daarvoor over: vijfhonderd miljoen, en wij vragen ééndrietiende miljard. Kunnen we niet zoeken naar een evenwicht? Je kunt natuurlijk zeggen: "we houden steeds de discussie op scherp en we leggen alleen maar neer het hoogste bod." Ik denk dat daar tegenover staat dat je ook je minimumbod moet kennen. Het gaat erover dat je, denk ik, een bestuurlijk verstandige weg kiest en wij hebben dus gezegd: "laten we kijken hoe we de Breda-Prinsenbeek variant kunnen versoberen; op een manier dat het toch een integrale benadering is van: hoe gaan we door dat centraal stedelijk gebied heen?" We zitten met ondertunnelingen, maar om helemaal dogmatisch het gehele gebied te ondertunnelen? We hebben nog eens gekeken wat de effecten zijn in Prinsenbeek en op basis daarvan hebben we gekozen: een heel groot gedeelte ondertunneld, maar aan de zuidkant van de gemeente hebben we een klein stukje van die tunnel afgehaald en ik heb het idee dat dan langs de totale lengte een kwart van het dorp ondertunneld wordt en waar we er een stukje hebben afgehaald, daarvan hebben materiedeskundigen gezegd dat het effect op het leefklimaat daar geen hinder van ondervindt; dat dat verantwoord is. Ik ben best bereid om nog een keer de mensen van het ingenieursbureau, als u het op prijs stelt, die varianten van de eerste en de tweede Breda-Prinsenbeek variant nader voor u toe te laten lichten. Ik wil er ook op wijzen, dat weliswaar de presentatie deze week in De Zilverberk van het station misschien niet het allerscherpste plaatje liet zien, maar dat in ieder geval de gelegenheid geboden is, in het gemeentehuis van Breda, om door het bureau dat het alternatief heeft ontwikkeld, via heel scherpe sheets, zoals we die hier ook intern hebben en zoals die ook integraal in De Stem zijn afgedrukt, de bijgestelde Breda-Prinsenbeek variant te laten zien. Ik heb uit kostenoverwegingen gevraagd om iemand vanuit Breda dat te laten doen omdat het natuurlijk iedere keer een budgettaire aanslag op onze gemeente is. Maar in dit huis is materiaal beschikbaar waarin visueel gemaakt wordt hoe precies de Breda-Prinsenbeek variant uitwerkt op het gebied van Velsgoed, de Lunetstraat en de aanhakingen op de A16. Dat is heel scherp. We praten niet over wat mistige, slappe aftreksels op dat punt. Nu is dus de vraag, in welke situatie je geraakt na vanavond. Ik had eigenlijk aan het begin van de avond, nadat ik wat verrast was over het feit dat het ineens, in mijn beleving, helemaal anders moest, en waarbij ik zelf zorg had of de Beekse punten er wel voldoende inzitten, nu het vertrouwen dat we nu een stuk hebben dat we aan de minister kunnen voorleggen en waarvoor vanavond duidelijk consensus bestaat bij ons in de gemeenteraad. Ik denk dat het voorstel van uw raad is, dat ik nu met het gezag van de unanieme gemeenteraad op een uiterst actieve wijze het "nee" van u overbreng, dat ik dat uitdraag en dat ik mij tegelijkertijd ook actief aan het werk zet om te trachten acceptabele oplossingen voor onze gemeente verder in het overleg te realiseren. Ik realiseer mij mijn afhankelijkheidsrelatie, maar dat overleg kan alleen maar zijn gericht op de Breda-Prinsenbeek variant of op gelijkwaardige oplossingsmogelijkheden. Ik denk dat je op een gegeven moment dus ook moet constateren dat als je nu zegt: "we dragen actief uit dat we op dezelfde manier als Breda het 'nee' overbrengen, uitdragen, maar dat we daarnaast ook een verplichting op ons nemen, dat u mij actief aan het werk zet om met dit dossier verder te gaan." En waarom wil ik ermee verdergaan om de Breda- Prinsenbeek variant te bevechten? Dat heeft de volgende reden. Ik heb daar vandaag ook een signaal voor gekregen vanuit Den Haag. De situatie kan ontstaan dat, als je niet communicatief bent met de rijksoverheid, er een bestuurlijke impasse dreigt en dat de rijksoverheid zelf doorgaat. Het kan zo zijn - en er is een datum gepland: 17 maart moet de zaak in de ministerraad komen - dat als er geen overleg meer is met de rijksoverheid, het departement zelf haar visie vaststelt over de inpassing van de Breda- Prinsenbeek variant. Mijn voorstel zou zijn, dat u mij opdracht geeft om, gegeven het besluit zoals dat hier ligt, morgen een brief te schrijven samen met de gemeente Breda, om nieuw bestuurlijk overleg te vragen met de minister van Verkeer en Waterstaat. Dus dat we opnieuw naar Den Haag gaan, waarbij het succes van het gesprek niet moet worden afgemeten aan de duur van het gesprek, maar dat we nogmaals het standpunt van de gemeenteraad uitdragen: het woord "nee" en dat een paar maal actief noemen. Als u de brief van 26 februari leest, dan gaat het alleen maar om bindende afspraken die we maken over andere onderdelen dan de Breda-Prinsenbeek variant. En ik wil eigenlijk het risico niet aan, dat we daar zelf niet bijzijn. Mijn pleidooi is er toch op gericht - en ik lees dat ook in uw besluit - dat we zeker ook dit traject niet verloren laten gaan maar dat we verder actief doorgaan. En dat is misschien een verschilpunt met de gemeente Breda, maar ik lees in uw besluit dat we samen vinden dat we de Breda-Prinsenbeek variant - en dus niets anders - verder inbrengen in het overleg met de minister. En in tegenstelling tot wat zij schrijft - zij zegt: "geen verdiepingen op die locaties" - dat wij ons toch sterk maken in de komende weken, totdat de zaak in de ministerraad komt, om te kijken in hoeverre er zoveel mogelijk kan worden overgenomen van die Breda-Prinsenbeek variant. Dan kun je natuurlijk zeggen: "Ik meet u af als u terugkomt; of u honderd procent gerealiseerd heeft", maar dan wijs ik weer op de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 48