verantwoorde manier in veel gevallen worden overgenomen en in die gevallen denk ik dat de arbeids plicht nadrukkelijk aan de orde moet komen. Mevrouw Van Hoek heeft nog even gesproken over de herwaardering van het gezin en naar aanleiding daarvan wil ik zeggen dat de situatie dat er in Nederland alleen maar volledige gezinnen zouden zijn - een vader en een moeder met twee, drie of meer kinderen waarbij mijnheer de boterham verdient en mevrouw het beleg op de boterham doet - niet door het CDA en niet door de heer Heerma bewerkstelligd kan worden. Die periode is voorbij, die is rond de jaren vijftig gaan afbrokkelen en die afbrokkeling zal ongetwijfeld doorgaan. Het aantal niet volledige gezinnen of anders ingerichte gezinnen wordt alleen maar groter. Ik wil daarmee niets ten nadele zeggen over de herwaardering van het gezin - ik voel mijzelf daar ook wel bij - maar ik denk dat er toch heel veel mensen zijn die daar andere gedachten over hebben. Dit onderwerp heeft echter geen directe relatie met hetgeen thans aan de orde is. Wel de kinderzorg, de zorgtaak, en de mogelijkheden om daar op een andere manier mee om te gaan. Ik ben blij dat de heer Van der Hilst gezegd heeft dat de voorlichting op een goede manier heeft plaatsgevonden. Zelf ben ik ook heel blij met de wijze waarop de stukken, zoals we die besproken hebben, geschreven zijn. Het is heldere en duidelijke taal en hoe helderder de taal is, hoe duidelijker de uitvoering kan zijn. Ik denk dat onze ambtenaren erop voorbereid zijn. Zij hebben andere computerpro gramma's gekregen, daar zijn cursussen aan vooraf gegaan en ik denk dat de mensen berekend zijn op hun taak. Maar natuurlijk is dat ook een kwestie van omschakelen; dat is altijd het geval wanneer men plotseling te maken krijgt met allerlei regeltjes. Ik heb er echter alle vertrouwen in dat dat op een goede manier zal gaan gebeuren. En, mijnheer Braspenning, er zal inderdaad uitgebreid geëvalueerd worden; dat hoort erbij en dat zeggen wij u ook toe. Ik dank u voor uw instemming.' In tweede termijn zegt mevrouw van Hoek dat de portefeuillehouder, sprekend over de herwaardering van het gezin, het heel traditionele gezin heeft aangehaald. 'Dan praten we ook helemaal niet over bijstandsuitkeringen in het algemeen. Waar ik het heb over de herwaardering van het gezin, dan heb ik het over het gezin zoals wij daarover tegenwoordig praten: alleen een moeder of alleen een vader of soms zelfs alleen een oma, maar in het geval van de oma spreek je weer over de AOW. Ik heb het over de gezinnen die van de bijstand moeten leven.' Bij interruptie vraagt de heer van Geel, of binnen het CDA elke groep van twee mensen een gezin wordt genoemd? Mevrouw van Hoek antwoordt met te zeggen: 'niet gezin in de traditionele samenlevingsvormen, had ik dan misschien moeten zeggen. Ik moet u heel eerlijk zeggen: ik heb het zelf jarenlang alleen moeten doen en ik heb mijzelf altijd een gezin gevoeld. Het gaat dus over de mensen die het niet kunnen, die geen inkomen hebben en die toch een zorgtaak hebben. Daar gaat het over. Wij hebben het eigenlijk over een politieke zaak, en dat is het ook, en daarom vonden wij het beide ook belangrijk - de Partij van de Arbeid en het CDA - dat die zorgtaak dan toch met enige flexibiliteit gehanteerd wordt. U haalde dat toch weer een beetje onderuit en dat vind ik heel erg jammer.' Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens con form het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De heer van der Hilst deelt mede, dat zijn fractie akkoord kan gaan met dit voorstel. 'Er is een uitgebreide notitie Herinrichting bijzondere bijstand voorhanden die veel duidelijkheid verschaft. De gevolgen voor de minima zijn gelukkig minimaal. Vreemd alleen dat de mensen met een inkomen tussen f. 23.000,— en f. 25.500,-- er iets op achteruit gaan terwijl de mensen die daar weer boven zitten erop vooruit gaan. Maar daar kunnen wij waarschijnlijk niets aan doen. De concrete voorstellen die worden gedaan onder punt 5 steunen wij. Wij zijn ook blij dat is toegezegd dat de nota Minimabeleid wordt herzien en wij willen u vragen wanneer wij dat concreet tegemoet kunnen zien. Bijzondere bijstand is voor veel mensen helaas nodig en wij moeten ervoor zorgen dat de mensen die daar recht op hebben van dat recht ook gebruik gaan maken. Hier en daar zien we nogal wat onderbenutting en onderuitputting van deze regeling en wij zouden er toch voor willen pleiten dat wij met onze berichtgeving proberen te bereiken dat zoveel mogelijk mensen die hier recht op hebben van dat recht ook gebruik gaan maken. Wij zouden niet de kant willen opgaan als die van een aantal andere gemeenten waarin gelden worden 17. Voorstel tot vaststelling van het beleid t.a.v. verlening van bijzondere bijstand.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 298