- 27 -
daarop te hebben tegengestemd.'
Vervolgens zegt de voorzitter: 'Ik wil even een opmerking maken over de orde. Volgens de referendum
verordening ligt dadelijk ter besluitvorming allereerst voor het voorstel van de heer Van den Bliek en
1600 anderen, tot het houden van een referendum. Vervolgens brengen we in stemming het voorstel dat
is ingediend door de heer Geuze, ondersteund door de fracties van de Partij van de Arbeid en het CDA.'
Nadat hij vervolgens gevraagd heeft of er nog andere leden zijn die een stemverklaring willen afleggen,
geeft spreker op diens verzoek het woord aan de heer Oomen. Deze zegt het volgende: 'Voorzitter, ik
wil een stemverklaring afleggen omdat de heer Geuze een vraag gesteld heeft - weliswaar niet aan mij
persoonlijk - over de mogelijke verdeeldheid binnen het college. Daarbij wil ik aantekenen dat het
duidelijk mag zijn dat ik tegen het houden van een referendum ben omdat ik van mening ben dat ik als
wethouder, als gekozen bestuurder van deze gemeente, heb te voldoen aan een uitspraak van de raad. Bij
meerderheid is gezegd dat we gezamenlijk tegen de herindeling zouden optreden en dan past het
natuurlijk niet - dan kan ik het niet voor mijn rekening nemen - om een dergelijke eenzijdige actie te
ondersteunen. Dat is mijn verklaring.'
Hierna stelt de voorzitter voor, over te gaan tot besluitvorming en zegt: 'Allereerst ligt voor, het verzoek
van de heer Van den Bliek en 1600 anderen tot het houden van een referendum. Wie is daar voor?
Na hoofdelijke stemming wordt het verzoek tot
het houden van een referendum met 5 stemmen
voor en 10 stemmen tegen (de fractie van Ge
meenschapsbelang met wethouder van Geel stem
men voor, de overige fracties en wethouder Oom-
en stemmen tegen) niet ingewilligd.
Hierna geeft de voorzitter op diens verzoek het woord aan de heer Geuze die het volgende zegt: 'Het
verzoek moet gemotiveerd worden afgewezen. Daarom hebben wij dit ontwerp als een beslissing op het
verzoek voorgelegd. Ik geef er derhalve de voorkeur aan dat, als antwoord op het verzoek, in stemming
wordt gebracht dit ontwerp-raadsbesluit. Als antwoord op het verzoek. Het moet namelijk gemotiveerd
gebeuren en daarna openbaar bekendgemaakt.'
De voorzitter zegt: 'Ik heb zojuist al aangegeven dat het tweede punt waarover we zouden besluiten het
voorstel van u is en dat is dus een toelichting op het afgewezen verzoek. Het voorstel is, van de heer
Geuze en de fracties van PvdA en CDA, om op deze wijze het afwijzen van het verzoek te motiveren. Is
dat juist?'
De heer Geuze antwoordt met te zeggen: 'Als besluit; als besluit op het verzoek.'
Waarna de voorzitter zegt: 'Er is al een besluit genomen om het verzoek niet te honoreren en u heeft dat
besluit gemotiveerd. Het voorstel is, om dat op deze manier in stemming te brengen als zijnde het
standpunt van de gemeenteraad.'
De heer Geuze zegt: 'Voorzitter, als ik dit even als punt van orde mag opvoeren, aan een hoofdelijke
stemming, nu dus de vingers zijn opgestoken en de neuzen geteld, daaraan heb ik geen behoefte meer.
Maar wat ik om procedurele redenen, omdat het verzoek gemotiveerd moet worden afgewezen, eigenlijk
voorrang had willen geven - omdat dit dus van verdere strekking is dan de inwilliging die de anderen
willen -: dit ontwerp-raadsbesluit als de afwijzing op het ingediende verzoek te beschouwen.'
Hierna zegt de voorzitter: 'Ik stel voor, dat in stemming te brengen. Wie is vóór het voorstel zoals het is
ingediend door de heer Geuze en anderen, om dit ontwerp-raadsbesluit te beschouwen als zijnde de
toelichting op het afgewezen besluit?'
Na hoofdelijke stemming wordt met 10 stemmen
vóór en 5 stemmen tegen (de fractie van Gemeen
schapsbelang met wethouder Van Geel stemmen
tegen, de overige fracties en wethouder Oomen
stemmen voor) ingestemd met het schriftelijk
opgestelde besluit en de daarin opgenomen moti
vering om op het verzoek voor het houden van
een referendum afwijzend te beslissen.