zat het. Ik weet niet meer of ik dat in de commissie heb gevraagd, maar dat zal wel. Dat zijn de mensen die bekend zijn. Wij hebben net even gekeken naar onze coalitiepartner want wij zouden het natuurlijk heel erg fijn vinden als zij met ons mee zouden gaan maar dan krijg je het argument dat je misschien oneerlijk bent omdat er ook stille armen zijn en ook mensen die een andere uitkering hebben en niet bekend staan bij de gemeente maar misschien even arm zijn. Ik weet wel dat wanneer je altijd in termijn van "als, als" denkt, je ook nergens komt want dan blijf je "als als-en" en dan blijf je staan. Wij hebben het al zo vaak geprobeerd. Wij denken dat nu de tijd rijp is om toch maar eens met een initiatiefvoorstel te komen en dat leggen we hier dus nu in het midden. Concreet stelt de CDA-fractie voor om alle bekende minima-cliënten een bedrag van f. 100,-- te geven en dat liefst zo vlug mogelijk zodat zij daarvan voor de komende kerstdagen nog zouden kunnen genieten - dat zou heel fijn zijn - maar in ieder geval tussen kerst en oud en nieuw.' De voorzitter concludeert vervolgens dat mevrouw van Hoek dit voorstel in stemming gebracht wenst te zien. De heer van der Hilst zegt: 'Wij ondersteunen het voorstel om de minima f. 100,— te geven. Wel enige schroom daarbij want wij vinden het toch eigenlijk een minimaal bedrag. Als je iets extra's doet, dan moet je de mensen niet afschepen met een fooi en f. 100,— is voor ons toch eigenlijk het absolute minimum. Liever hadden wij gezien een bedrag dat wat hoger lag, tenminste op het niveau dat ook in de gemeente Nieuw-Ginneken wordt uitbetaald omdat ik denk dat ook hier gekeken wordt naar omliggende gemeenten. Wij hebben echt niet het idee dat we nu erg ruimhartig bezig zijn en dat de minima drie maal dank je wel moeten zeggen tegen de gemeenteraad. Desondanks willen wij dit voorstel toch ondersteu nen.' Mevrouw van Hoek zegt: 'Ik kan de gedachtengang van de heer Van der Hilst wel begrijpen; f. 100,— is natuurlijk ook niet zoveel. Maar op de begroting is daarvoor geen geld gereserveerd, dus daar hebben wij natuurlijk ook mee gezeten. Bovendien was het bij Nieuw-Ginneken f. 110,-- en toen zeiden zij dat zij precies binnen de wettelijke kaders bleven om dit bedrag te kunnen schenken, f. 110,-- of f. 100,-, honderd is dan een heel mooi bedrag. Ik bedoel dat als wij straks weer te horen krijgen dat wij heel onwettig bezig zijn, dat ook niet de bedoeling is. En uiteindelijk is het ook een soort proefballonnetje om eens een keer iets door te prikken en vandaar dus dat bedrag van f. 100,—. Daar hebben we echt wel even over gediscussieerd.' Mevrouw Reiinen zegt: 'Voorzitter, op zich is het idee dat mevrouw van Hoek van het CDA lanceert niet zo slecht. Alleen, het probleem bij mijn fractie is gelegen in het feit dat het ten gemeentehuize bekend zijnde aantal mensen dat van een minimumuitkering moet leven slechts beperkt is en dat bijvoorbeeld mensen met een AOW uitkering zonder of met een klein pensioen hier niet bekend zijn. Zo zijn er meer mensen die een uitkeringsvorm hebben en die moeten leven van een minimumuitkering en door nu te besluiten alleen die mensen die hier in de kaartenbakken voorkomen een kerstgratificatie, cadeau of tegemoetkoming te gaan geven zal, naar de mening van mijn fractie, het rechtsgelijkheidsbe- ginsel in het geding komen. De reden dat wij vanavond veel van dit soort zaken, zoals bijvoorbeeld het verlenen van bijzondere bijstand en andere wettelijke uitwerkingen, vaststellen is om ervoor te zorgen dat mensen met een minimumuitkering, in elk geval als daar behoefte aan is, zich kunnen richten tot sociale zaken om een beroep te doen op bijzondere bijstand of andere vormen. Ondanks het lieve verzoek om de coalitiepartner toch daarbij te betrekken, gaat dat in dit geval niet op omdat het bij ons is "gelijke monniken, gelijke kappen". Of iemand nu met f. 1.200,-- rond moet komen met uitkering a of met uitkering c waarbij alleen uitkering a bekend is, vinden wij niet juist.' Hierna geeft de voorzitter het woord aan mevrouw Dicou die het volgende zegt: 'Mijnheer de voorzitter, in de eerste plaats het gelijkheidsbeginsel waar mevrouw Reijnen het over had. Dat spreekt de VVD- fractie ook zeer aan en het is inderdaad zo: "gelijke monniken, gelijke kappen". Over het algemeen vinden wij het voorstel van het CDA nogal onvoorbereid. Wij vinden dat het toch eerst de commissiecy clus had moeten passeren. Ook de wethouder heeft inmiddels toegezegd na te willen gaan wat de mogelijkheden zijn, dus, wat ons betreft, laten we daarop wachten. Ik heb nog een vraag aan het college, namelijk: kunt u inschatten welke kans op schorsing een dergelijk besluit loopt? Wij vinden namelijk dat je de mensen niet blij moet maken met een dode mus. Ook willen wij de visie van de wethouder financiën weieens vernemen want het voorstel is financieel totaal niet onderbouwd.' Hierna stelt de voorzitter voor de vergadering enige tijd te schorsen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 301