op haar verzoek de motie mede te moeten ondertekenen omdat ook wij het ongewenst vinden om op dit
moment - zo'n cruciaal moment binnen de gehele herindelingsoperatie - te komen met een initiatief
vanuit één raadsfractie. De voorstellen ten aanzien van het houden van een referendum zijn ook zeer
ingrijpend, terwijl we daarover toch uitgebreid met elkaar hebben gesproken. Het verbaast temeer, omdat
kort geleden nog de fractievoorzitters en het college bij elkaar zijn geweest en een marsroute hebben
uitgestippeld waarbij heel nadrukkelijk is gezegd: "we trekken gelijk op, we gaan geen eigen acties
ondernemen, alles moet zoveel mogelijk unaniem gedragen worden door de volledige raad om onze
kansen op behoud van zelfstandigheid te maximaliseren. Alles wat daar tegen indruist moeten we
afkeuren." Dientengevolge zeggen wij ook dat het een verkeerd initiatief is en dat dit initiatief door
middel van deze motie, moet worden afgekeurd. Vandaar dat wij de motie mede hebben ingediend.'
Na daartoe van de voorzitter het woord te hebben gekregen zegt mevrouw Hoelen namens de fractie van
het CDA: 'Mijnheer de voorzitter, ook de CDA-fractie betreurt dit initiatief van Gemeenschapsbelang.
Laat ik voorop stellen dat ook wij zeer hechten aan de mening van onze bevolking en ook graag zouden
zien dat er een goede manier gevonden wordt waarop de inwoners hun protest tegen de dreigende
opheffing van Prinsenbeek kenbaar kunnen maken maar wij denken dat er veel betere manieren zijn dan
dit referendum dat nu wordt voorgesteld. Zo'n referendum kan onzes inziens averechts werken, het kan
ook - en daar zijn wij bang voor - valse verwachtingen wekken bij onze inwoners, en vooral na de
referenda in Amsterdam en Rotterdam is ook de mening van de landelijke politieke partijen over
referenda toch gewijzigd. Zij zullen zich er, evenals de staatssecretaris, weinig of niets aan gelegen laten
liggen. Des temeer betreurt het CDA dit initiatief omdat, toen wij als CDA indertijd pleitten voor een
referendum gekoppeld aan de statenverkiezingen, Gemeenschapsbelang als laatste afhaakte. Wij hebben
toen het standpunt van de drie andere partijen gerespecteerd, de eenheid bewaard, en de argumenten die
die partij toen had tegen het houden van een referendum zouden toch veeleer versterkt dan verzwakt
moeten zijn in de loop van de tijd. Voor het CDA derhalve geen referendum maar laten we samen
zoeken naar een manier waarop onze inwoners hun gevoelens van onvrede over die dreigende opheffing
kenbaar kunnen maken, met meer effect en op een betere manier, en wij hebben er alle vertrouwen in
dat het actiecomité, dat toch ingesteld is om dergelijke acties te entameren, met goede ideeën komt.'
Hierna geeft de voorzitter het woord aan de heer Franken die namens de fractie van Gemeenschapsbe
lang het volgende zegt: 'Voorzitter, u zult begrijpen dat ik met enige verbazing heb kennisgenomen van
de commotie die in deze raadzaal is ontstaan. Ik begrijp ook niet wat er nu precies gaande is. Wat heeft
plaatsgevonden is het volgende. Op initiatief van het bestuur van Gemeenschapsbelang heeft elk gezin in
Prinsenbeek een formulier ontvangen met het doel een peiling te houden over de wens tot het al dan niet
organiseren van een referendum. In deze raad wordt reeds gesproken over het houden van een
referendum maar dat is een stap te ver. Naar ik heb begrepen, bedoelt het initiatief niets meer of minder
te zijn dan het peilen of de fractie van Gemeenschapsbelang de door haar tijdens de algemene beschou
wingen reeds aangekondigde voornemens, ten uitvoer moet gaan brengen. Ik snap dan ook niet goed wat
er aan de hand is.'
Hierna schorst de voorzitter de vergadering.
Na één minuut heropent de voorzitter de vergadering en geeft het woord aan de heer Geuze. Deze deelt
het volgende mede: 'Mijnheer de voorzitter, zoals gezegd heb ik zojuist namens de indieners gesproken
en een mening weergegeven die door de indieners gedeeld wordt. Namens de VVD-fractie wil ik daaraan
toevoegen dat onze verstandelijke vermogens gelukkig wel in orde zijn; wij snappen wel wat er aan de
hand is. Dat de fractiewoordvoerder van Gemeenschapsbelang niet snapt wat er aan de hand is, gaat ons
te ver om als geloofwaardig te kunnen aanmerken. Wij willen hierbij van onze kant opmerken dat wij
hiervoor het voortouw hebben genomen, niet om commotie te veroorzaken maar om helderheid,
duidelijkheid en eerlijkheid te betrachten.'
Bij interruptie zegt de heer Franken: 'Mijnheer de voorzitter, ik heb geen bezwaren tegen de opmerkin
gen die de heer Geuze maakt maar wel tegen de opmerkingen waarmee hij zegt de mening te zijn
toegedaan dat de door mij uitgesproken woorden niet eerlijk bedoeld zouden zijn.'
Nadat de voorzitter gezegd heeft, dat conform het Reglement van Orde in eerste termijn geen interrupties
zijn toegestaan geeft hij het woord weer aan de heer Geuze die als volgt vervolgt: 'Als ik het woord