projecten beschikbaar gesteld kunnen worden en dat snel tot uitvoering kan worden overgegaan. Zo
zorgvuldig te werk gaande zal, mocht de gemeente Prinsenbeek onverhoopt heringedeeld worden, noch
de Provincie noch Breda daar bezwaren tegen aanvoeren, omdat het gaat om projecten die voor een
plaatselijke gemeenschap noodzakelijk zijn. Nogmaals, de CDA-fractie vindt het een onverstandig en
slecht en volstrekt overbodig voorstel en zal unaniem tegenstemmen.
Reagerend op voorgaande sprekers, zegt de heer Geuze er geen enkele moeite mee gehad te hebben dat
het college vooraf, sprekend vóór de fracties in de eerste termijn, met een verklaring kwam. Zo werkt
dat nu eenmaal en dat zou de besluitvorming kunnen beïnvloeden, maar ook kunnen versterken in de
richting zoals zij die in hun gedachten hebben geformuleerd. Het woord 'potverteren' komt ook in de
verklaring van het college voor en anderen hebben dat ook genoemd. Mede op grond daarvan, wordt
aanneming van het voorstel ontraden.
Spreker heeft, toen de pers hem daarover interviewde, zeer nadrukkelijk het potverteren ontkend. Want
wat is het geval? Een belangrijk deel van de jaarlijkse gemeentebegroting is het investeringsschema, tot
uitdrukking gebracht in meerjarenramingen, waarbij voor de investeringen die dus de investeringsbehoef
te weergeven voor de komende vier jaren, ook is aangegeven hoe die investeringen gedekt moeten
worden. En die dekking gebeurt in deze gemeente, omdat zulks financieel kan, in veel gevallen niet door
afschrijving op termijn, maar door eenmalig het benodigde geld beschikbaar te stellen. En voor die
gevallen waarin dat niet wordt gedaan, worden de afschrijvingslasten, de rentelasten en de overige baten
- die kunnen er ook zijn als tot belastingverhoging wordt overgegaan - en overige exploitatiekosten
opgenomen. Is zijn vraag, de vaststelling van zo'n meerjarenraming, potverteren? Wie het weet mag het
zeggen; hij ontkent dat ten stelligste en op die grond is dus ontraden helemaal niet aan de orde. Spreker
neemt meteen het andere punt erbij, namelijk het belasten van de herindelingsdiscussie met hun
initiatiefvoorstel. Geen sprake van! Wat zij willen, ziet men in de omliggende gemeenten ook gebeuren,
en die hebben niet op alle punten aanwijzingen gekregen. En daarover praat men in Prinsenbeek; alleen
hier wordt dus niets gedaan. Hier is, zoals de heer van der Hilst zei, vijf jaar geslapen, en zij zouden
daaraan willen toevoegen dat iedereen die slaapt ook weieens een keer wakker wordt. En als het college
dan na die vijf jaar wakker is geworden, dan beweegt het zich niet - zoals mevrouw Hoelen bedoelde -
met grote voortvarendheid voort maar met de gang van een slak die reuma heeft. Zo werkt dat hier en
dat irriteert hem dus. Hij zegt maar één van de tienduizend inwoners van Prinsenbeek te zijn, maar zijn
fractie vertegenwoordigt, tezamen met de andere oppositiepartij, een flink volksdeel en mensen uit
kringen van het CDA denken er in veel gevallen ook zo over. Wat spreker de heer Schreiner, en
daarmee de fractie Gemeenschapsbelang, kwalijk neemt, is dat hij het VVD-voorstel een belachelijk
voorstel noemt. Hij denkt dat men zo niet met elkaar omgaat, het geven van een dergelijke kwalificatie.
Hij verzoekt hem dan ook daar een ander woord voor te zoeken, welk woord hij dan in tweede termijn
kan uitspreken. De herschikking van bedragen die spreker heeft gedaan, is niets anders geweest dan het
bij elkaar brengen van die posten, die voor deze doelen zijn opgenomen in de meerjarenramingen. En
terecht werd zoéven gesteld dat dit al jaren het geval is, dat behoeft hij niet meer uit te leggen. Daaraan
willen zij een einde maken, een einde door dit voorstel, en daarmee wordt niet iets gedaan dat de
kwalificatie onzorgvuldig zou hebben. Want in veel gemeenten is het zo, dat bij de vaststelling van de
begroting ook, in ieder geval voor het dan komende jaar, de kredieten voor investeringen worden
vastgesteld. Daaraan kunnen wel voorwaarden worden verbonden en dat heeft hij in hun voorstel dan
ook gedaan. Ook om het primaat van de gemeenteraad in dit opzicht veilig te stellen. De unanimiteit die
nog steeds bestaat, ook bij zijn fractie, voor het behoud van de zelfstandigheid van Prinsenbeek, en het
in dat vlak aan de orde stellen de mismanagement in Breda - en hij heeft daarover tijdens de algemene
beschouwingen ook reeds gesproken -, een onverzadigbare landhonger en een verslindende geldwolf,
daarover kan dus geen misverstand bestaan. Hoe luidde in dit verband het antwoord van mevrouw van
der Vondervoort? "Daar ga ik niet over; elke gemeente, heringedeeld of niet, krijgt een bestuur van de
kwaliteit die de bevolking zelf heeft gekozen." In samenhang met wat zijn fractie nu ter tafel brengt,
hebben zij gesteld - deze week zal dat in 'Modern Prinsenbeek' gelezen kunnen worden - dat zij ervoor
passen om nog langer in het openbaar taboe te spelen. Als iedereen, op straat, in de winkel of waar men
ook komt, over dit soort zaken spreekt, moeten zij daar dan een taboe over hebben? Hij is het daarmee
niet eens. Laat het dan maar een jaar op de planning blijven staan, dan komt u de kiezers waarvan u zegt
die te vertegenwoordigen nog wel een keer tegen. Spreker is erkentelijk voor het feit dat de Partij van de
Arbeid als mede-ondertekenaar van het voorstel heeft gefungeerd, omdat het reglementair nodig is om
zo'n voorstel in behandeling te kunnen krijgen. Ook waardering heeft hij voor de inhoudelijke onder-