gemeenteraad zou vinden dat er een gebaar, dan wel een concreet bedrag, gemaakt zou moeten worden in de richting van de mensen met een minimuminkomen, dan zou dat betekenen dat we de portefeuille houder financiën moeten vragen uit de algemene middelen iets ter beschikking te stellen. Mijns inziens kan het niet uit het overschot van de bijzondere bijstand want dat is aan regels gebonden en daarvan mogen wij, ook voor onszelf, niet afwijken. Het is de heer De Vries geweest van het CDA, die als minister van sociale zaken jarenlang dwars is gaan liggen voor elk voorstel dat ook maar iets met inkomenspolitiek te maken had. Maar de gedachtengang hierover schijnt in het land op hol te zijn geslagen. Ook uit Rotterdam zijn al berichten vernomen dat men wil overgaan tot kwijtschelding van bepaalde belastingen voor mensen met een minimumuitkering. Mijns inziens, en voor zover mijn informatie strekt, kan dit niet. Wellicht in de nieuwe wet, maar zeker niet op dit moment. Mensen met een minimuminkomen hebben recht op hetgeen volgens de wet mogelijk is en als uw raad in meerderheid uitspreekt dat wij iedereen met een minimuminkomen een bepaald bedrag moeten doen toekomen, sta ik daar zeker niet afwijzend tegenover. Dat betekent naar mijn mening echter wel dat het uit de algemene middelen moet komen. Ik denk dat in de toekomst een nog uitgebreider voorlichting door de eigen sociale dienst aan alle bekende cliënten noodzakelijk is om alle mogelijkheden van de bijzondere bijstand bekend te maken. Daarnaast is er een vrij grote groep mensen die ook een uitkering hebben, niet van de gemeente maar van andere instanties, op of rond het minimum en ook die mensen kunnen daarvoor in aanmerking komen. Vaak zijn die mensen bij de gemeente niet bekend en voor hen zal noodgedwongen volstaan moeten worden met de algemene informatie die de gemeente via Modern Prinsenbeek verstrekt. De vraag van de heer Van der Hilst over de termijn waarbinnen de nieuwe nota Minimabeleid verwacht mag worden kan ik beantwoorden met te zeggen dat, zodra de gemeentelijke sociale dienst goed draait onder het nieuwe systeem en er inzicht is over de precieze uitwerking van een en ander - ik verwacht dat dit de tweede helft van het komende jaar zal zijn - er naar mijn idee een nota Minimabeleid ter tafel zou moeten kunnen komen.' In tweede termijn zegt mevrouw van Hoek: 'Ik wilde nog graag enige verduidelijking van de wethouder. Hij zegt dat het niet uit de bijzondere bijstand kan en wat ik dus via de radio begreep was dat de gemeente Nieuw-Ginneken wat vooruitliep op de nieuwe bijstandswet. Wij nemen nu vanavond aan dat men een geldlening kan geven, dat je iets om niet kunt schenken. Misschien dat ze het onder dat mom doen, dat weet ik ook niet. Maar onze vraag was ook niet direct om nu te komen met een voorstel maar om het eens na te gaan. Maar als u zegt "nou nee, daar voel ik niets voor" of zo, dan zou ik graag even schorsing willen.' De heer van Geel zegt: 'Ik heb begrepen dat de middelen die in Nieuw-Ginneken ter beschikking gesteld worden, geen middelen zijn uit de bijzondere bijstand maar uit de algemene middelen. Dat staat dus los van hetgeen we vanavond als nieuw beleid gaan vaststellen. Het is puur een gebaar uit de overschot van de algemene middelen - zoals het in Nieuw-Ginneken is - omdat het niet volgens de regels van de bijzondere bijstand mag. Maar als de meerderheid van uw raad zou vinden, dat we een deel van de post onvoorzien uit de algemene middelen daarvoor ter beschikking moeten stellen, dan zal ik dat zeker uitvoeren. Mevrouw van Hoek zegt: 'Ik wilde graag even schorsing, dan kan ik even met mijn fractie overleggen.' Vervolgens schorst de voorzitter de vergadering. Na vijf minuten heropent de voorzitter de vergadering en geeft het woord aan de heer van Geel. Deze verwoordt het volgende: 'Voorzitter, in feite luidde de vraag van mevrouw van Hoek: "wil de wethouder eens onderzoeken wat de mogelijkheden zijn?" en het antwoord daarop is simpel: dat wil ik best nagaan. Concreet betekent dat, dat als er enige maatregel genomen zou kunnen worden, als er sprake zou zijn van nieuw beleid, dat dat op zijn vroegst na de raadsvergadering van januari zou kunnen naar mijn idee. Zou het onder de nieuwe Algemene bijstandswet passen, dan zou het op basis van een B W-besluit kort na 1 januari kunnen. Maar zoals gezegd, ik wil dit graag nagaan.' Mevrouw van Hoek zegt: 'Onze schorsing heeft toch geleid tot een wat stringentere aanpak aangezien toch altijd gezegd wordt "het kan niet of ik weet niet", dus wij willen hier toch het voorstel op tafel leggen om f. 100,— te geven aan alle mensen die bekend zijn bij sociale zaken. Vorige keer heb ik namelijk ook al gevraagd hoeveel mensen dat waren en dat zijn er ongeveer 130 tot 150. Daar tussenin - 22 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 300