Wenst een van Ge Heren nog het woord
Zo niet dan raken we nu de kern van de zaak.
Wij moeten antwoord geven op het schrijven van Gedeputeer
de Staten, luidende als volgt:
De Raad der gemeente Breda acht het wenselijk,
dat een voorstel van wet tot wijziging van de grens tus
sen die gemeente en Uw gemeente wordt gedaan.
De Raad heeft een daartoe strekkend gemoti
veerd verzoek tot de Koningin gericht, hetwelk hij hij aan
ons college heeft gezonden.
Ter uitvoering van artikel 158 van de gemeen
tewet geven wij U hierbij van het verzoek kennis, teneinde
a Uw mening daarover te vernemen.
Van alle door de gemeenteraad van Breda toe
gezonden stukken zenden wij U hierbij een exemplaar. Wij
zullen Uw mening gaarne vernemen vóór 1 september 1958,
hetgeen later is gewijzigd in: vóór 1 januari 19590
Wenst iemand van de Heren voordat we overgaan tot de stem-
W ming nog het woord
Geen der leden wenst het woord.
Mijne Heren het gaat dus om het grote plan, zoals U weet
zoals door Breda thans is gesteld en wel 184 Ha.
Gemakshalve zal ik voor U het concept-besluit voorlezen.
De Raad der gemeente IETERINGEN
GEZIEN het schrijven van Gedeputeerde Staten
van Noord-Brabant d.d. 7 mei 1958, G nr. 106703, IVe
afdeling, waarbij mededeling wordt gedaan van een verzoek
aan H.M. de Koningin van het gemeentebestuur van Breda
tot bevordering van een voorstel van wet tot wijziging
van de grens tussen de gemeente Breda en Teteringen;
MEDE gezien het bericht van Gedeputeerde
Staten d.d. 9 juli 1958, G nr. 106703, IVe afdeling,waar
bij de termijn voor het uitbrengen van het gevoelen van
de Raad is verlengd tot 1 januari 1959;
OVERWEGENDE, dat blijkens het door de Heer
0 Mr. Dr. van Haren, in samenwerking met de Heer Ir. Krügers
uitgebrachte rapport vele bezwaren zijn aan te voeren
tegen het door het Gemeentebestuur van Breda ontworpen
structuurplan
dat dit advies in zijn geheel wordt onder
schreven en geen termen aanwezig zijn a n het verlangen
0 der gemeente Breda volledig te voldoen;
besluit:
Onder overlegging van het door de Heren Mr.
Dr. van Haren en Ir. Krügers uitgebrachte advies inzake
het structuurplan der gemeente Breda en een uittreksel
uit de notulen der vergadering van de Raad, aan Gedepu
teerde Staten van Noord-Brabant te berichten, niet bereid
te zijn tot afstand van grondgebied aan de gemeente Breda
in die mate als door de Gemeenteraad van Breda bij be
sluit van 16 aprilc1958 aan Hare Majesteit de Koningin
der Nederlanden is verzocht.
In deze geest Mijne Heren stelt B. en W. U voor te beslui
ten.
Bij algemene stemmen werd besloten niet bereid te zijn
tot afstand van de grand ir, die mate als door Breda is
verzocht
N. S. 17192 II