In zijn beantwoording zegt de heer van Geel, allereerst de fracties van Gemeenschapsbelang en VVD te willen bedanken voor hun ongeclausuleerde goedkeuring van de voorliggende verordening. Zich vervolgens richtend tot de heer van der Hilst, waar deze de opmerking gemaakt heeft verheugd te zijn dat het einde van het traject bereikt is, zegt spreker dat daarvan helaas nog geen sprake is; hij zou het wensen. Er zijn nog enkele stappen te gaan, in het bijzonder ook in het Georganiseerd Overleg, dus de laatste besluitvorming over dit onderwerp zal nog niet hebben plaatsgevonden. Voor wat betreft de vraag van de heer van der Hilst over de mogelijke vervulling van de vacature van hoofd van de afdeling bestuurlijke zaken, deelt spreker mede dat het niet de bedoeling is deze vacature te laten voortbestaan. De overbruggingsperiode waarvan thans sprake is zal zeker niet blijvend zijn. Ook heeft de heer van der Hilst een opmerking gemaakt over het belang dat de inwoners bij dit onderwerp hebben. Mèt hem is spreker van mening, dat de nieuwe verordening de duidelijkheid inderdaad ten goede zal komen en dat het geven van voorlichting over deze verordening daaraan ook zal kunnen bijdragen. Ten aanzien van de gemaakte opmerkingen over de taken van de gemeentesecretaris conform de oude instructie, deelt spreker mede te verwachten dat deze functionaris verheugd zal zijn deze taakomschrij vingen niet meer aan te treffen in de nieuwe organisatieverordening. Dat neemt echter niet weg dat ook dit soort aangelegenheden tot de eindverantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris blijft behoren, die namelijk tevens hoofd is van de afdeling Facilitaire Zaken en Gebouwenbeheer. De plaatsvervanging van de sector- en afdelingshoofden zal per sector en afdeling door diezelfde hoofden, in overleg met de gemeentesecretaris, geregeld moeten worden. Waar nodig zullen daarover nog nadere afspraken worden gemaakt. Per sector of afdeling kan daaraan een verschillende invulling worden gegeven. Het is mogelijk dat in een bepaald geval vervanging van bovenaf plaatsvindt en in een ander geval van onderaf. Het college zal trachten daarover duidelijkheid te verschaffen. Mevrouw Hoelen heeft een vraag gesteld over de positie van de vaste adviseurs in het managementteam. Het antwoord op die vraag is besloten in de term 'vaste' adviseurs; het zijn derhalve inderdaad vaste adviseurs. Dat betekent dat, wanneer het managementteam in vergadering bijeenkomt, zowel het hoofd van de afdeling BA als van de afdeling MPO daarbij aanwezig zal zijn. Zij maken dus deel uit van de vergaderingen van het managementteam. Gelet op de noodzakelijke hiërarchie is het voorstel zoals dat thans voorligt naar zijn mening het meest voor de hand liggend en het is de taak van ieder lid van het MT er zorg voor te dragen dat zijn inbreng voldoende aan het besluitvormingsproces bijdraagt. Aan de door mevrouw Hoelen uitgesproken hoop, dat het hoofd van de afdeling MPO zich goed zal kwijten van zijn taak de financiële belangen van de gemeente nauwlettend in het oog te houden, behoeft naar sprekers mening niet te worden getwijfeld. Voor de in die positie werkzame functionaris bestaat alle ruimte, tijd en gelegenheid om die functie waar te maken; zo ook voor het toekomstig hoofd van de afdeling Bestuurlijke Aangelegenheden. Zij maken immers vast deel uit van het managementteam. De gemeentesecretaris draagt eindverantwoordelijkheid voor Facilitaire Zaken en Gebouwenbeheer en daaronder vallen tevens de secretariaatswerkzaamheden ten behoeve van de gemeente, de raadsverslagen en de uitgaande post. Het behoort tot de eindverantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris dat al deze verschillende taken op een correcte wijze worden uitgevoerd. Artikel 12, lid 1, van de nieuwe organisatieverordening, handelend over de taak van de gemeentesecreta ris, geeft al aan dat zorggedragen moet worden voor voldoende kwaliteit van de ambtelijke advisering en ondersteuning van de bestuursorganen en voor het op doelmatige wijze terzijde staan van de bestuursor ganen door het ambtelijk apparaat. Dit betekent ondermeer dat, zou de verslaglegging van de raadsverga deringen te wensen overlaten, de gemeentesecretaris daarop kan worden aangesproken. Spreker besluit zijn beantwoording met te zeggen van mening te zijn dat hij mag concluderen dat alle leden van de raad hun instemming betuigen met de verordening zoals die thans voorligt. Hij is van mening, dat met deze nieuwe - nagenoeg VNG-conforme - verordening alle zaken en taken die in een gemeentehuis geregeld moeten worden ook op een goede manier geregeld zijn. Hij verwacht dat een correcte toepassing van de verordening, met de juiste mensen op de juiste plaatsen, leidt tot een juist vervolg op de eerder gezette stap om te komen tot reorganisatie. In tweede termijn zegt mevrouw Hoelen. dat haar opmerking met betrekking tot de eindverantwoordelijk heid voor de uitwerking van de raadsvergaderingen niet zozeer betrekking had op de raadsnotulen - die zijn tegenwoordig zeer uitgebreid en ook goed - maar veeleer op de uitgaande correspondentie waartoe zo'n raadsvergadering geleid heeft. Het komt nogal eens voor dat het bijzonder lang duurt voordat dergelijke brieven het gemeentehuis verlaten en haar vraag was er dan ook op gericht te achterhalen wie daarvoor uiteindelijk de verantwoordelijkheid draagt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 254