tot genoegen stemmen, omdat zij dan kunnen blijven voort
bestaan. En wat de bewoners van de huizen straks ook tot
genoegen zal stemmen, want dan zal de huur de helft goed
koper zijn dan wanneer zij straks in Breda moeten gaan
wonen. Ik weet niet of dit voorstel wat inhoudt, maar mis
schien is men wel ontvankelijk voor dit plan.
De Voorzitter:
hu, Mijnheer Oomen, dat laatste betwijfel
ik wel zeer, want men heeft in Breda nu eenmaal een plan
vastgesteld en ik neem aan dat men zich daaraan wel zal
houden ongeacht of daar industrie zal komen. Het heeft
de bestemming van industrieterrein en ik meen te mogen
stellen dat men daar geen huizen op krijgt, bepaaldelijk
niet
De Heer Oomen.
Maar ook geen industrie.
De Voorzitter:
gen
Wat Uw opmerking .betreft, Mijnheer Oomen,
Dan kunnen wij wel een groot gedeelte van Breda opvan-
Inderdaad, dit is ook een taak van de randgemeente,
en deze taak kunnen wij alleen dan vervullen wanneer wij
ook offers weten te brengen, die weliswaar van mindere
omvang zijn dan het offer wat thans gevraagd wordt door
gebiedsafstand van de Vugtpolder. Ik denk hierbij aan de
hoger gelegen landbouwgebieden die van mindere kwaliteit
zijn. Da rnaast hebben wij zelf, de gemeente, in eigen
dom verschillende terreinen waar nog mogelijkheden zitten,
maar dan stuit men natuurlijk op de stedebouwkundige as
pecten en op de vastgestelde plannen en schetsen van de
planologen.
Ik neem ook aan, dat wanneer Teteringen de gelegenheid
krijgt om woningen te bouwen deze inderdaad op dat hogere
gelegen gebied, beslist goedkoper zullen zijn dan thans
in de Vugtpolder. Het is al eerder gezegd, dat dit een
zeer kostbare geschiedenis zal worden en het is geloof
ik wel in de gehele streek bekend dat in Breda de dure
flatwoningen ook nu niet bepaald vlot van de hand gaan.
Maar inderdaad als de taak van de randgemeente goed wordt
opgevat dan kunnen die een groot gedeelte van het be
volkingsaccres van Breda opvangen. Dit houdt dan in dat
Breda als stad niet zo
Wenst een van de Heren
De Voorzitter verleent
De Heer Snoek:
Kan Breda de
gen grondgebied leggen
De Voorzitter:
groot wordt,
nog het woord
het woord aan de
Heer Snoek.
geplande weg niet op zijn ei-
over de Oosterhout-
U bedoelt de verbinding
seweg naar de Tilburgseweg
Wij zeggen dat dit zou gaan, maar de planologen van Bre
da stellen dat dit niet kan, want men is met de plannen
al zover, zij het dan op papier, dat men daar
terug kan komen. Een plan £s een plan en dat
Breda een wet te zijn van Meden en Perzen. Maar er is
technisch bepaaldelijk nog niets uitgevoerd, want ook een
aanbesteding van een brug of viaduct, dat zegt nog niets,
in zoverre, die gunning behoeft niet plaats te hebben.
In dat verband Iran dus gesteld worden dat men inderdaad
hier nogal voorbarig is of dat men zeker is van de zaak.
niet op
schijnt in
N. S. 17192 II