dan niet door een commissie wilt laten onderzoeken, beslist
de iaad het onderzoek door een commissie te laten geschie
den.
De voorzitter verzoekt de Heren van der Veeken, Snoek en
Oomen de commissie van onderzoek te willen vormen.
Madat genoemde Heren zich daartoe bereid hebben verklaar#,
schorst de voorzitter voor een ogenblik de vergadering.
Da de heropening van de vergadering deelt de Heer van der
Teeker namens de commissie mede, dat er ge n bedenkingen
bestaan tegen toelating tot lid van de Raad van de Heer
W.C.G, van de Corput. Hij stelt de Raad derhalve voor de
nieuw-gekozene als lid van de laad toe te laten.
Het algemene stemmen wordt hiertoe besloten.
Hierna legt de T'eer van de Corput na de in art. 45 der
gemeentewet voorgeschreven zuiveringseed te hebben gedaan,
de in het zelfde artikel voorgeschreven ambtseed af.
De voorzitter richt hierna een kort woord tot de Heer van
ie Corput en spreekt daarbij, na hem eerst met zijn toe
lating tot lid van de laad te hebben gefeliciteerd, de wem
uit dat hij de belangen der geme nte zo goed mogelijk zal
behartigen.
Senoeming wethoider in de vacature ontsta n door het be
danken van de Heer G.-i.A. Peters.
De voorzitter v rzoekt de Heren Suijkerbuijk en Snoek sa
men met hem het stembureau te willen vormen,
jij de overeenkomstig het Reglement van Orde voor deze ver
gadering gehouden stemming blijkt, dat bij eerste stemming
zijn uitgebracht 7 geldige stemmen, waarvan de Heer van dei
Veeken 4 stemmen verkreeg en de Heer Oomen 3 stemmen.
De Heer van der Veeken heeft derhalve de volstrekte meer
derheid van stemmen behaald en is dus benoemd.
)e voorzitter vraagt hierna aan de Heer van der Veeken of
hij zijn benoeming aanvaardt. De Heer van der Veeken ant
woordt hierop bevestigend en voegt hier a n toe, dat hij
de vergadering graag bedankt voor het in hem gestelde ver
trouwen en belooft alles te zullen doen wat in zijn ver
mogen ligt voor het belang dezer geme nte, Hij spreekt de
wens uit, dat de te nemen besluiten in de toekomst eens
gezind zullen worden genomen, want liet is zijn aard, zo
vervolgt de Heer van der Ve&ken, eendrachtig samen te
werken. Hij hoopt dat dit in de toekomst zo zal gebeuren
ook al is hij niet met algemene stemmen gekozen want hij
ziet dit niet als een bewijs dat de leden van de jdaad, die-
niet hun stem op hem hebben uitgebracht, zijn persoon niet
mogen, 'Jan rest mij tenslotte nog de taak vanaf dez< plaats
een woord van dank te richten tot mijn voorganger de Heer
Peters voor de wijze waarop hij gedurende zijn zittings
periode de belangen var onze 'gemeente steeds heeft voor
gestaan.
De voorzitter feliciteert hierna de Heer van der Veeken
net zijn benoeming tot wethouder en voegt hier, misschien
ten overvloede, aldus de voorzitter, nog aan toe dat hij
noopt dat de vergaderingen van het College van Burgemeester
sn v/ethouders in de toekomst in dezelfde geest zullen
verlopen evenals dit in het verleden steeds het geval is
geweest en een goede samenwerking steeds onze vergadering
sal blijven kenmerken, dit alles in het belang en tot
oloei van onze dierbare gemeenschap.