/J
woonge
ile t ge
niet alleen uitsparen om een behoorlijke afscheiding te
hebben, maar vooral om de mogelijkheid open te houden
tot stichting van boerderijen aan de Zwarte Dijk. foor
Ir. G-ooden werd betoogd dat een polder voor dit gebied
noodzakelijk is en dat zowel dijk als bem&lingsgebied
binnen de gemeentegrenzen dienen, te liggen. Mede op ver
zoek van de toenmalige Burgemeester van Teteringen zou het
ontwerp grenswijzigingsplan zo vroeg mogelijk in de raad
van Teteringen worden behandeld. Hij wilde dit lisver niet
kort voor zijn afscheid.
Ha een informatieve bespreking van de gemeenteraadsleden
bleek dat men niet bereid was medewerking te verlenen
aan de geplande grenswijziging. Bij schrijven van 10 maart
1958 is zulks aan de Burgemeester van Breda medegedeeld.
Officieel is deze kwestie niet in een raadsvergadering
behandeld. Er is derhalve ook geen raadsbesluit.
Op 16 april is door Breda een verzoek bij de Kroon inge
diend er toe strekkende dat een voorstel van wet wordt
gedaan tot wijziging van de grens tussen de gemeente
Teteringen en Breda doch voor een belangrijk groter gebied
nl. +180 ha.
De motivering hiervan kent U welke is neergelegd in het
voorstel van B. en W. van Breda aan de Raad.
1. het ontwikkelen van het woongebied "de Hoge Vugt"
zoals dat in het structuurplan noodzakelijk geacht wordt,
vordert de bebouwing van een gebied van+160 ha., waarvan
ruim de helft thans tot het grondgebied der gemeente
Teteringen behoort; bij verwezenlijking van dat
bied in de omvang, waarin het overlegorgaan met
meentebestuur van Teteringen overeenstemming kon worden
bereikt, zal, aangenomen, dat de overige in het structuur
plan geadviseerde woongebieden geheel ontwikkeld worden,
toch een behoefte aan woongebied van circa 45 h.a. res
teren in de situatie, zoals die tot 1980 voorzienbaar is.
2. door een gebiedsuitbreiding, welke de gelegenheid
biedt tot vorming van een woongebied, dat plaats biedt
aan 24.000 inwoners, kan het onder 1 bedoelde behoefte
restant gedekt worden;
3. het verwezenlijken van een woongebied voor 24.000
in oners aan de noord-oostrand van Breda biedt de mogelijk
heid de maatregelen tot verwerving van de hoogwaardige
tuinbouwgronden ten noorden van Princenhage enige jaren
uit te stellen,waardoor meer tijd beschikbaar komt voor
het vinden en gereedmaken van vervangende tuinbouwgronden;
4. ter vermijding van lintbebouwing en van amovering van
bestaande bebouwing is het wenselijk de toekomstige ge
meentelijke noordelijke rondweg zodanig te projecteren,
dat de aansluiting aan de Tilburgseweg wordt verplaatst
naar het kruispunt van de Tilburgseweg met de toekomstige
rijksweg no. 27; ook is het gewenst deze rondweg geheel
op het territoir van Breda te projecteren, opdat Breda
onafhankelijk van andere gemeenten aanleg en onderhoud
van die voor de noordelijke stadswijken en industriege
bieden zo belangrijke verbinding kan verzorgen; bij de
te verwachten overgang van Heusdenhout naar Breda zou een
en ander kunnen worden verwezenlijkt, indien de hier
voorgestelde ruimere gebiedsuitbreiding haar beslag zou
krijgen;
5. Haar analogie van de in ons preadvies inzake bevorde
ring van een wijziging der grenzen tussen de gemeenten
Hieuw- G-inneken en Breda (bijlagen 1958, no. 116 van 5
N. S. 17192 II