antwoord komt, geeft dat een aantal aanwijzingen, maar hij is daar niet tevreden mee. Om die reden
herhaalt hij zijn vraag.
Waarna de heer Schreiner zegt, zich bij zijn eerder gegeven antwoord te willen houden.
Nadat de voorzitter heeft voorgesteld daarvan kennis te nemen gaat hij over tot beantwoording van het
tweede door de heer Geuze verwoorde punt. Vandaag heeft de gemeente ontvangen de besluitenlijst van
het college van gedeputeerde staten van deze week, waarin staat dat het uitwerkingsplan voor de
stadsregio is vastgesteld en waarin eveneens staat dat voor Prinsenbeek tot het jaar 2005 geen woning
bouwlocatie is weggelegd aan de noordwest-kant daarvan en dat dat gebied op exact dezelfde wijze als
het gebied in 'de Rith' kan worden ingericht; desgewenst voor glastuinbouw tot een omvang van twee
hectaren. Dit betekent dat, zoals steeds de bedoeling is geweest, niet gekozen is voor grootschalige
tuinbouwconcentraties. In het centraal stedelijk gebied is daarvan nooit sprake geweest, maar op basis
van het uitwerkingsplan kunnen voorbereidingen gemaakt worden; stappen verder gezet worden op de
zaak waarop al lang wordt gewacht: het bestemmingsplan buitengebied. En in dat kader is het dus
mogelijk om de glastuinbouwbedrijven aldaar uit te bouwen, desgewenst tot twee hectaren. Naar
aanleiding van de persberichten waarnaar de heer Geuze heeft verwezen, geven die geen aanleiding tot
directe obstakels.
In de brief van het college van gedeputeerde staten aan de gemeente Breda - en waarvan ook spreker
kennis heeft kunnen nemen - wordt gesproken over ontwikkelingen, zoals die permanent in een
beleidsproces plaatsvinden. Daar wordt gerefereerd aan rijksontwikkelingen waarbij in continu proces
beraadslagingen plaatsvinden over de vraag of er extra woningbouw moet komen in Nederland en waar
die dan moet komen. Hij verwacht dat de voorbije week het formele kader, na een discussie van zo'n
drie jaar, is vastgesteld, en dat is het uitwerkingsplan voor de stadsregio. Daarin heeft de gemeente
Prinsenbeek geen taakstelling. Nog deze middag heeft hij een vergadering gehad met de gemeenten
gelegen in het centraal stedelijk gebied, over de uitwerking van de Vinex-locatie en in dat kader is ook
niet gesproken over de ontwikkeling van de locatie in Prinsenbeek voor woningbouw. Beleefd is
kennisgenomen van de activiteiten zoals die in andere gemeenten gaan plaatsvinden vanaf het moment dat
gedeputeerde staten officieel hebben vastgesteld het uitwerkingsplan voor de stadsregio.
Na daartoe het woord te hebben gekregen, zegt mevrouw Dicou graag aan de orde te willen stellen punt
e. van de ingekomen stukken, een brief inzake de afstemming van het autosportbeleid op het beleid van
de K.N.A.F.
Haar fractie zou graag zien dat er een eenduidigheid van beleid zou komen ten aanzien van allerlei
evenementen waarbij geluidsoverlast kan optreden, maar dat daarbij naar haar mening wel een bepaalde
mate van vrijheid moet blijven, omdat niet geleefd wordt in een steriele maatschappij. Over wat de een
als geluidsoverlast ervaart kan een ander de schouders ophalen of er zelfs mogelijk van genieten.
Niettemin zou haar fractie graag zien dat er eenduidigheid van beleid ten aanzien van deze zaken zal
komen.
Ten aanzien van punt n., de brief van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake
uitspraak met betrekking tot het door de gemeente ingestelde beroep tegen de afwijzing van het verzoek
in aanmerking te komen voor algehele aanpassing en ingrijpend onderhoud van openbare basisschool
Apollo, vindt haar fractie het jammer dat, ondermeer door de huidige wetgeving - en dan doelt
spreekster op de financiële gelijkstelling tussen het openbaar en het bijzonder onderwijs -, op dit moment
een belemmering aanwezig is om te komen tot een nieuwe openbare school, waarbij haar fractie denkt
aan mogelijke nieuwbouw in het nieuwe uitbreidingsplan 'de Neel'. Haar fractie verzoekt het college om,
als zulks wel mogelijk zou worden als gevolg van - bijvoorbeeld - wijziging van de wetgeving, initia
tieven in die richting te ontwikkelen.
Naar aanleiding van de eerste opmerking van mevrouw Dicou, refereert de voorzitter naar de opmerking
die hij ook heeft geplaatst tijdens de laatstgehouden vergadering van de commissie algemeen bestuur.
Toen is geconstateerd, dat er vorig jaar een rechterlijke uitspraak is geweest met betrekking tot - negatief
geformuleerd - milieuhinderlijke sportactiviteiten. Het college streeft ernaar, in overleg met de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten, zo snel mogelijk tot eenduidig beleid te komen. Hij verwacht
dat er met marges mogelijkheden moeten zijn, zij het met klem 'met marges'.
Ten aanzien van de tweede opmerking van mevrouw Dicou, antwoordt de heer van Geel dat, indien er
geen wettelijke en geen financiële belemmeringen zijn om de huidige Apolloschool te verplaatsen naar
een modern gebouw in een nieuwe woonwijk, het college van die mogelijkheden dankbaar gebruik zal
maken.