de eerste plaats wil ik ingaan op het verzoek dat door de heer Van den Bliek - ondersteund door 1600
handtekeningen - is gedaan. Dat verzoek rammelt van alle kanten. In de eerste plaats is er een
vraagstelling aan het college gedaan om te komen met een ontwerpbesluit, nota bene over de gevolgen
van de herindeling. En dan bedoelt men vier vragen aan de bevolking voor te leggen. Dat kan helemaal
niet op deze manier. De referendumverordening is door deze raad vastgesteld. De inhoud daarvan
behoren ook de leden van Gemeenschapsbelang en het bestuur van Gemeenschapsbelang te kennen en als
er regels zijn dan moet je je ook aan die regels houden. Bijzonder gestoord heeft dus de laatste publikatie
over het eigenbelang. Bijzonder gestoord heeft ook de eerste publikatie van Gemeenschapsbelang, waarin
werd gesproken dat "als er maar voldoende mensen tekenen kan het worden afgedwongen." Men moet
eerlijk vertellen wat wel en wat niet kan. Als nu de vraag in dat verzoek niet meer luidt "kiezen tussen
Breda of Etten-Leur, maar geef maar aan, geachte kiezer, bij welke omliggende gemeente je wilt gaan",
dan kan ik misschien Gemeenschapsbelang helpen door ook Terheijden nog aan te bevelen. Die plaats is
vanavond niet genoemd maar die gemeente grenst ook nog steeds aan Prinsenbeek. De heer Schreiner
heeft gezegd, dat zij de mening van de bevolking niet kennen. Dat lijkt mij een heel goeie voor een
partij, een plaatselijke groepering, die zich siert met de naam Gemeenschapsbelang. Ik denk dat niet
alleen bij onze fractie, maar ook bij de andere fracties, en misschien bij een enkel lid van Gemeen
schapsbelang, wèl bekend is hoe onze bevolking hierover denkt.'
Bij interruptie zegt de heer Schreiner: 'Voorzitter, natuurlijk heb ik gezegd dat ik de mening van onze
inwoners niet ken. En ik ben ervan overtuigd dat ook de heer Geuze die niet kent want ook de heer
Geuze is net zo min als wij bij de mensen langs de deur gegaan om te vragen wat zij denken. Wel
hebben wij een enquête gehouden onder onze achterban en een informatie-avond gehouden, en daar bleek
de meerderheid wel hiervoor te zijn.'
'Daar was ik juist aan toe' - zo vervolgt de heer Geuze -, 'de heer Schreiner heeft gesteld dat er een
enquête is gehouden onder de leden van Gemeenschapsbelang; ik neem niet aan dat dat 1600 mensen uit
ons dorp zijn.
Bij interruptie zegt de heer Schreiner: 'Wel 1600 sympathisanten, als u de laatste uitslag bekijkt.'
Hierop zegt de heer Geuze: 'Dat is een conclusie die niet juist is; u kent de bevolking niet. En een
absolute meerderheid van die leden heeft zich uitgesproken niet voor een referendum - zoals ik aan
vankelijk dacht naar aanleiding van publikaties van uw zijde - maar voor een samengaan met Etten-Leur.
Ik dacht dat hier vanavond al voldoende tot uitdrukking gebracht is waarom dat al helemaal niet aan de
orde is. En bovendien, mijnheer de voorzitter, als je als groepering, net zoals de andere partijen in deze
zaal vertegenwoordigd, komt met de stelling dat Prinsenbeek zelfstandig moet blijven en dat we daar
alleen voor knokken, waaraan leent dan een groepering het recht om met de stem die veel andere kiezers
op hen hebben uitgebracht, daaraan een andere aanwending te geven? Maak dat de kiezers maar eens
duidelijk. Ik heb begrepen dat ze dat niet begrijpen en vandaar misschien ook de voorlopig onder voor
waarden aangekondigde opheffing van Gemeenschapsbelang. Over een andere vorm van opinie
onderzoek heeft de heer Schreiner ook nog een vraag gesteld. Dat mogen ze zelf doen, maar niet op
kosten van de gemeente; in ieder geval, ik betaal daar geen cent belasting voor en niemand uit onze
fractie. De heer Van der Hilst heeft al gesproken over de vraag van Gemeenschapsbelang of wij
handelen uit angst. Wij handelen niet uit angst, wij handelen als gekozen vertegenwoordigers die geacht
kunnen worden een juiste verwoording te geven aan wat mensen die ons hebben gesteund om deze plaats
namens hen in te nemen, goed te behartigen. Ik denk dat ik hiermee het meest belangwekkende naar
voren heb gebracht en daarmee sluit ik deze tweede termijn, wat mij betreft, af.'
Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan de fractie van de Partij van de Arbeid, de heer Van der
Hilst. Deze zegt: 'Voorzitter, net als in de eerste termijn sta ik voor het dilemma om maar niets te
zeggen of er toch nog maar enkele woorden aan vuil te maken. Ik kies dan toch maar voor het laatste,
omdat ik het heel moeilijk vind om er het zwijgen toe te doen en daarmee de indruk te wekken dat wij
het ook nog eens zouden zijn met Gemeenschapsbelang. Ik zal mij bewust proberen te beperken in mijn
betoog. De zelfstandigheid van Prinsenbeek is op dit moment zeer in het geding; we weten allemaal dat
die aan een zijden draadje hangt. Daar behoeven we geen geheim van te maken; we worden zeer ernstig
bedreigd. In zo'n proces mag je eigenlijk geen fouten meer maken als gemeente, want elke fout werkt
gelijk in je nadeel en het draadje dat er nog is is flinterdun. En nu is er toch weer een behoorlijke fout
gemaakt waarbij je jezelf moet afvragen: houdt het draadje nog of houdt het niet meer? Er is nu
verdeeldheid in de politiek ontstaan over dit belangrijke onderwerp waarvan we met elkaar hadden
afgesproken: hierover mag geen verdeeldheid ontstaan in de politiek. Is toch gebeurd! Erger nog, er is