king als gestemd wordt tegen het voorstel zoals ingediend door mevrouw van Hoek.
De heer Geuze zegt, behoefte te hebben aan het stellen van een informatieve vraag. Als hij het namelijk
goed begrepen heeft, heeft mevrouw van Hoek gezegd akkoord te gaan met het gevraagde krediet. Het
vervolg daarop is toch een zaak van uitwerking door het college? Hoe wenst mevrouw van Hoek haar
voorstel te formuleren? Met te zeggen dat het voorgestelde krediet haar goedkeuring heeft maar met de
voorwaarde dat eerst nog een ander bureau moet worden ingeschakeld?
Daarop antwoordend zegt mevrouw van Hoek dat haar fractie akkoord gaat met het gevraagde krediet,
mits de afhandeling in handen wordt gegeven van de vanavond ingestelde commissie welzijnsgebouwen
en deze commissie vervolgens overgaat tot het aanvragen van een tweede offerte teneinde tot goed verge
lijkingsmateriaal te komen.
De voorzitter zegt, daaruit te mogen constateren dat haar fractie akkoord gaat met de kredietverlening,
maar daaraan de conditie verbindt dat een vergadering wordt uitgeschreven voor de nieuwe commissie
welzijnsgebouwen, in welke vergadering vervolgens wordt bezien welk bureau als tweede wordt
geconsulteerd.
De heer Geuze zegt, alvorens te stemmen, een tweede informatieve vraag te willen stellen. Mevrouw van
Hoek heeft gezegd dat de commissie een tweede offerte moet aanvragen. Volgens de gemeentewet is toch
het college van burgemeester en wethouders belast met het uitvoeren van de besluiten van de gemeente
raad en niet de commissie? In het Prinsenbeekse bestel bestaan geen commissies waaraan taken zijn
gedelegeerd.
Bij interruptie zegt de heer Franken, zich geheel te kunnen aansluiten bij datgene wat door de heer
Geuze is verwoord. Hij betreurt het, dat het college van burgemeester en wethouders blijkbaar niet het
vertrouwen kan hebben van de CD A-fractie. Daarnaast wenst hij nogmaals te benadrukken dat een
verlenging van het tijdspad in feite niet acceptabel is, maar dat die echter onafwendbaar lijkt, gezien de
verhoudingen binnen de raad, als over het voorstel van mevrouw van Hoek gestemd moet worden.
De heer Geuze wijst erop, dat in zulk geval een extra raadsvergadering gehouden zou kunnen worden.
Om een scheuring in de coalitie zou zijn fractie niet treuren, maar het belang van de zaak gaat zijn
fractie zo ter harte dat zij het vertrouwen in het college uitspreekt en haar vraagt deze zaak met grote
voortvarendheid ten uitvoer te brengen.
De heer van der Hilst zegt te willen reageren op hetgeen door de heer Franken is verwoord. Hij vindt
het niet correct om nu al vooruit te lopen op een stemming die nog moet plaatsvinden en waarvan de
uitslag op dit moment nog niet bekend is.
De voorzitter stelt vervolgens voor het verderstrekkend voorstel van de CDA-fractie in stemming te
brengen, onder mededeling dat de leden die tegen het voorstel zijn hun hand moeten opsteken.
Door middel van handopsteken willen namens de
VVD-fractie de leden Dicou en Geuze, namens de
GB-fractie de leden van Geel, Franken, Reijnen
en Schreiner en namens de CDA-fractie het lid
Oomen geacht worden te hebben tegengestemd
waarna de voorzitter constateert dat bij afwezig
heid van één lid, met 7 stemmen vóór en 7 stem
men tégen het voorstel, het voorstel is aangehou
den tot de volgende vergadering.
Bij interruptie zegt de heer Franken, dat naar zijn mening thans over het collegevoorstel gestemd moet
worden. Naar aanleiding daarvan wijst de voorzitter erop, dat in formele zin eerst in stemming moet
worden gebracht het verderstrekkend voorstel. Omdat de raad niet compleet is kan daarover thans geen
besluit vallen en dat betekent derhalve dat een maand gewacht moet worden om het voorstel opnieuw in
stemming te brengen.
De heer Geuze zegt, dat het naar zijn mening niet nodig is daarmee een maand te wachten, omdat op
zeer korte termijn een spoedheidshalve voltallige vergadering belegd kan worden.
De voorzitter vraagt nadrukkelijk, of de heer Geuze daarmee bedoelt dat hij echt over deze zaak een
nieuwe voltallige vergadering wil uitschrijven?
De heer Geuze bevestigt die vraag, omdat naar zijn mening deze zaak geen uitstel kan lijden. Zijn fractie
- 28 -