De heer Franken zegt, dat 'het antwoord van zowel de wethouder als van het CDA betrekking hebben op onderwerpen die ook indertijd hebben meegespeeld. Toentertijd hebben wij namelijk al nadrukkelijk gesproken over de inrichting aldaar van een parkeerterrein. De discussie vond toen onder andere nog plaats over de vraag of de verkeersafwikkeling zou dienen plaats te vinden opgaande via het Eikebos en afgaand langs de zijde van De Zilverberk. Toen is besloten om dat niet te doen en de doorgang vrij te houden. Als dan nu gezegd wordt dat de situatie gewijzigd is zeg ik "nee, we hebben in die tijd de discussie zeer zuiver gevoerd." Langzaamaan begin ik te geloven datgene dat de heer Verhulst toentertijd gezegd heeft, namelijk dat er sprake is geweest van een vorm van rancune. Niet echter bij de fractie van Gemeenschapsbelang; daarvan is bij die fractie nooit sprake geweest. Het gaat hier zuiver om de feiten en die zijn voor ons exact dezelfde als die waarover indertijd een besluit is genomen. Wij betreuren het dan ook dat men na korte tijd - "naar kleur van ogen of naar bepaalde windrichtingen" - toch omgaat en als fractie van Gemeenschapsbelang doen wij daaraan niet mee. Het spijt ons ten zeerste maar wij vinden dat er onvoldoende argumenten zijn aangedragen, noch door het college noch door de toenmalige en huidige gemeenteraad.' Namens de VVD-fractie deelt mevrouw Dicou mede, een aantal jaren geleden reeds vóór de verkoop te zijn geweest en dat ook nu weer te zijn. 'De heer Franken heeft het in zijn eerste termijn gehad over een verderstrekkend voorstel. Ik kan mij niet voorstellen dat dit een verderstrekkend voorstel is; dit is een geheel ander voorstel. Ik denk dus dat u procedureel gezien met een initiatiefvoorstel moet komen maar wij zijn voor dit voorstel van het college. De heer Oomen zegt, aan de tijdens de tweede termijn gemaakte opmerkingen niets meer te kunnen toevoegen. 'Het is een kwestie van willen of niet willen en dat laat ik graag aan de raad over. Als de gemeenteraad bereid blijkt de grond te verkopen zijn er altijd nog mogelijkheden de doorgang op een bepaalde breedte te bepalen, deze van een verharding te voorzien en daar verlichting in aan te brengen. De toestand zoals die nu is, kan echter niet.' Hierna zegt de voorzitter dat hij het op prijs zou stellen om op een later moment, buiten de vergadering, nog eens een dispuut aan te gaan met de VVD-fractie over de vraag of hier sprake is van een initiatief voorstel of van een verderstrekkend voorstel. 'Ik ben de mening toegedaan dat alles dat vanuit de raad komt, dus echt een voorstel vanuit de raad, een agendapunt, dat dat een initiatiefvoorstel is en dat we niet zozeer naar de materie kijken maar dat dit een verderstrekkend voorstel is. Maar de heer Geuze zal daarover ongetwijfeld binnenkort met mij van gedachten willen wisselen. Ik verheug mij daarop.' Vervolgens stelt spreker voor over te gaan tot besluitvorming en stelt de heer Franken de vraag of deze het verstrekkend voorstel van zijn fractie wenst te handhaven. De heer Franken antwoordt met te zeggen dat zijn fractie niet van realiteitszin gespeend is en het weinig zinvol vindt haar verderstrekkend voorstel in stemming te brengen. Het is hem inmiddels voldoende duidelijk geworden hoe de raad over dit onderwerp denkt. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens con form het voorstel van burgemeester en wethouders besloten met de aantekening dat de fractie van Gemeen schapsbelang geacht wenst te worden te hebben tegen gestemd. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. - 16 - 13. Voorstel tot invoering Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling per 1 januari 1996.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 294