raadsleden, niet zijnde vertegenwoordigers uit de kring van Gemeenschapsbelang mag ik aannemen. Hoewel ik daar wel een bepaalde andere mening over heb. Want was het niet de heer Schreiner die - over eigen belang gesproken - namens Gemeenschapsbelang heeft gesondeerd bij de andere fractievoor zitters om het mogelijk te maken dat er een wachtgeldregeling komt voor de hier zittende raadsleden wanneer onze gemeente zou worden opgeheven? Over zakkenvullerij gesproken! De heer Schreiner zegt, dat uw college geen tijd, energie en geld meer moet besteden als het referendumverzoek wordt verworpen. Hij stelde dat, mede namens het bestuur van Gemeenschapsbelang. En dan vraag ik mij af: hebben de heer Schreiner en zijn bestuur dan gelijktijdig met de actie volmachten gekregen van degenen die hun handtekening hebben geplaatst om tot een dergelijke uitspraak te kunnen komen? Het lijkt mij van niet. En sprekend over die zeven procent die onze bevolking mogelijkerwijs deel gaat uitmaken van een nieuwe gemeente Breda, dan krijgt Prinsenbeek minder dan drie zetels in de nieuwe gemeenteraad van Breda. En dan refereer ik, mijnheer de voorzitter, aan uw woorden: als die situatie zich gaat voor doen - hetgeen wij niet hopen -, dan is er een nieuwe situatie en dan maken wij deel uit van die nieuwe gemeente en dan zijn er geen raadsleden voor Prinsenbeek, dan zijn er alleen raadsleden voor de nieuwe gemeente. Dat geldt ook voor gemeenten in onze omgeving die - in een aantal gevallen zelfs vrijwillig - tot een fusie overgaan. Deze voorstelling van zaken is temeer onjuist omdat raadsleden moeten opkomen, volgens grondwet en gemeentewet, voor het belang van de gemeente en niet voor het belang van een wijk. Ik heb weinig zin om er in eerste termijn verder op in te gaan, maar zo nu en dan lukt het mij wel om ook de lachers in deze zaal - zelfs bij erge dingen - op mijn hand te krijgen. Vorige keer, bij de behandeling van de najaarsnota, sprak ik over tranen die ik moest laten zonder een verkoudheid en ik had ook tranen van vreugde. De portefeuillehouder, de heer Oomen, dacht dat ik een janker was; dat ben ik dus niet. Ik zal geen traan laten als Gemeenschapsbelang wordt opgeheven. Hierna geeft de voorzitter het woord aan de heer Van der Hilst die namens de fractie van de Partij van de Arbeid het volgende zegt: 'Voorzitter, eigenlijk zou ik er heel weinig woorden aan willen vuil maken en zeggen dat wij het helemaal niet mee eens zijn met het houden van een referendum, om vervolgens over te gaan tot de orde van de dag en onze energie en tijd te besteden aan werkelijk belangrijke zaken. We worden echter gedwongen om hierover toch het een en ander te zeggen. De Partij van de Arbeid is vanaf het begin tegen het houden van een referendum in het kader van de zelfstandigheid geweest. Niet omdat wij tegen het houden van volksraadplegingen zijn; verre van dat. Maar wij hebben heel duidelijk vanaf het begin aangegeven dat een referendum in deze zaak op dit moment niet past. Waarom niet? Op de eerste plaats omdat een referendum pas gehouden moet worden als je daarmee ook als bestuursorgaan iets kunt. Dat is in dit geval niet; over de zelfstandigheid wordt niet in Prinsenbeek beslist maar in Den Haag. Je moet het ook niet gebruiken om open deuren mee in te trappen. Gemeenschapsbelang kan wel zeggen dat zij daar misschien aan twijfelen, maar als je aan het oordeel van de bevolking twijfelt zou je zeker geen referendum moeten houden als je denkt dat misschien een grote meerderheid vóór de opheffing van Prinsenbeek is. Wij menen wel te weten hoe de bevolking daarover denkt; wij durven onze hand in het vuur te steken als we zeggen dat negentig procent of meer vóór die zelfstandigheid zal zijn. Het heeft geen zin om dat nog eens expliciet te vragen. Maar dit tot daaraan toe. Wat ons veel meer stoort is het volgende. Alle partijen waren het erover eens dat er geen referendum zou moeten worden gehouden; dat dat in het belang was van de zelfstandigheid van Prinsenbeek. We hadden ook afgesproken dat het geen enkele zin heeft om te vragen bij welke gemeente men zou willen, want die vraag komt helemaal niet aan de orde. Het gaat er helemaal niet om of je zou mogen kiezen of je bij Zevenbergen, Etten-Leur of Breda wordt ingedeeld. Als er een herindeling komt - dat was vanaf het begin duidelijk - dan zou het Breda worden. Het gaat immers om versterking van de centrumgemeente en Etten-Leur is geen centrumgemeente. Het is dus een volkomen valse voorstelling van zaken om mensen het idee te geven dat ze ook nog zouden mogen zeggen bij welke gemeente zij ingedeeld zouden willen worden. Maar wij hebben vanaf het begin gezegd dat "wij gezamenlijk moeten optrekken. Het is een zeer belangrijke zaak; wij moeten die niet in de politiek trekken. Er moet ontzettend veel gebeuren en wij moeten dat zo goed mogelijk, zo eensgezind mogelijk, doen. Dus geen referendum." Alle politieke partijen hier aanwezig, waren het daarmee eens. En wat gebeurt er, wat schetst onze verbazing? Dat Gemeenschapsbelang begint met een referendum. In eerste instantie hebben zij zich nog verscholen achter het feit dat niet zij dat zouden zijn maar het bestuur van hun club, maar al gauw konden zij dat niet meer staande houden want in alle publikaties wordt nu geschreven Gemeenschapsbelang, waarbij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 21