bestuursdwang. Dat moet scherp geanalyseerd worden. Geagendeerd is, of er al dan niet medewerking verleend wordt aan een wijziging van het bestemmingsplan. Een bestemmingsplan op het gebied van de heer Baaij, gevestigd aan de Groenstraat nr. 99/b. Dat plan heeft een lange ontwikkelingsgeschiedenis achter zich; het bedrijf is daar historisch gevestigd, uitgegroeid, en er is - zoals hem verteld en ook gebleken is uit bestudering van de dossiers - jarenlang gediscussieerd om aldaar tot een bestemmingsplan te komen. Gelet op de ontstaansgeschiedenis, is dat bestemmingsplan nog maar vrij recent onherroepelijk geworden door een Koninklijk Besluit. Nu is het weer wel de verantwoordelijkheid van het college als van de gemeenteraad om, indien een bestemmingsplan is vastgesteld, ook de naleving daarvan ter hand te nemen. Hij denkt dat het bestemmingsplan van deze locatie, zeker in de zuidelijke richting, een substantiële mogelijkheid biedt om tot uitbouw van bedrijfsactiviteiten te komen. Dat heeft voor hem zwaar meegewogen toen in het college deze optie besproken is, namelijk het wel of niet medewerking verlenen om tot wijziging van het bestemmingsplan te komen. Wat gebeurt er nu? Relatief recentelijk is een bestemmingsplan onherroepelijk geworden en juist nu, na zo'n discussie van jaren, wordt geconsta teerd dat op een strook grond waarop dat nu juist niet mag, condensoren zijn geplaatst terwijl op andere locaties in het gebied wel volgens het bestemmingsplan die uitbreiding zou kunnen plaatsvinden. Als men zich dan moet afvragen wel of geen medewerking te verlenen, dan moet tegelijkertijd bedacht worden dat, als zo'n zaak nog bij de rechter zou komen, hoe men dan staat als men wel medewerking verleent, terwijl er nog voldoende ruimte was op het desbetreffende perceel, waarop heel legaal - binnen het bestemmingsplan - deze uitbreiding zou kunnen plaatsvinden. Juist door de ontstaansgeschiedenis van het bestemmingsplan Groenstraat 99/b, die heel lang heeft geduurd, heeft het college van burgemeester en wethouders, alles tegen elkaar afwegend, besloten de raad niet een voorstel tot wijziging van het bestemmingsplan voor te leggen. Het college vindt het haar verantwoordelijkheid, en het is naar zijn mening de verantwoordelijkheid van de gehele gemeenteraad, om, als een bestemmingsplan onherroepe lijk is geworden, toe te zien op de naleving daarvan. Vanavond ligt dus alleen voor, het voorstel aan de raad om geen medewerking te verlenen aan wijziging van het bestemmingsplan. Spreker zou, omdat dat eigenlijk het enige beslispunt is, daarover vanavond graag een besluit willen hebben. De zaak is naar voren gekomen naar aanleiding van een inspectie die de gemeente aldaar heeft verricht en waarbij geconstateerd werd dat buiten het bestemmingsplan in de groenstrook die condensoren zijn geplaatst. Naar aanleiding van een ingekomen klacht is een onderzoek ingesteld, naar sprekers mening ook bestuurlijk gezien de meest juiste weg, en toen is geconstateerd dat er een overtreding plaatsvond. In het kader van de milieuvergunning hebben er de afgelopen jaren ook intensieve contacten plaatsgevon den, maar na zulks geverifieerd te hebben bij de gemeentelijke medewerkers, is hij tot de conclusie gekomen dat er van de zijde van de gemeente nimmer tekenen zijn afgegeven die zouden kunnen duiden op gedogen. Hij vindt dan ook, dat een vrij recent bestemmingsplan, waarvan vervolgens geconstateerd wordt dat er een overtreding plaatsvindt, moet leiden tot de verantwoordelijkheid actie te ondernemen zoals die vanavond aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. Los van de juridische verantwoordelijkheid die moet worden genomen, wenst hij te benadrukken, dat hij vanuit stedebouwkundige optiek medewerking zou willen verlenen om als gemeente de mogelijkheden te bekijken of het mogelijk is het bedrijf aldaar, te verplaatsen. In veel dorpen in Brabant ziet men, dat bedrijven die daar historisch zijn geworteld, als gevolg van aangescherpte milieu-eisen voortdurend hebben moeten investeren, tot uitbreiding zijn gekomen en als gevolg daarvan weer meer hinder veroorzaakten voor de omgeving. Binnen het college van burgemeester en wethouders is de afgelopen week afgesproken dat, ook in financiële zin, de bereidheid aanwezig is een bijdrage te verstrekken, teneinde een onderzoeksinstituut de mogelijkheden daartoe te laten verkennen; zowel voor dit bedrijf als voor een andere locatie binnen de gemeente. Wat dat betreft bestaan er binnen het college serieuze plannen daaraan mee te werken, maar naar zijn mening laat dat onverlet de bestuurlijke verantwoorde lijkheid met betrekking tot handhaving van door de raad vastgestelde bestemmingsplannen. In tweede termijn zegt de heer Geuze, dat het betoog van de voorzitter bijzonder overtuigend geklonken heeft en dat het dat ook is. Ook voor wat betreft de bestuurlijke kant van de zaak. Het al dan niet toepassen van bestuursdwang is een zaak van het college, zij het dat daarover tijdens deze vergadering aan het college inlichtingen gevraagd kunnen worden, maar in dit stadium - zo zegt hij - heeft hij daaraan geen behoefte. Spreker is van mening, dat het uitgangspunt dat de raad deze avond uitsluitend heeft te beslissen over het verzoek tot wijziging van het bestemmingsplan, voor het college geen probleem behoeft op te leveren om die beslissing niet vanavond reeds te nemen, maar de elementen waarover mevrouw Hoelen ook reeds gesproken heeft, tijdens de komende commissievergadering nog - 9 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 68