afhankelijkheidsrelatie die ik met de minister heb. Maar ik zou als ik u was, als gemeenteraad, er niet in
berusten dat u gewoon zegt: "alleen maar 'nee'." Het is eigenlijk een oproep dat ik actief met die
discussie kan doorgaan, met het dossier kan verdergaan, juist ook om een situatie te voorkomen waarbij
de minister eenzijdig de zaak overneemt, in de ministerraad behandelt en niet de Breda-Prinsenbeek
variant of niet onderdelen die essentieel zijn van de Breda-Prinsenbeek variant, overneemt. Als je er zelf
niet bij bent, kom je over zes maanden terug in de Tweede Kamer. Daar kun je óók op gokken. Je kunt
dus gewoon zeggen: "Blijf alleen maar 'nee' zeggen en tegen die tijd constateer je wat het ministerie zelf
heeft gedaan.Ik denk dat we beide situaties moeten trachten te beïnvloeden; dat we nu extra bestuurlijk
overleg moeten vragen vanwege de impasse die ontstaat. De minister vraagt aan ons bindende afspraken,
wij zeggen "nee", wij hebben onze zorg. Die zorg zou misschien nog verder verwoord moeten worden
als ik ook leden van de raad hier vanavond heb horen spreken. Er wordt ook duidelijk bij gezegd: "Die
Breda-Prinsenbeek variant - zo hoor ik ook mevrouw Hoelen vanavond zeggen - moet scherper in beeld
komen, scherper in beeld blijven." Dat is dan vervolgens een keus, om daar nu actief mee verder te
gaan, danwel dat je zegt: "je stuurt de zaak op, je wacht af wat de minister zelf doet en je gaat in het
najaar verder." Mijn voorstel zou zijn dat je beide situaties benut. Dat we nu, totdat de zaak naar de
ministerraad gaat, zo actief mogelijk daarmee verder- gaan, alleen met de Breda-Prinsenbeek variant - u
schrijft dat eigenlijk ook in het besluit zoals dat nu voorligt - en als dan de zaak uit de ministerraad komt
is er, denk ik, nog een heel traject met de Tweede Kamer, en ook die fase moeten we samen met Breda
a zo actief mogelijk benutten. Om tot een afronding te komen: ik constateer dat we, in mijn beleving, met
grote eenstemmigheid, ons nu toch gemeenschappelijk, op dezelfde wijze als Breda, keren tegen het F-
tracé, gelet op de grote effecten in de beide gemeenten; dat we specifiek de Beekse situaties verwoorden,
waarvoor ik mij verantwoordelijk voel om die specifiek in het overleg nadrukkelijk centraal te stellen;
dat u daarnaast ook als gehele gemeenteraad het college het huiswerk geeft om zich sterk te maken voor
de Breda-Prinsenbeek variant; dat ik ook graag tegemoet wil komen aan de opmerking van mevrouw
Reijnen om u vanzelfsprekend over iedere stap die we zetten te informeren. Ik heb dat ook na het
overleg van 24 januari, de dag erna al, aan de heer Van der Hilst toegezegd in de gemeenteraad. Voor
mij is het een vanzelfsprekendheid dat in elk overleg met verve wordt aangegeven dat juist bij ons, in de
gemeente Prinsenbeek, als enige plaats in Brabant, de punten zoals die hier in de overwegingen staan,
dat wij met die ernstige situatie zitten en dat dat juist rechtvaardigt ons "nee". Maar ik denk dat we met
alles wat in ons is, we toch, gelet op de signalen die ik vandaag vanuit Den Haag weer heb gekregen,
die Breda-Prinsenbeek variant in al zijn geledingen met de rijksoverheid verder zullen moeten bespreken.
Hierbij wil ik het in de eerste termijn laten.'
Hierna geeft de voorzitter het woord aan de heer Geuze die in tweede termijn het volgende zegt:
'Voorzitter, op de eerste plaats dank voor uw uitvoerige toelichting waarvan de inhoud ons - denk ik -
allen aanspreekt; zelfs met weinig verschil in nuances. Om even aan het eind te beginnen, u zegt: "van
mij mag de raad mij opdracht geven om op uiterst actieve wijze door te gaan om "nee" te zeggen tegen
het F-tracé met onverkorte handhaving daarvan, maar realistisch zijnde is dan in het conceptbesluit ook
neergelegd dat, voor het geval dat de Tweede Kamer onverhoopt kiest voor de aanleg van een HSL door
onze gemeente volgens het F-tracé, u zich dan zou dienen blijven in te zetten voor die maximale
inspanning op basis van de genoemde randvoorwaarden." Ik zeg, als eerste reactie, wat ons betreft krijgt
u die opdracht, en ik denk dat niemand daar bezwaar tegen zal hebben, omdat er ook niets denigrerends
in een opdracht zit want volgens het gemeenterecht is het college van B W belast met de voorberei
ding en de uitvoering van besluiten van de gemeenteraad, en de gemeenteraad zal straks - de unanimiteit
is er al - een uitspraak doen volgens het definitieve concept. Om voor het tegengaan van die onverhoopte
situatie zoveel mogelijk te bereiken, zult u, voordat in de Kamer die beslissing valt, ook actief moeten
zijn en ondersteunen wij de communicatieve contacten die u met het ministerie en de ambtelijke top
daarvan moet hebben om je eigen inbreng op de grootst mogelijke wijze daar te doen gelden. Ik denk
ook, hoewel u geen overlegpartner bent in de betekenis van partner - want dan doe je iets samen; er is
geen gelijkwaardigheid. Gelet op de twee ministers die hierover gaan is het op dit ogenblik een
matriarchale zaak, maar er is een Kamer die beslist. U bent dus geen overlegpartner in die betekenis, u
bent niet gelijkwaardig aan tafel maar u moet wel aan tafel kunnen komen. Het zou toch te gek zijn - en
dan hebben we ook nog kamerleden die daarover vragen kunnen stellen - als u - en volkomen ondersteu
nen we dat - bestuurlijk overleg vraagt om wat hier, in deze regio, zo zwaar weegt, omdat we misdeeld
worden - dat kunt u alvast zeggen, want ik heb aangehaald dat het geld waarschijnlijk ergens anders
wordt besteed - moet daar een open oor voor zijn, althans tijd voor worden gemaakt om u te ontvangen
- 20 -