stemmen - dus met grote meerderheid - aangenomen. In een gezamenlijke publikatie hebben de
raadsfracties van het CDA, de VVD en de PvdA, onze bevolking huis- aan-huis heel duidelijk laten
weten waarom Prinsenbeek eensgezind en niet verdeeld verder moet vechten voor behoud van zelfstan
digheid. Daarvoor moeten opnieuw, en alleen maar tal van keren succesvol gebleken sterke argumenten
worden gebruikt. Alleen die, en alleen die unaniem te volgen strategie is de enig juiste voor de door
iedereen gewenste goede afloop. Ik herhaal, dat uitsluitend unanieme ondersteuning van die strategie
vereist is om het mogelijk te maken dat u, mijnheer de voorzitter, als onze eerste burger bij uw verdere
inzet - die tot nu toe steeds prijzenswaardig te noemen is - en aanpak voor het behoud van zelfstandig
heid, niet belemmerd wordt door een fnuikend werkende verdeeldheid. En om de al genoemde redenen
en ter voorkoming van een aantal, ook openbaar gemaakte, averechtse effecten kan het verzoek tot het
houden van een referendum niet worden ingewilligd. Met hun instemming kan ik, mijnheer de
voorzitter, verklaren namens de raadsfracties van het CDA, de PvdA en de VVD dat dit referendumver
zoek niet moet worden ingewilligd. En daarvoor is een gemotiveerde afwijzing neergelegd conform
hetgeen wij de bevolking hebben kenbaar gemaakt in een hierbij ingebracht ontwerp-raadsbesluit en de
tekst daarvan, mijnheer de voorzitter, is u tijdig vóór de vergadering terbeschikkinggesteld en ook aan
alle andere raadsleden, ook die van Gemeenschapsbelang.
Mijnheer de voorzitter, het voorgaande gezegd hebbend namens de indieners van het ontwerpbesluit en
in eerste termijn, wil ik daar namens de VVD-fractie het volgende aan toevoegen.
Allereerst in het algemeen de vraag: wel of geen referenda?
Voor het houden daarvan hebben wij nogal wat reserves. Immers, ons democratisch bestel is niet zomaar
sinds lang gebaseerd op beslissingen van volksvertegenwoordigers. Dat is een idee van democratie.
Volksvertegenwoordigers, die voor een bepaalde tijd worden gekozen. En die worden niet gekozen om
zonder onderbouwing en op basis van emoties algemene belangen te behartigen. Dat moet gebeuren na
evenwichtige afweging daarvan. En kiezers geven vertrouwen op basis van partijprogramma's. In
Prinsenbeek gebeurt dat al sinds jaar en dag met een te prijzen grote opkomst. De in onze gemeenteraad
vertegenwoordigde partijen hebben zonder onderscheid allemaal in hun vaandel staan: behoud van
zelfstandigheid. En niets anders. Kiezers, op wie ze ook stemden, mogen erop rekenen dat alleen
daarvoor met alle kracht wordt gestreden. Niet om strijdend ten onder te gaan - zoals ten onrechte de
kop in De Stem luidde na de nieuwjaarstoespraak van u, mijnheer de voorzitter -, nee, om strijdend niet
ten onder te gaan. Toen hier vorige maand over de noodzakelijke eendracht bij die strijd werd gesproken
en naar de houding van Gemeenschapsbelang ten aanzien van een referendum werd gevraagd, speelde de
heer Franken eerst de vermoorde onschuld. "Het was maar een peiling van het bestuur van Gemeen
schapsbelang" en eenzelfde houding nam de toen afwezige fractievoorzitter van GB bij een andere
gelegenheid aan. Dat gebeurde in de werkgroep Bestuurlijke Ontwikkelingen die bestaat uit de leden van
B&W en de fractievoorzitters. Die werkgroep kwam regelmatig om heel begrijpelijke redenen niet
openbaar bijeen voor gezamenlijke tactiekbepaling, uitgaande van een gezamenlijk doel. Nooit heeft in
die werkgroep de heer Schreiner het voorstel tot het houden van een referendum gedaan. En door de nu
gespleten opstelling heeft GB ervoor gezorgd - en dat is allerminst een compliment, integendeel - dat die
werkgroep niet meer kan functioneren en u, mijnheer de voorzitter, als burgemeester in een weinig
benijdenswaardige positie bent gemanoeuvreerd.
Een ander punt is, dat, zonder een eigen standpunt kenbaar te maken, B&W in hun voorstel hebben laten
weten de beslissing op het referendumverzoek over te laten aan de raad. Met begrip voor de positie van
de burgemeester - hij wordt geacht boven de partijen te staan - hebben wij er toch moeite mee dat B&W
die opstelling hebben gekozen. En afgaande op de te veronderstellen uitslag van de straks te houden
hoofdelijke stemming over het voorgelegde concept-raadsbesluit, in een voor Prinsenbeek zo cruciale
zaak, vragen wij ons af hoe eendrachtig collegiaal het college daarna verder kan functioneren. En dan
om niet alleen maar over deze zaak te spreken. Op onze vraag willen wij antwoord, waarbij wethouder
Van Geel naar onze mening niet zal kunnen zwijgen. En in samenhang daarmee, mijnheer de voorzitter,
staan wij erop dat deze keer - dat is namelijk procedureel onjuist - geen stemverklaringen na de
stemming worden afgelegd. Voor het overige hebben wij op dit moment geen behoefte om mee te doen
aan een welles-nietes-spelletje. Toch wil ik, in deze eerste termijn, op enkele punten uit het betoog van
de heer Schreiner reageren. Straks kunnen wij, in de tweede termijn, interrumperen en ik hoop dat het
een levendige zaak zal zijn die de duidelijkheid ten dienste komt.
De heer Schreiner heeft een aantal dingen beweerd waarvan ik in een eerste reactie zeg dat die volkomen
onjuist zijn. Bijvoorbeeld - en dat stoorde mij toch wel erg -, dat hij suggereert het eigenbelang van