eigen risico, valt dat risico vooraf moeilijk in te schatten, omdat nooit bekend is welke claims tegemoet- gezien kunnen worden. Wat ook niet mogelijk is, is het relateren aan het verleden omdat toen een ander juridisch stramien van kracht was. Het is nu zo, dat in het kader van de huidige wetgeving de claims naar de gemeente almaar hoger worden. Ook de burger weet steeds beter de weg richting gemeente te vinden. Hij is dan ook van mening, dat met het onderhavige voorstel een voor de gemeente goede zaak is gedaan, namelijk het lopen van weinig eigen risico tegen een aanvaardbare premieverhoging. De tijd, verstreken tussen het moment waarop de brief van Centraal Beheer is ingekomen en de behandeling daarvan in de gemeenteraad, is inderdaad vrij lang geweest. In het verleden is het echter meerdere malen voorgekomen dat zaken, waarover het college op korte termijn een beslissing moest nemen, later via een begrotingswijziging werden 'ge-plust' en 'ge-mind'. Omdat met name in de commissie financiën - in het bijzonder door de heer Geuze - diverse malen is aangedrongen op een tijdige informatieverstrekking aan de gemeenteraad, heeft het college gemeend, via dit voorstel, aan dat verlangen tegemoet te moeten komen. Om dan achteraf het verwijt te krijgen dat de zaak te laat bekendgemaakt werd, acht hij niet terecht. Het is hem bekend - zo vervolgt hij - dat men het in dit vak niet zo snel goed doet, daar streeft hij ook niet naar, maar hij wenst het wel uitgesproken te hebben. Met betrekking tot de vraag van de heer Geuze over de 'en/en'- of 'of/of'-situatie antwoordt spreker, dat het bedrag van 188,- per uur wordt aangeboden voor claims die de gemeente door Centraal Beheer wil laten afhandelen. Ook valt dat af te kopen door een verhoging van de premie, in dit geval een bedrag van 1.181,—. Nogmaals, in algemene zin vindt spreker dat het voorstel de voor de gemeente beste keuze inhoudt. Waar gesproken is over de mogelijkheid te komen tot een onderlinge verzekering, deelt hij mede daar persoonlijk geen voorstander van te zijn. Bij een onderlinge verzekering liggen de risico's en aansprakelijkheden anders dan bij een andere verzekeringsmaatschappij. Spreker wenst echter wel toe te zeggen, voor het komende jaar alle punten nog eens goed op een rij te zetten en het resultaat daarvan via een voorstel aan de raad te zullen voorleggen. In tweede termijn zegt de heer van der Hilst. dat hem nog niet duidelijk is gemaakt of de aangegane verplichting voor een termijn van één jaar geldt en dat vóór het verstrijken van die termijn de notitie van het college tegemoet gezien kan worden. De heer Oomen bevestigt vervolgens dat het om een termijn van één jaar handelt. Overigens - zo vervolgt de heer van der Hilst - heeft hij van wethouder Oomen zojuist vernomen dat het hem bekend is dat men het in dit vak niet gauw goed doet en dat hij daar ook niet naar streeft. Het ware spreker liever geweest als hij daar wél naar streefde. Nadat de voorzitter tenslotte constateert dat geen van de andere leden in tweede termijn behoefte heeft het woord te voeren, stelt hij voor tot besluitvor ming over te gaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten. De heer Geuze zegt, dat, zoals gebruikelijk, aan het voorstel vooraf ging een adviesaanvrage aan de commissie die over dergelijke zaken advies uitbrengt. Bij eerste lezing was hij van mening met een simpele aangelegenheid van doen te hebben. Het handelt om een aanpassing van een bestemmingsplan ten behoeve van het bedrijf van de heer N.P. Baaij. In deze wereld is veel verboden, zo ook het plaatsen van apparatuur, die in eerste instantie op het dak van een bedrijfsruimte was geplaatst, in een groen strook die niet gelegen is binnen het toegestane bebouwingsvlak. Na zich nader in de zaak te hebben verdiept en na ontvangen te hebben een schrijven van de heer Baaij en van zijn raadsman, bekroop hem sterk het gevoel dat hier moet worden gesproken van een gedoogsituatie. Of men als bestuurder met dergelijke ontwikkelingen gelukkig moet zijn, is van een andere orde. De desbetreffende apparatuur is echter reeds in 1992 aldaar geplaatst. Volgens verkregen informatie, is hem gebleken dat sedert dat tijdstip van gemeentewege diverse malen ambtelijke controles zijn uitgevoerd. Bovendien, zo dat niet zou zijn gebeurd, dan verwacht hij dat in een gemeente als deze, bestuurders toch ook niet met oogkleppen lopen. Zijn vraag, mede gebaseerd op het feit dat de aangekondigde bestuursdwang door betrokkene aan - 7 - 8. Voorstel inzake een verzoek tot wijziging van het bestemmingsplan Buitengebied-Herziening Groenstraat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 66