verdeeldheid in het college. Dit werkt alleen maar in het voordeel van Den Haag. Ook daar zullen ze
lachen en zeggen: "kijk eens, moeten wij Prinsenbeek nog zelfstandig houden terwijl ze daar zo verdeeld
zijn over hoe ze dat willen doen en hoe ze dat moeten doen?" Dat vind ik de grootste fout die gemaakt
is. Daarnaast vind ik ook het geschonden vertrouwen een grote fout. Wij hadden het vertrouwen met de
vier fractievoorzitters, dat we op één lijn zaten, en dat vertrouwen is behoorlijk vernietigd, dat is er op
dit moment niet meer. Je kunt natuurlijk wel zeggen "oké, zand erover", maar het is moeilijk om dat
vertrouwen - wat we eigenlijk bitter hard nodig hebben de komende paar maanden - terug te winnen.
Alles of niets, erop of eronder. Om juist in deze fase van de herindeling te moeten concluderen dat die
onderlinge solidariteit er niet meer is. En dat stelt ons diep teleur.'
Hierna geeft de voorzitter het woord aan de fractie van het CDA namens wie mevrouw Hoelen het
volgende zegt: 'Mijnheer de voorzitter, in de eerste termijn heb ik ook al de argumenten namens mijn
fractie nog eens uitgelegd en ik heb duidelijk aangegeven waarom wij tegen dat referendum zijn. Ik wil
hier toch nogmaals benadrukken dat we heel erg onaangenaam verrast zijn door de suggesties die door
Gemeenschapsbelang zijn gedaan. Dat wij hier zitten om onze eigen belangen te dienen en niet het
belang van Prinsenbeek. Ik vind dat echt een onzindelijk verwijt en ik had dat echt niet in deze raadzaal
verwacht. Er is al van alles gezegd over de eenheid die doorbroken is, maar ik wil toch nog eens
oproepen om die onderlinge verschillen te laten varen en de handen ineen te slaan en ervoor te zorgen
dat, mocht die strijd om die zelfstandigheid te bevechten verkeerd aflopen, we dan toch in ieder geval
met alle vier de partijen samen proberen een aantal zaken hier heel goed te regelen. Daar worden we
naderhand op beoordeeld en ik denk dat de burgers geen enkel begrip hebben voor dit gekissebis.'
Bij interruptie zegt de heer Schreiner: 'Mijnheer de voorzitter, mag ik nogmaals benadrukken dat
Gemeenschapsbelang vóór de zelfstandigheid van Prinsenbeek is. Ik meen dat ik in mijn betoog ook
gezegd heb, mijnheer de voorzitter, dat wij willen meewerken aan het behoud van de zelfstandigheid van
Prinsenbeek. Daar blijven we achter staan. Wij hebben het echter op een andere wijze proberen te doen
en dat is ons niet gelukt.'
Bij interruptie zegt de heer Geuze: 'Mijnheer Schreiner, u hebt het zelf met uw actie, waarvan u eerst
niets afwist, volkomen verknald, zoals de heer Van der Hilst dat zojuist ook duidelijk onder woorden
heeft gebracht. En laat het de mensen die getekend hebben ook eens toch zich doordringen. Helpt u ze
daar maar eens een keer bij.'
Interrumperend zegt de heer Van der Hilst: 'Ik wil daaraan toevoegen, dat ik het toch wel tekenend vind
dat de heer Schreiner het nodig vindt om te zeggen dat hij achter de strijd voor behoud van zelfstandig
heid staat.'
Hierna zegt de voorzitter: 'Ik stel voor, de beraadslagingen te besluiten. Er zijn geen vragen gesteld aan
het college. Dan stel ik voor de gelegenheid te bieden om, voordat men tot stemming overgaat, een
stemverklaring af te leggen. Stelt een van de leden dat op prijs?'
De heer Geuze zegt: 'Voorzitter, u zegt "stemming", het college had geen voorstel dus ik neem aan dat
u het door ons in de beraadslagingen ingebrachte ontwerpbesluit in stemming gaat brengen.'
De voorzitter zegt: 'Dat maakte onderdeel van de beraadslagingen uit. Excuses dat ik dat niet gezegd
heb. Dan wil ik nu graag de gelegenheid bieden tot het afleggen van een stemverklaring.'
Hierna geeft hij het woord aan de fractie van Gemeenschapsbelang, mevrouw Reiinen. Deze zegt:
'Voorzitter, naar aanleiding van de motie die eerder vanavond al genoemd is, in de decembervergadering
door de drie andere partijen ingediend en die ik ook heb ondersteund omdat ook ik van mening was en
ben dat het initiatief in strijd was met de argumenten en het belang van Prinsenbeek, staat los daarvan
dat nu echter gebleken is dat 1600 kiezers te kennen hebben gegeven zich uit te willen spreken.'
Hierna geeft de voorzitter het woord aan de heer Franken die het volgende zegt: 'Voorzitter, woorden
van gelijke strekking zijn ook namens mij vanavond hier over tafel gegaan en ik wens heel duidelijk te
stellen dat ik niet de gepaste onschuld heb gespeeld, nee, het is een zaak geweest die door mij heel
duidelijk verwoord is. Ik vind het dan ook bijzonder jammer dat voor 1600 handtekeningen geen
draagvlak aanwezig is in deze raad. Ik betreur dat, maar ik leg mij neer bij een democratisch genomen
besluit.'
Hierna zegt de voorzitter: 'Ik wil even aangeven dat een stemverklaring het stemgedrag aanduidt met een
toelichting.'
Mevrouw Reiinen zegt: 'Als die van mij met duidelijk was: daarmee heb ik willen aangeven dat 1600
kiezers te kennen hebben gegeven zich te willen uitspreken en daarom wil ik, naar aanleiding van het
conceptbesluit zoals dat voorligt en waarbij verzocht wordt om afwijzend te beslissen, geacht worden
- 26 -