overgehouden en welke gelden men nu, door een eenmalige tegemoetkoming aan mensen met een bijstandsuitkering, wil teruggeven. Je krijgt dan al snel het verwijt dat je aan inkomenspolitiek doet. Overigens, de laatste berichten die wij krijgen laten zien dat gemeenten juist worden gestimuleerd om dat traject weer op te gaan, dus het argument dat men niets mag doen voor de minima schijnt niet meer zo stringent vanuit Den Haag gehanteerd te worden. Wij zijn akkoord met dit voorstel.' Na daartoe het woord te hebben gekregen zegt mevrouw van Hoek: 'Voorzitter, alle bijzondere kosten van bestaan vallen met ingang van het inwerking treden van de nieuwe bijstandswet niet meer onder deze wet maar onder de bijzondere bijstand. Deze nieuwe wet biedt toch ruimere mogelijkheden ten aanzien van het draagkrachtbeleid en voor bijstandsverlening in de vorm van een geldlening. De CDA-fractie is dan ook heel verheugd dat in de voorliggende voorstellen het drempelbedrag is verlaagd tot f. 150,-- en dat dit ook een zuiver administratieve drempel is geworden zodat die dus niet echt betaald behoeft te worden. Ook het gebruikmaken van de wettelijke mogelijkheid om bijstand te verlenen in de vorm van een geldlening en dat zonodig, mochten de omstandigheden daartoe noodzaken, te schenken, juichen wij dus toe. Ten aanzien van het toeslagenbeleid wordt eigenlijk hetzelfde beleid gevoerd als onder de oude bijstandswet en daar kunnen wij ons helemaal in vinden. Dan nog iets, mijnheer de voorzitter, en in dit geval heeft het CDA een soort aanjaagfunctie. Wij hebben al vaker gepleit om met de gelden die in de bijzondere bijstand overblijven iets te doen voor de minima. We kregen altijd te horen dat dit niet kon, dat een gemeente niet aan inkomenspolitiek mag doen. Nu stond deze week in de krant dat de gemeente Breda met de gelden die over zijn in de bijzondere bijstand iets wil gaan doen. Zij stellen een heleboel maatregelen voor en dat zijn eigenlijk de maatregelen die wij vanavond aannemen. Wat dat betreft lopen wij nog iets voor op Breda. Er werd ook een voorstel gedaan om een bedrag van f. 250,-- te geven aan de mensen met een minimuminkomen. Daarvan werd in het artikel ook al gezegd dat dit niet kon omdat men niet aan inkomenspolitiek mocht doen. Maar wie schetst onze verbazing - de heer Van der Hilst heeft er ook al op gewezen - toen bekend werd dat in veel gemeenten gedacht wordt om toch iets te doen voor deze minima. Via de radio werd vanmiddag bekend dat de gemeente Nieuw-Ginneken de minima f. 110,— wil geven. Zij hebben ook precies 110 personen die voorkomen in het bestand van de afdeling sociale zaken en volgens hen houdt dat voor de minima geen enkel risico in omdat zij met dit bedrag onder het bedrag zouden blijven dat volgens de belasting vrij geschonken mag worden. Zij zeiden daarmee vooruit te lopen op de nieuwe bijstandswet. Zoudt u dit voor ons eens kunnen nagaan want wij denken dat het geld uit de bijzondere bijstand uiteindelijk bedoeld is voor de minima en misschien is het door te weinig voorlichting nooit uitgekeerd. Ik denk dat deze mensen af en toe best een ruggesteuntje kunnen gebruiken en wij vragen u te onderzoeken of dit mogelijk is.' Hierna geeft de voorzitter het woord aan de fractie van Gemeenschapsbelang namens wie de heer Braspenning het volgende zegt: 'Mijnheer de voorzitter, aan het thans voorliggende voorstel hebben wij weinig meer toe te voegen. Het is een duidelijk voorstel en na de uiteenzetting in de desbetreffende raadscommissie over de verschillen tussen drempelbedrag, draagkracht en dergelijke, hebben wij daar verder geen vragen meer over. Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan de fractie van de VVD namens wie mevrouw Dicou het volgende verwoordt: 'Mijnheer de voorzitter, wij gaan akkoord met de voorstellen zoals die onder punt 5 zijn vervat. Naar onze mening is het nog steeds verboden aan gemeenten om aan inkomenspolitiek te doen. Hierom wordt door de fractie van het CDA nu wel gevraagd maar een cruciale vraag is of er wel geld over is en hoeveel?' In zijn beantwoording zegt de heer van Geel te hebben geconstateerd dat drie raadsfracties gesproken hebben over inkomenspolitiek. 'Ik merk ook wel dat er in het land en in de Haagse gedachtenvorming beweging zit over de vraag in hoeverre gemeenten vrijheden zouden hebben op het gebied van inkomenspolitiek, op het gebied van het nemen van algemene maatregelen ten behoeve van één groep. Dus niet meer zoals het nu gaat en zoals het al die jaren al is gegaan, namelijk het beoordelen van iedere individuele situatie afzonderlijk. Dat is het huidige criterium. Iemand heeft recht op bijstand op basis van zijn individuele kenmerken, zijn individuele situatie. Natuurlijk heb ik ook vernomen dat tijdens de laatstgehouden raadsvergadering van de gemeente Nieuw-Ginneken een motie of iets dergelijks is aangenomen teneinde te bewerkstelligen dat voor de mensen met een minimumuitkering een bedrag beschikbaar zou komen. Ik heb laten navragen op welke wijze men daarmee wilde omgaan en dat was op dat moment nog niet bekend. Het is in ieder geval zo dat de gemeenten officieel - en daarmee ben ik het eens met mevrouw Dicou - geen inkomenspolitiek mogen bedrijven. Naar ik verwacht staat het gemeenten wel vrij om cadeautjes te geven uit de algemene middelen. Als de meerderheid van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 299