B.
C.
56.
s. Verzoeken van de Besturen der Bijzondere Scholen voor
G-.L.O. en V.Gr.L.O. tot vaststelling van de vergoeding
inz. art. 101 der Lager Onderwijswet 1920 over 1958.
Met algemenen stemmen wordt,zonder nadere
bespreking,besloten:
A.
1. de vergoeding, bedoeld in artikel 101 der Lager On
derwijswet 1920 voor de Bijzondere Jongensschool
voor gewoon lager onderwijs voor het dienstjaar 1958
vast te stellen op 5.996,67;
2. het bedrag der voor de vergoeding in aanmerking ko
mende uitgaven voor het dienstjaar 1958 vast te stel
len op 5.84-8,68.
de vergoeding, bedoeld in art. 101 der Lager Onder
wijswet 1920 voor de Bijzondere Meisjesschool voor
gewoon lager onderwijs voor het dienstjaar 1958 vast
te stellen op 6.778,33;
2. het bedrag der voor vergoeding in aanmerking komende
uitgaven voor het dienstjaar 1958 vast te stellen
op 7.990,17.
de vergoeding, bedoeld in art. 101 der Lager Onder
wijswet 1920 voor de Bijzondere Meisjesschool voor
voortgezet lager onderwijs voor het dienstjaar 1958
vast te stellen op 2.350,=
2. het bedrag der voor vergoeding in aanmerking komende
uitgaven voor het dienstjaar 1958 vast te stellen
op 2.535,77.
tVerzoek aan de Raad van Bestuur van de Sint-Radbout
stichting te Nijmegen d.d. 5 april 1959 om toekenning
van een subsidie voor 1959»
Be voorzitter deelt mede, dat het in alle
gemeenten waarvan de bevolking overwegend R.K. is, een ge
bruik is om aan deze stichting jaarlijks een subsidie te
verlenen van F. 100,= voor elke persoon, die aan genoemde
Universiteit studeert. Aangezien een inwoner uit deze ge
meente te weten, de Heer J.B. van Nimwegen, aan genoemde
Universiteit studeert, stelt de voorzitter de Raad namens
het College van Burgemeester en Wethouders voor aan het
Bestuur van de Sint Radboutstichting te Nijmegen voor
1959 een subsidie te verlenen van F. 100,=
Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester
en Wethouders wordt met algemene stemmen en zonder nadere
bespreking besloten aan het Bestuur van de Sint Radbout
stichting, te Nijmegen, een subsidie te verlenen voor het
jaar 1959, berekend tegen F. 100,= voor elke persoon uit
deze gemeente, die aan bovengenoemde Universiteit het
volle kalenderjaar zal hebben gestudeerd.
zie besluit in dossier -1.851.4-1.
u. Verzoek van het Bestuur der Bijzondere Meisjesschool
voor V.Gr.L.O. tot vaststelling van de vergoeding, be-
doeld in art, 101 bis der Lager Onderwijswet 1920, over
1958.
Met algemene stemmen wordt, zonder nadere
bespreking, besloten de vergoeding, bedoeld in art. 101
bis der Lager Onderwijswet 1920, over bovenvermeld jaar
voor bovengenoemd schoolbestuur vast te stellen op
2366,68
(zie besluit in dossier -1.801.2
n. s. 17192 ii
o1.08.741