consulteren en hun oordeel vragen over hoe de consistente lijn van gemeentelijke zelfstandigheid, breed provinciaal ondersteund, zich verhoudt met de ontwikkelingen elders. Ik wijs er nog maar eens op dat we natuurlijk wel een groot aantal formele stappen in het kader van de Wet algemene regels herindeling hebben afgelegd waarbij in de beginfase formeel bestuurlijk overleg is gevoerd met de gemeenten maar dat het in eventueel gewijzigde omstandigheden te recht vaardigen is ook de burgers bij dit proces te betrekken. Ik deel overigens het standpunt van Staatssecretaris Van de Vondervoort dat we bij het organiseren van referenda in algemene zin moeten voorkomen dat we verkeerde verwachtingen wekken bij burgers. Het is onze verantwoordelijkheid bij het formuleren van onze vraagstelling. Echter, ik heb wel sterk de indruk dat eenieder begrijpt dat Den Haag natuurlijk de besluitvorming bepaalt. Ik zie dat een gemeentelijk referendum in Prinsenbeek vooral een signaalfunctie heeft naar Den Haag; naast onze inhoudelijke argumentatie leggen we nog eens helder neer het standpunt van onze inwoners. Als men dan zegt "dat standpunt kenden we toch al" - overigens kan die conclusie pas getrokken worden als de vraagstelling bekend is en die is nog niet bekend - wijs ik erop dat het soms ook heel goed kan zijn om nog eens helder te markeren waar onze inwoners staan. Juist om te luiste ren naar de inwoners. De mensen in onze gemeente die zich zo sterk betrokken voelen bij het vraag stuk van onze zelfstandigheid. Daarnaast heb ik er nog behoefte aan, erop te wijzen dat ik er ook sterk aan hecht dat wij onze discussie met betrekking tot de gemeentelijke herindeling op een sterk bestuurlijke wijze voeren. Het is natuurlijk denkbaar dat we terugvallen op een folkloristische benaderingswijze, maar nee, ik denk dat het veel beter is, om naast de inhoudelijke argumentatie de burgers via de weg van het bestuursin strument - zoals bijvoorbeeld een referendum - te benaderen. Ik deel het standpunt van de initiatiefnemers, dat we het moment, waarop we tot een referendum komen, zorgvuldig moeten kiezen. Nog begin van deze maand, tijdens mijn nieuwjaarstoespraak, ging ik er van uit dat in de maand maart 1995 een wetsvoorstel bij de Kamer zou worden ingediend. Dan was een referendum voorafgaand op 8 maart 1995 een geschikt tijdstip. Nu ik tijdens het bezoek van de Staatssecretaris vernam, dat er vóór en waarschijnlijk pas na de zomer een wetsvoorstel wordt ingediend bij de Tweede Kamer en dat dus waarschijnlijk de parlementaire mondelinge kamerbehandeling pas begin volgend jaar zal plaatsvinden, betekent dit dat het verstandig is het referendum en de vraagstelling nu niet in maart 1995 aan onze inwoners voor te leggen. We moeten daar het juiste moment voor kiezen en voorkomen dat ons signaal is verbleekt in Den Haag wanneer pas volgend jaar het afrondend kamerdebat zal plaatsvinden. Met betrekking tot het Europese Handvest inzake lokale autonomie, wijs ik erop dat dit door Nederland als Europese lidstaat mede is ondertekend en dat het dus van belang is dat we, voordat er ook verwachtingen worden gewekt, zowel met het Ministerie van Binnenlandse Zaken als met de Europese Commissie, de formele status en de bestuurlijke consequenties van dit Handvest goed in kaart brengen. In ieder geval wordt duidelijk, dat een referendum bij wijziging van plaatselijke gebiedsgrenzen, een oorbaar en gangbaar bestuursinstrument is. Dat wordt door sommigen weieens anders afgeschilderd. Ik hecht er echter zeer aan, vooraf de formele status en de bestuurlijke consequenties die hieraan verbonden zijn, ook op juridische merites te bestuderen. Er wordt gesproken - in het Europees Handvest - over een consultatief referendum dat wettelijk is toegestaan. Helder moet worden, wat in deze context de betekenis is van de term 'wettelijk'. Wettelijk in de betekenis van 'wettelijk voorschrift', is in Nederland gelijk te stellen aan 'de wet in materiële zin', dus mede een raadsverordening omvattend zoals we vandaag hebben aangenomen. Wettelijk in een internationaal document zou mogelijk ook kunnen duiden op 'slechts wetgeving in formele zin' (landelijke wetgeving). Ik hecht er zeer aan dat we op basis van uw initiatief, namens de gemeenteraad, Binnenlandse Zaken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 32