zijn mening geen consequentie aan verbonden is. Op verzoek van zijn fractie is toepassing gegeven aan analoge uitvoering van de verwijzingsbepaling van wetsartikelen over de commissies naar eerdere artikelen die bij de gemeenteraad thuis horen en als gevolg daarvan is de mogelijkheid teruggebracht tot één lid en hier staat twee leden. Het verzoek is nu, de mogelijkheid te bieden, dat ook één lid van de commissie het verzoek kan doen een vergadering bijeen te roepen. Zowel de bestaande verordening als het ontwerp dat voorligt, houdt in dat de gemeentesecretaris een ambtenaar als secretaris van de commissie aanwijst en de vervanging regelt. Regels zijn er - naar de mening van zijn fractie - om nageleefd te worden, en in het geval die regels niet juist blijken te zijn dienen zij veranderd te worden. Derhalve luidt zijn vraag, waarom B W deze aanwijzing hebben gedaan. Deze vraag is ingegeven door de zorg over de toch al zware taak van het college. Bovendien, door niet te doen wat niet gedaan moet worden blijft er tijd over om beslissingen te nemen die nodig zijn. Met betrekking tot de verslaggeving van de commissievergaderingen, waarbij al vooruit is gelopen op de nieuwe werkwijze, heeft zijn fractie nog enkele wensen die vooral in relatie staan tot de informatieverstrekking en betrekking hebben op de herkenbaarheid. Dat geldt vooral ook voor de abonnementhouders en voor anderen die de stukken ontvangen. Hij stelt zich voor op dat punt nog eens terug te komen in de commissie algemeen bestuur. Afsluitend - zo zegt hij - stemt zijn fractie in met het ontwerp mits zij een antwoord krijgt op haar vragen waarmee zij genoegen kan nemen. De heer van der Hilst zegt dat, in tegenstelling tot hetgeen namens de VVD verwoord is, de wensen die bij zijn fractie leefden niet gehonoreerd zijn. Zijn fractie had ook niet zoveel wensen, maar de belangrijkste wens met betrekking tot dit voorstel was toch wel dat er in plaats van vier commissies, drie commissies voor advies aan het college van burgemeester en wethouders zouden komen. Die commissies zouden dan in relatie moeten staan tot de nieuwe organisatiestructuur waarin ook drie sectoren worden onderscheiden. Er is inmiddels een taakverdeling ontvangen, ook voor de collegeleden, waarvoor dank. Ondermeer is nu duidelijk geworden dat wethouder van Geel het homo-beleid in zijn portefeuille heeft en spreker vraagt zich af welk deel van zijn weektaak hij daarmee bezig is. Een andere wens van zijn fractie betrof de openbaarheid van de commissies voor niet-raadsleden. Zijn fractie is van mening dat partijen zelf moeten kunnen bepalen of zij vanuit die partij een ander iemand in de commissie kan laten plaatsnemen. Helaas is ook die wens niet overgenomen. Ten aanzien van artikel 13, lid 9, vraagt hij het college wat verstaan moet worden onder 'in de regel'? Moet daaronder worden verstaan 'regelmatig' of moet dat anders worden opgevat, namelijk dat vergaderingen in de regel een tijdsduur van drie uur niet overschrijden? De voorzitter vangt zijn beantwoording aan met verwijzing naar de vraag van mevrouw Hoelen over wélke onderwerpen in de commissie besproken dienen te worden en wélke in de gemeenteraad. Spreker wijst erop dat volgens de commissieverordening zoals die thans voorligt, als taak voor de commissie in artikel 2 staat omschreven dat de commissies adviseren aan het college van burgemeester en wethouders, omtrent ontwerp-voorstellen aan de raad en omtrent andere zaken waarover advies wordt gevraagd. Zij kunnen ook ongevraagd adviseren over zaken die tot het taakgebied van de desbetreffende commissie behoren. Spreker benadrukt dat het hier een brede definitie betreft en dat de raad respectievelijk commissie zelf bepaalt op welke wijze daaraan inhoud wordt gegeven. Hetgeen voor de één een technisch aspect betekent kan voor een ander een politiek 'hot issue' zijn. Zo ook met betrekking tot de financiële kant van de zaak. Datgene wat voor de een financieel van belang is, kan voor de ander een bijzaak zijn. Primair bepaalt de raad wat de hoofd- en bijzaken zijn. Hij wil er wel op wijzen dat het college getracht heeft een relatie aan te brengen met de discussie die gevoerd is over datgene wat besproken wordt in de gemeenteraad of in de commissievergadering, juist ook om het primaat van de discussie terug te brengen in de plenaire raadsvergadering. Daartoe zijn enkele handvatten aangegeven, maar het is steeds aan de raad zelf, aan de raadsleden in de commissie, om aan te geven wat zij zelf als hoofd- en bijzaken achten. Hij is van mening dat het onzuiver zou zijn als de commissievoorzitter daarin zou treden. Anderzijds is het zo dat, als er een doublure ontstaat van een commissievergadering en een raadsvergadering, zulks de levendigheid niet ten goede zal komen. Het college is van mening dat het tot de verantwoordelijkheid van de raad behoort te bepalen op welke wijze de ordening dient plaats te vinden van datgene wat in de commissie- of raadsvergadering behandeld moet worden. Ten aanzien van de positie van de commissie financiën heeft het college getracht aan te geven dat financiële aspecten van - bijvoorbeeld - de welzijnsportefeuille door de commissie welzijn worden behandeld. Dat laat onverlet dat wethouder Oomen bewaakt de algemene financiële problematiek en om die reden kan hij zich voorstellen dat het ook in de commissie financiën op prijs wordt gesteld -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 6