niet fuseren met een ander schoolbestuur en dan de school instandhouden. Zo werkt dat niet. Dan zou de gemeenteraad opgeheven moeten worden of iets dergelijks; dan draag je de taken over aan een ander orgaan. Dat kan gewoon niet. Er zijn niet veel alternatieven. Het is öf een openbare school die voldoet aan de opheffingsnormen in deze gemeente - of in de toekomstige gemeente als we opgeheven worden - öf er is geen openbare school als we onder de opheffingsnormen zitten. Daar zit geen ruimte tussen. De enige ruimte die er wèl is - maar dan heb je geen openbare school meer - bestaat eruit de school om te vormen tot een bijzonder neutrale. En bijzonder neutraal kan inderdaad samengaan met - bijvoorbeeld - het roomskatholiek schoolbestuur. Dan kan men zich een schoolbestuur indenken - en die zijn er in den lande al - met twee poten eronder. Een beheersvorm met twee aparte stichtingen eronder is zelfs mogelijk. In de letterlijke zin van de wet is het dan echter geen openbaar onderwijs meer. Ik constateer dat u akkoord gaat met kleine aanpassingen voortvloeiende uit de Arbo-wetgeving en ik wil u graag Graag wil ik u toezeggen dat ik bijzonder snel contact zal opnemen met De Markenlanden teneinde te bezien of men daar een jongerenwerker voorhan den heeft. Het afgelopen jaar heb ik over deze materie contact gehad met het IMW. Die zou ons daartoe een voorstel doen maar gebleken is dat zij daar niet toe in staat is. Voor wat betreft de gemaakte opmerkingen ten aanzien van het minimabeleid zal in een later stadium nog een discussie moeten plaatsvinden. De heer Geuze heeft nog opgemerkt, dat naar zijn mening toepassing van het principe "de vervuiler betaalt" zal leiden tot de situatie dat de vervuiler elders vervuilt. Wij worden misschien wel een van de weinige gemeenten waar men als aanbieder van grof vuil of van alle andere stoffen die men op het depot kwijt kan, gratis terecht kan. In dat opzicht zijn wij dus een aantrekkelijke plaats voor een grote regio om vuilnis in ontvangst te nemen. Nu moet dat bij de toegangspoort wel gecontroleerd worden, maar toch levert dat regelmatig problematische situaties op. U kent die situaties zelf ook wel. Als een kennis uit Breda van een Prinsenbeekse ingezetene een lading vuil wil afleveren en die ingezetene gaat samen met die kennis naar het afvalstoffendepot, is het voor de beheerder van het depot nagenoeg onmogelijk de herkomst van het vuil en de legitimiteit van het storten daarvan, vast te stellen.' De heer Geuze zegt, gelet op de woorden van de heer van Geel als zou hij die situaties zelf ook wel kennen, zoiets nooit te zullen doen. De heer van Geel zegt: 'Ik heb niet gezegd dat u dat doet, ik heb gezegd dat u misschien bekend bent met het fenomeen, want dat komt namelijk voor in ons dorp. Wanneer ik zeg dat de vervuiler betaalt, moet men denken aan een kleine bijdrage van f. 10,—, f. 15,— of f. 20,— voor een aanhangwagen geladen met grof vuil. Dit is een drempelbedrag dat vaak niet eens de werkelijke kosten dekt. Zoals toegezegd zal hierover nog een nota verschijnen en op dat moment zullen wij daar gezamenlijk over discussiëren. Mij vervolgens richtend tot mevrouw van Weezei, waar zij gezegd heeft dat ik de nadruk gelegd zou hebben op de buurtbewoners van De Beemden, was ik zelf van mening dat ik dit niet gedaan heb. Ik vind wel dat we rekening moeten houden met de buurtbewoners. Het behoort tot onze verantwoordelijk heid als gemeentebestuur om er zorg voor te dragen dat, indien het bestuur van De Beemden besluit om daar tot uitbreiding tot 400 leerlingen over te gaan - hetgeen binnen het huidige bestemmingsplan waarschijnlijk tot de mogelijkheden behoort - te trachten een situatie te vinden die ook aanvaardbaar is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 248