fractie van het CDA, mevrouw Hoelen. Deze deelt het volgende mede:
'Mijnheer de voorzitter, het onderwerp van de HSL is voor onze gemeente - en dat blijkt de laatste
weken nog eens heel erg duidelijk - van groot belang. Daarom is het niet voor de eerste keer, en zeker
ook niet voor de laatste keer, dat wij de HSL in onze gemeenteraad bespreken. Of de zaak zou een
onverwachte wending moeten nemen en de gehele HSL zou worden afgeblazen, of er zou een ander tracé
gekozen moeten worden. In het verleden hebben wij altijd duidelijk gesteld dat de CDA-fractie tegen de
aanleg van de HSL in Nederland is en in het bijzonder tegen een HSL langs de A16, dwars door de
bebouwde kom van onze gemeente. Wij zijn niet overtuigd van de noodzaak van de HSL en wij zijn zeer
bezorgd over de negatieve gevolgen voor bevolking, milieu en landschap. Daarom handhaven wij
onverkort ons standpunt: "Nee tegen het F-tracé." Wij realiseren ons echter ook wel, dat de lokale
overheden niet kunnen beslissen over de aanleg van een HSL in Nederland en over de tracékeuze en als
het kabinet - waar het nu nog op lijkt - gaat kiezen voor het F-tracé, dan moet ons inziens alles in het
werk worden gesteld om de nadelige gevolgen voor de bevolking en voor onze gemeente tot een
minimum te beperken. Daarom hebben wij indertijd, om voorbereid te zijn op de ongewenste eventuali
teit, varianten laten ontwikkelen. Eerst alleen, en later in samenwerking met Breda. Het CDA is erg
teleurgesteld over de reactie van de minister van Verkeer en Waterstaat op de Breda-Prinsenbeek variant,
tijdens het bestuurlijk overleg dat zij op 24 januari jongstleden voerde met de gemeentebesturen van
Breda en Prinsenbeek, en waarin zij meteen een kanttekening plaatste bij een verdiepte ligging. In het
schrijven van 26 februari stelt zij nadrukkelijk, dat naar haar mening verdiepte liggingen ter hoogte van
het station Breda-Prinsenbeek en Valdijk/Meester Bierensweg, niet te verantwoorden zijn. Wij hebben
absoluut geen begrip voor dat standpunt. De gemeenschappelijke verklaring van de F-gemeenten, stelt
nog eens nadrukkelijk dat zuinig, duurzaam en verantwoord met ruimte moet worden omgegaan. De
minister wil alleen maar zuinig zijn en wijst de Breda-Prinsenbeek variant als veel te duur van de hand.
Wij vinden dat korte-termijnpolitiek. Een HSL wordt voor een heel lange termijn aangelegd en daarom
moet, indien onverhoopt toch tot aanleg wordt besloten, ook voor een toekomstgerichte, duurzame inpas
sing worden gekozen. En dat kan ons inziens niet zijn een verhoogde ligging die een grote ruimtelijke
barrière opwerpt, dwars door de bebouwde kom van ons dorp. De Breda-Prinsenbeek variant is een
aanpassingsconcept waarmee ook op termijn de noodzakelijke condities voor de leefbaarheid en de
stedelijke samenhang effectief gewaarborgd kunnen worden. Daarom houdt het CDA onverkort vast aan
deze variant. Wij zijn blij dat in de voorliggende tekst van het raadsvoorstel ook aan die variant wordt
vastgehouden en wij zijn ook blij dat het zodanig is gewijzigd dat we toch aansluiten bij het standpunt
van de gemeenteraad van Breda van gisteravond en waartoe ook unanimiteit in deze raad bestaat. Omdat
het hemd nu eenmaal nader is dan de rok, en de Mark en de Aa of Weerijs toch wat verder weg liggen
dat ons station en de Valdijk en de Meester Bierensweg, vinden wij het een goede zaak dat in het
voorliggende besluit expliciet op de Prinsenbeekse knelpunten wordt gewezen. Omdat de kans bestaat dat
de aandacht van het departement zich in het vervolgoverleg vooral zal toespitsen op inpassing van het
station, verzoeken wij u, om in dat vervolgoverleg ook duidelijk te maken dat een verdiepte ligging van
het station onlosmakelijk verbonden is met de verdere doortrekking van de tunnel richting Valdijk/Mees
ter Bierensweg.'
Hierna geeft de voorzitter het woord aan de fractie van Gemeenschapsbelang namens wie mevrouw
Reiinen het volgende zegt:
'Voorzitter, om het verhaal hier kamerbreed te maken, kan ook ik mij aansluiten bij de drie voorgaande
sprekers. Naar aanleiding van het overleg dat in januari heeft plaatsgevonden met de minister - intussen
heeft zij al de benaming "wolf in schaapskleren" toegemeten gekregen; zelf vond ik het eerder een
"Zeeuws meisje" -, waarbij zij in feite niets te bieden had en op een goedkope wijze toch probeerde
consensus te bereiken; een consensus die in onze ogen nog niet het minimum inhoudt van wat wij hier
willen. Laat ik voorop stellen, dat ook mijn fractie nog steeds "nee" zegt tegen het F-tracé. Dat vanaf het
begin gedaan heeft om de redenen die hier eerder al diverse keren genoemd zijn: de negatieve effecten
voor het woon- en leefmilieu om nog maar te zwijgen over het feit dat, als rijkswaterstaat zou mogen
bouwen zoals zij dat wilde, dat ding ik weet niet hoe hoog hier in het dorp zou staan. Weer eens iets
anders dan het reuzenrad van de kermis. Verder verzoeken wij u toch duidelijk, om te blijven vasthou
den aan de Breda-Prinsenbeek variant, ondanks dat wij "nee" zeggen tegen het F-tracé, maar niettemin
niet de kop in het zand willen steken. Het al te snel loslaten van die variant - de heer Van der Hilst heeft
zojuist al verwezen naar het slappe aftreksel - zou bij de overlegpartner kunnen leiden tot de gedachte:
"als we ze nog een keer terugsturen met de boodschap: 'dat doen wij niet', misschien dat ze dan met nog
- 16 -