1. Opening. De voorzitter opent de vergadering met gebed. 2. Voorstel tot de nadere uitwerking van één van de aanbevelingen uit het Rapport Haalbaarheids onderzoek ten behoeve van de welzijnsgebouwen en het beschikbaar stellen van een voorbereidings krediet. De voorzitter wijst erop, dat volgens artikel 32, lid 4, van de Gemeentewet, nadat in de vorige vergadering de stemmen gestaakt zijn en daardoor geen besluit genomen kon worden, in deze vergade ring de beraadslagingen heropent kunnen worden. Zijn vraag luidt vervolgens of er behoefte bestaat aan het heropenen van de beraadslagingen. Nadat daarop in bevestigende zin is gereageerd geeft hij - op diens verzoek - als eerste het woord aan de heer van Geel. De heer van Geel deelt mede, dat na behandeling van het onderhavige raadsvoorstel in de vorige vergadering, het college zich beraden heeft over de verdere voortgang. Namens het college deelt hij mede, dat zowel het college als de gemeenteraad eraan hecht dat er geen vertraging optreedt. Het college stelt dan ook voor om het ontstane meningsverschil op de volgende wijze op te lossen. De welzijnsgebouwencommissie zal kort na deze raadsvergadering bijeen komen en de offerte van het bouwmanagementbureau, in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van dit bureau, bespreken. Mocht er naar aanleiding van dat gesprek nog enige twijfel bestaan, dan zal er een tweede offerte van een ander bureau worden aangevraagd. Mocht die twijfel er niet zijn, dan zal het bureau dat de voorliggende offerte heeft uitgebracht met zijn werkzaamheden beginnen. Namens de CDA-fractie deelt mevrouw Hoelen mede verheugd te zijn met deze toezegging van het college. Ook haar fractie hecht eraan dat de voortgang van het project welzijnsgebouwen zo weinig mogelijk vertraging ondervindt en de toezegging van het college is voor haar dan ook aanleiding om het verderstrekkende voorstel in te trekken. Nadat de voorzitter vervolgens geconcludeerd heeft dat het amendement is ingetrokken, geeft hij het woord aan de heer Schreiner van de fractie Gemeenschapsbelang. De heer Schreiner zegt, dat zijn fractie eveneens bijzonder verheugd is met de door wethouder van Geel namens het college afgelegde verklaring. Ook stelt zijn fractie het bijzonder op prijs dat de CDA-fractie haar verderstrekkend voorstel, zoals verwoord tijdens de vorige vergadering, heeft ingetrokken. Ten slotte deelt hij mede dat het voorliggende collegevoorstel de steun van zijn fractie geniet. De heer Geuze vangt zijn betoog aan met de mededeling de verklaring van de portefeuillehouder namens het college, aangehoord te hebben. Zijn fractie is daarmee niet bijster gelukkig en hij zal dan ook op een wat andere wijze reageren dan aanvankelijk zijn bedoeling was. Aanvankelijk was hij van plan te zeggen en doet dat ook nu - dat zijn fractie bijzonder betreurt de gang van zaken tijdens de vorige vergadering, omdat toen een dringend noodzakelijk inhoudelijke besluitvorming ten behoeve van de snelle realisering van de nieuwe welzijnsgebouwen, niet tot stand kon komen. Het is natuurlijk eenieders goed recht om wijzigingsvoorstellen in te dienen, maar spreker wenst er wel op te wijzen dat het, naar de mening van zijn fractie, voor de laatste maal geweest moet zijn dat zulks plaatsvindt op de wijze zoals dat heeft plaatsgevonden, namelijk bijzonder verwarrend. Dit ook ten aanzien van voorstellen die gemeenterechte- lijk niet kunnen, namelijk om de afhandeling de doen plaatsvinden in een commissie zoals bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet; een commissie aan wie bestuursbevoegdheden zijn overgedragen. Uit de vorige week gehouden behandeling van het voorstel, herinnert hij zich dat het college een verfijning heeft aangebracht in het CD A-amendement, die een afzwakking daarvan betekende en waartegen de indieners zich niet hebben verzet. Desondanks blijft deze affaire in hun ogen onverkwikkelijk. Waarom heeft zijn fractie het initiatief genomen om conform artikel 17 van de Gemeentewet een extra vergade ring te houden? Omdat deze zaak naar zijn mening geen enkel uitstel kan lijden. Echter, de door de wethouder afgelegde verklaring goed beluisterd hebbend, zou die vertraging toch weer kunnen optreden. Natuurlijk, als er geschillen zijn is het een nobel streven om te trachten die in der minne op te lossen, maar het collegevoorstel zou opnieuw tot vertraging kunnen leiden hetgeen absoluut niet strookt met de bedoeling van zijn fractie en ook niet met deze extra vergadering. Indien de CDA-fractie haar voorstel niet zou hebben ingetrokken, dan zou zijn fractie een ander amendement met de meest ver strekkende aard hebben ingediend, namelijk om het ontwerp-besluit dat door het college is voorgelegd, en waarvan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 36