overkant en aan de rechterkant van ons en tegen die 'als-en' zijn wij al jaren aan het vechten dus ik handhaaf ons voorstel en wil dat graag in stemming brengen. Ik ga dus niet mee met het voorstel om het op te schorten.' Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan mevrouw Reiinen die het volgende zegt: 'Voorzitter, het is geen kwestie van niet willen, het is ook geen kwestie van zoeken naar 'als-en' om de zaak te traineren. Spontane zaken zijn best goed maar daarmee moet je de zorgvuldigheid en het rechtsgelijkheidsbeginsel niet met voeten treden. Wat dat betreft vonden wij toch dat wij het voorstel dat de wethouder zojuist gedaan heeft: om het zorgvuldig te overwegen en zo ja, als er een mogelijkheid is, dan voor iedereen en niet alleen voor een bepaalde groep.' Mevrouw Dicou zegt vervolgens: 'Wij steunen ook het voorstel van de wethouder omdat wij met name ook hechten aan het rechtsgelijkheidsbeginsel. Bovendien vinden wij, dat wij hier niet zitten om emotionele beslissingen te nemen maar om goed onderbouwde beslissingen.' Hierna stelt de voorzitter voor over te gaan tot besluitvorming. Bij interruptie zegt de heer Franken, dat naar zijn mening niet anders mogelijk is dan hoofdelijke stemming te vragen omdat het college bepaalt wat er zal gebeuren, gelet op het aantal aanwezige raadsleden. Het verderstrekkend voorstel van de fractie van het CDA wordt met 6 stemmen vóór - van de leden de Craen, van der Hilst, van Hoek, Hoelen, Jansen en wethouder Oomen - en 6 stemmen tegen - van de leden Braspenning, Dicou, Franken, Geuze, Reijnen en wet houder van Geel - aangehouden tot een volgende vergadering. Hierna stelt de voorzitter voor, over te gaan tot besluitvorming over het beleid ten aanzien van verlening van bijzondere bijstand zoals dat thans voorligt. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens con form het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De heer van der Hilst deelt mede, dat zijn fractie akkoord gaat met het vaststellen van de Verordening premiebeleid. 'De belangrijkste maatregelen die daarin worden voorgesteld zijn, om bij onverplichte arbeidsdeelname een (waarderings)premie te verstrekken tot een bedrag van ten hoogste 25% van de arbeidsinkomsten - dat vinden wij een goede zaak - en om de arbeidsinspanningen van de doelgroep uitkeringsgerechtigden met een verzorgende taak voor één of meer kinderen in de leeftijd van 5 tot 12 jaar, te premiëren tot een bedrag van ten hoogste 20% van de arbeidsinkomsten. Dat kan ook onze instemming hebben, dus wij gaan akkoord met dit voorstel.' Mevrouw van Hoek zegt, dat zij over dit voorstel in feite weinig heeft te zeggen. 'Het is eigenlijk weer een voortzetting van de wijziging van de nieuwe Algemene bijstandswet en de vrijlatingsbepalingen zijn vervallen en daarvoor in de plaats moet een premiëringsbeleid totstandkomen om de mensen tot de arbeidsmarkt te brengen en daar te houden. Hetgeen wordt voorgesteld vinden wij goed. Het is in de commissie sociale zekerheid eigenlijk heel erg goed doorgesproken en ook in de commissie welzijn, dus ik kan daar verder niets aan toevoegen. Wij gaan hiermee akkoord.' De heer Braspenning zegt, dat zijn fractie instemt met het voorliggende voorstel. 'Het vormt het tweede gedeelte van de slogan uit de nieuwe Algemene bijstandswet, namelijk het gedeelte "actief aan de uitgang".' Namens de fractie van de VVD deelt ook mevrouw Dicou mede akkoord te gaan met het voorstel. Nadat op een daartoe strekkende vraag van de voorzitter door de heer van Geel te kennen is gegeven - 25 - 18. Voorstel tot vaststelling van de Verordening premiebeleid ter bevordering van de zelfstandige bestaansvoorziening gemeente Prinsenheek.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 303