/"zijnde 25,=
57.
v. Verzoek van de Koninklijke Militaire Bond Pro Rege te
Utrecht, d.dT 20 mei 1939. tot toekenning van een
.jaarlijks subsidie
De voorzitter is van mening, dat het onno
dig is aan deze neutrale Bond een subsidie te verlenen,
temeer omdat aan verschillende andere instellingen t.b.v.
Militaire Tehuizen, zowel aan ProtGhristelijke als aan
Katholieke, jaarlijks reeds een subsidie wordt verleend.
De Heer Oomen deelt mede, dat de Kon. Neder
landse Militaire Bond Pro Rege geen neutrale,maar een
Protestant-Christelijke Vereniging is. Hij vestigt de
aandacht op het zeer heilzame werk dat door deze bond
t.b.v onze Militaire#wordt gedaan. Ook is het hem bekend,
dat zeer vele R.K. Militaire»de door deze bond gestichte
Militaire Tehuizen bezoeken. Hij stelt dan ook voor aan
de Katholieke Bond voor Militaire Tehuizen een subsidie
te verlenen van F. 75,- en het resterende bedrag dat
voor deze post op de begroting is geraamd,/ter beschik
king te stellen aan de Koninklijke Nederlandse Militaire
Bond Pro Rege te Utrecht.
De voorzitter acht een bedrag van 25,= aan de Bond Pro
Rege niet billijk ten opzichte van de Katholieke Bond,
die volgens voorsbei van de Heer Oomen dan terug zouden
moeten vallen tot een subsidie van 75,= per jaar, te
meer daar in onze gemeente alle militairen R.K. zijn en
de Katholieke Bond in het Noorden des lands geen voet
aan de grond krijgt.
De voorzitter stelt dan ook de Raad voor om als blijk
van belangstelling voor het werk dat door de Bond Pro
Rege wordt verricht, aan deze bond een subsidie te ver
lenen van 25,= en aan de R.K. Bond voor Militaire
Tehuizen een bedrag van 100,= beschikbaar te stellen.
Spreker vraagt of de Raad zich met dit voorstel kan
verenigen.
Daar geen der leden hiertegen bezwaar heeft,wordt met
algemene stemmen besloten aan de Kon. Nederlandse Mili
taire Bond Pro Rege tot wederopzegging toe een jaarlijkse
subsidie te verlenen van 25,=.
zie besluit in dossier - 1.84-2.93
wVerzoek van de Besturen der Bijzondere lagere Scholen
d.d. 51 mei 1959 tot toekenning van een subsidie voor het
houden van een sportdag.
Het college van Burgemeester en Wethouders,
aldus de voorzitter, heeft U aanvankelijk voorgesteld
op bovengenoemd verzoek afwijzend te beschikken, aange
zien naar onze mening deze kosten dienden te worden be
streden uit de vergoeding ex art,101 der Lager Onderwijs
wet 1920, temeer daar het hier, zoals ons college aan
vankelijk dacht, een onderlinge sportdag betrof.
Achteraf is ons echter gebleken dat er hier sprake is van
een regionale mpnm sportdag, welke wordt geanimeerd door
de Rijksconsulent voor lichamelijke oefening. Namens het
College van Burgemeester en V/ethouders stelt hij de Raad
dan ook voor op het verzoek van Bovengenoemd Schoolbe
stuur gunstig te beschikken.
Met algemene stemmen wordt besloten aan het Bestuur der
Bijzondere Scholen voor Gewoon lager Onderwijs een sub
sidie van P. 105,= te verlenen voor het houden van een
schoolsportdag.
zie besluit in dossier -1.851.2,)
09.47
N. S. 17192 II