meters worden. Anderzijds blijft haar fractie kritisch ten aanzien van dit voorstel omdat bij haar de angst leeft dat een dergelijk beleid bepaalde ongelijkheden schept naar de verenigingen. Haar fractie gaat akkoord met het voorstel maar wenst dat in de toekomst dergelijke voorstellen zodanig worden bezien dat een duidelijk beeld ontstaat over wat de ene vereniging ontvangt en wat de andere. Ten slotte vraagt zij het college om de accommodatie netjes in te passen in het landschap. De heer De Craen deelt mede, te willen beginnen met het uitspreken van de gevoelens die er bij zijn fractie leven naar aanleiding van dit voorstel. Een van de fractieleden zei namelijk dat 'het eigenlijk een eer is om aan de oudste actieve vereniging van Prinsenbeek dit te kunnen aanbieden.' Zijn fractie is het daar van harte mee eens. De handboogsportvereniging krijgt hierdoor een goede accommodatie tussen de andere sportverenigingen op het sportpark De Heikant. Zijn fractie gaat dan ook akkoord met het voorstel om een recht van opstal te verlenen ten behoeve van het desbetreffende perceel. Met de retri butie hiervoor - op jaarbasis f. 640,- - gaat zij ook akkoord. Het CDA verzoekt het college vervolgens, om de procedure rond de bestemmingsplanwijziging nog meer te activeren in die zin dat de zaken snel geregeld kunnen zijn. Ook bij dit voorstel is de zelfwerkzaamheid van de vereniging goed uit de verf gekomen. Het krediet ten bedrage van f. 50.000,— als investeringssubsidie voor deze vereniging, geniet de instemming van zijn fractie. Zijn fractie wenst de handboogsportvereniging veel succes en zij hoopt dat het ledenaantal snel zal toenemen. In zijn beantwoording zegt de heer Oomen, dat tijdens de commissievergadering inderdaad geopperd is de handboogsport in te passen in het nieuwe welzijnsgebouw. Het zal echter duidelijk zijn, dat het gevraagde bedrag nimmer toereikend zou kunnen zijn voor het onderbrengen van deze activiteit in een nieuw multifunctioneel welzijnsgebouw. Het is juist de kracht van dit voorstel, dat voor een relatief klein bedrag een volwaardige accommodatie geschapen kan worden voor de handboogsport; in een nieuwe welzijnsaccommodatie zou dat nooit mogelijk zijn. Zich vervolgens richtend tot de VVD-fractie, zegt spreker dat mogelijke overlast bestreden zal worden door toepassing van de regels van de APV. De angst voor het ontstaan van Ulvenhoutse toestanden behoeft er naar zijn mening niet te zijn. Alvorens wordt overgegaan tot het uitbetalen van de investeringssubsidie, zal duidelijk aantoonbaar moeten zijn wat op dat moment gerealiseerd is van de plannen. Wel dient daarbij in acht te worden genomen het feit dat het gemeentebestuur niet als bouwheer optreedt en dat het bouwen voor een groot gedeelte zal plaatsvinden door de verenigingsleden. De kracht van het voorstel is juist dat de leden van de vereniging door zelfwerkzaamheid veel tot stand kunnen brengen wat de gemeente anders aan derden zou hebben moeten uitbesteden. Hierna richt spreker zich tot de PvdA-fractie, waar deze gesproken heeft over mogelijke ongelijkheid in behandeling. Hij begrijpt dit niet. Het beleid van de gemeenteraad is altijd geweest om eenderde deel van de te plegen investering te subsidiëren. Daarover handelt het hier exact en om die reden ziet hij niet in waarom er sprake zou zijn van ongelijkheid in behandeling. Het aantal leden van een vereniging en de hoogte van de investeringen die zij doen, kunnen nooit met elkaar worden vergeleken. Als voorbeeld verwijst hij naar het verschil tussen het meedoen aan de autorally van Monte Carlo of aan de wielerronde van Prinsenbeek. Beide evenementen hebben een sportieve bezigheid in zich, maar het ene vereist een fiets en het andere wat meer. Zich vervolgens wendend tot de fractie van het CDA, is spreker de mening toegedaan dat het een mijlpaal in de geschiedenis van deze - bijna 150 jaar oude - vereniging betekent, eindelijk over een eigen onderkomen te kunnen beschikken. Hij heeft ook de hoop dat, als gevolg van dit nieuwe onderkomen, het aantal jeugdleden van de vereniging zal toenemen. Bij de vereniging bestaat namelijk de indruk, dat bij de ouders van aspirant-jeugdleden een zekere drempel bestaat om hun kinderen lid te laten worden vanwege het feit dat de activiteiten worden aangestuurd vanuit een horeca-onderneming. Ook wat dit betreft is er sprake van een belangrijke verbetering ten opzichte van de oude situatie. In tweede termijn vraagt de heer Franken welke gedachten er - met name bij mevrouw Dicou - leven over het mogelijk medegebruik door andere verenigingen, van de te bouwen handboogsportaccommoda tie. Het lijkt hem dat deze vorm van sport, gezien de daaraan verbonden gevaarlijke aspecten, zich niet leent voor combinatie met andere gebruiksvormen. Mevrouw Dicou zegt, dat zij de tweede termijn inderdaad had willen benutten om de portefeuillehouder te wijzen op het feit dat hij haar vraag over medegebruik nog niet beantwoord heeft. Het gaat er haar niet om, direct een vereniging te noemen maar meer om een juridische basis op te nemen zodat er mogelijkheden zijn dat die hal gebruikt kan worden door andere verenigingen. Zij neemt namelijk aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 11