bedrag benodigd voor realisering van de plannen zoals die nu voorliggen. Het zal duidelijk zijn, dat anno 1995 een veelvoud benodigd is van het bedrag dat nodig geweest zou zijn indien de plannen van destijds waren uitgevoerd. De heer van Geel interrumpeert door te zeggen dat de heer van der Hilst zaken met elkaar vergelijkt die niet met elkaar vergeleken kunnen worden. Als voorbeeld noemt hij het schoolgebouw 'de Engelbewaar der' dat op het moment waarover de heer van der Hilst sprak, niet eens in het bezit was van de gemeente; dat gebouw was nog altijd in gebruik als schoolgebouw. Daar kon op dat moment niets gerealiseerd worden. Er worden appels met peren vergeleken en conclusies getrokken die nergens op slaan. De heer van der Hilst zegt, dat men zich in een democratie dient neer te leggen bij de gebeurtenissen zoals die verlopen. Het zou te gek zijn dat iets wordt aangenomen of verworpen met een stem verschil omdat een bepaalde partij op een zeker moment twee leden niet aanwezig heeft. Het zou in dat geval toch te gek zijn, om dan maar snel een vergadering uit te schrijven, om zo aan een meerderheid van stemmen te kunnen komen. Al was het zo geweest dat er een meerderheid te krijgen was, dan nog had de wethouder de vorige week moeten zeggen: 'zeven tegen zeven'; zeven personen zijn het kennelijk niet eens met het voorstel, derhalve neem ik dit voorstel terug. Dan gaat het niet aan om te zeggen: 'welnu, ik kan wel wat bedenken waardoor ik binnen een paar dagen aan een meerderheid kom.' Zo werkt de democratie niet. In een democratie heeft men zich nu eenmaal neer te leggen bij de wijze waarop zaken op een bepaald moment verlopen en of er nu toevallig één, twee of drie leden afwezig zijn dient geaccepteerd te worden en niet geprobeerd moet worden op een andere manier zijn gelijk te verkrijgen. Bij interruptie zegt de heer Franken, dat het college deze vergadering niet bijeen heeft geroepen, maar dat een aantal raadsleden om deze vergadering heeft verzocht, waarop de heer van der Hilst zegt dat hij het in dat geval de desbetreffende raadsleden kwalijk neemt en dat deze gang van zaken voor hem en zijn fractie een schertsvertoning is. Hij handhaaft zijn woorden dat hij aan niemand uitgelegd kan krijgen waarom de gemeenteraad nu in een spoedeisende vergadering bijeen is. De heer Geuze interrumpeert met te zeggen, dat hij zich door de woorden van de heer van der Hilst aangesproken voelt. Overigens zal hij daar niet wakker van liggen en ook heeft hij er geen enkele behoefte aan om als zendeling voor de Partij van de Arbeid door de gemeente te trekken. Zijn fractie is van mening - het woord democratie komt in de naam van zijn partij voor - ,dat de kaarten duidelijk opnieuw moeten worden geschud. Dat er een politieke meerderheid bestond voor hetgeen moest gebeu ren, conform het collegevoorstel, is naar zijn mening duidelijk. Zolang Prinsenbeek nog een omvang heeft als de huidige en zolang Prinsenbeek nog zelfstandig zal bestaan, zal zijn fractie niet aarzelen om, zodra zich weer een dergelijke situatie voordoet, zonder aanzien van een partij De heer van der Hilst interrumpeert door te zeggen dat de heer Geuze heeft verkondigd dat hier vorige week een meerderheid voor het voorstel was, maar dat zulks niet conform de werkelijkheid is; de stemmen staakten. De heer Geuze vervolgt met te zeggen, dat er natuurlijk niet formeel een politieke meerderheid aanwezig was, maar feitelijk. De heer van der Hilst interrumpeert wederom, door te zeggen dat er ook feitelijk geen meerderheid aanwezig was. De heer Geuze zegt, dat weliswaar niet formeel die politieke meerderheid aanwezig was maar wel feitelijk. Wederom constateert de heer van der Hilst dat vorige week niet feitelijk een meerderheid aanwezig was. De heer Geuze zegt ook niet bedoeld heeft gezegd te hebben dat die feitelijk aanwezig geweest zou zijn - in dat geval is er sprake van een verspreking - maar dat die meerderheid er formeel niet was maar feitelijk binnen de gemeente wel. Bij interruptie benadrukt de heer van der Hilst nogmaals dat vorige week binnen de raad geen meerder heid bestond voor het collegevoorstel. Hier worden de besluiten genomen met de dan aanwezige personen en dan gaat het niet aan om te zeggen dat er rekening gehouden zal worden met personen die op dat moment ziek of op vakantie zijn. Zo werkt dat niet binnen een democratie. Alleen als het quorum aanwezig is kan er vergaderd worden en in dat geval wordt rekening gehouden met de personen die alsdan aanwezig zijn. De heer Geuze zegt, geen behoefte te hebben aan een les in gemeenterecht daar hij die zelf ook kan geven. Zijn fractie begrijpt echter niet dat de PvdA, in deze voor het dorp zo belangrijke zaak, deze benadering volgt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 40