"eerlijkheid" heb gebruikt, dan is dat vanuit ons hart en niet vanuit uw al dan niet eerlijkheid. Door
mevrouw Hoelen is gesproken over het zetten van mensen op het verkeerde been en wij willen dit
sterker uitdrukken. In het krantebericht dat ik bij mij heb, staat nadrukkelijk "dat het bestuur van
Gemeenschapsbelang dat deze actie onderneemt, het gemeentebestuur wil dwingen tot het houden van
een referendum." En het verbaast toch iedereen in deze zaal ten hoogste, dat de heer Franken en zijn
fractiegenoten, en ook de wethouder die uit die kring voortkomt, dat niet zouden weten. Dat is toch van
de zotte. Ik heb gezegd dat wij het sterker wilden uitdrukken, mijnheer de voorzitter. Het is niet de
mensen op het verkeerde been zetten. De indruk is namelijk gewekt dat er, als er twaalfhonderd
handtekeningen zijn, een referendum zal worden gehouden. Vraag niet hoe dat technisch mogelijk is
omdat dan over het concept een raadsbesluit moet worden genomen. Hier worden drie keuzemogelijkhe
den in het vooruitzicht gesteld, namelijk: Prinsenbeek zelfstandig, of bij Breda, of bij Etten-Leur. Dat
kan dus allemaal niet en het is dan ook geen kwestie van op het verkeerde been zetten, dit is misleidend.
Zulk gedrag behoort te worden afgestraft, temeer omdat - zoals ook de initiatiefnemers in deze motie tot
uitdrukking brengen - het belang van Prinsenbeek hiermee allerminst is gediend en wij ons daarmee ook
begeven op een terrein - de bestuurlijke inrichting van Nederland - dat behoort tot dat van de rijksover
heid. Niet dat onze eigen argumenten niet naar voren gebracht zouden mogen worden maar mevrouw
Van de Vondervoort is, toen zij daarover februari jongstleden in Prinsenbeek heeft gesproken, niet
onduidelijk geweest. Wij kunnen acties voeren en onze argumenten gebruiken maar wij kunnen de
bevolking niet misleiden. Dat is onze taak niet, daarvoor zijn we niet gekozen, en wij doen daar in ieder
geval ook niet aan mee, evenmin als de andere fracties die de motie mede ondersteund hebben.'
Hierna stelt de voorzitter voor de vergadering voor enige tijd te schorsen.
Na plm. twee minuten heropent de voorzitter de vergadering en merkt met betrekking tot de motie op
'dat het college het oordeel aan de raad laat.' Vervolgens zegt hij: 'Ik wil u wel aankondigen dat we
vanaf 9 januari met een enthousiast comité verder zullen gaan met onze acties gericht op zelfstandigheid.
Deze week is de heer Van Amerongen gekozen als nieuwe voorzitter van het comité. Vóór 9 januari kan
ik u nog niets melden over de plannen, maar na die datum zult u van het comité nader horen.
Hierna stelt spreker voor over te gaan tot de tweede termijn en geeft het woord daartoe aan de heer
Franken die het volgende verwoordt: 'Alsnog ingaand op de woorden van de heer Geuze, ben ik van
mening dat ik tijdens mijn eerste termijn zeer duidelijk niet heb uitgesproken dat ik van het gehele
gebeuren niets zou weten. "Dat het publiek op het verkeerde been gezet zou worden" en zijn opmerkin
gen over het al dan niet eerlijk zijn, zijn terminologieën die de heer Geuze wel meer gebruikt in deze
raadzaal; hij zegt weieens meer dingen waarvan hij achteraf zou moeten zeggen dat het niet de termen
zijn die wij hier gebruikelijk met elkaar bezigen.'
Bij interruptie zegt de heer Geuze: 'Voorzitter, ik wil graag dat de heer Franken -het behoeft niet direct-
deze beschuldiging waarmaakt.'
De heer Franken vervolgt met te zeggen: 'De heer Geuze heeft weieens meer richting CDA-fractie
gezegd, toen de heer Schipper nog maar juist in de raadzaal was aangetreden, dat er sprake was van
communistische praktijken. Dat is niet éénmaal gebeurd, maar meerdere malen.'
Bij interruptie zegt de heer Geuze: 'Geen afleidingsmanoeuvres; beantwoord mijn vraag, of de fractie
van Gemeenschapsbelang achter het initiatief van het bestuur van Gemeenschapsbelang staat.'
'Als u mij laat uitspreken' - zo zegt de heer Franken - 'zal ik u op uw wenken bedienen. Ik wil alleen
nog even opmerken dat, als de actie van het bestuur van Gemeenschapsbelang door de bevolking
gedragen wordt, blijkende uit twaalfhonderd handtekeningen, de fractie van Gemeenschapsbelang te
zijner tijd inderdaad een voorstel tot het houden van een referendum zal indienen. Daarvan kunt u op
aan.'
De heer Geuze zegt in tweede termijn dat 'de beantwoording door de fractie Gemeenschapsbelang
niemand voldoet, behalve misschien de heer Franken zelve. Nadrukkelijk wens ik in tweede termijn vast
te stellen, dat de indruk die in het pamflet van Gemeenschapsbelang en in het krantebericht, dat vanuit
die kring geëntameerd is, naar voren komt, namelijk dat als er twaalfhonderd handtekeningen verzameld
zijn daarmee een referendum zou zijn afgedwongen, niet juist is. Vorig jaar is, met instemming van
Gemeenschapsbelang, een referendumverordening aangenomen en die houdt in dat daarna de gemeente-