66-
Verzoek van het Bestuur van de Stichting
St. Joost d.d.TT februari 19^0^öt~"toekenning van een bij
drage per leerling."
Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester
en Wethouders en zonder nadere bespreking wordt met algeme
ne stemmen besloten met ingang van het dienstjaar 1960 aan
het Bestuur van de Stichting St. loost, te Breda, tot weder
opzegging een subsidie te verlenen berekend tegen 50,
voor elke leerling uit deze gemeente, die de academie voor
Beeldende Kunsten gedurende het volle kalenderjaar zal heb
ben bezocht.
- zie besluit in dossier -1.851.36 -
Verzoek van Gedeputeerde Stat en d.d. 3__ februari 1960 tot
het uitbrengen' van zijn gevoelen omtrent de ontwerp-regeling
tot grenswijziging tussen de gemeenten_ Breda en Tetéringen.
Be Heer van der Veeken zou nog graag iets aan
de grenswijzigingskwestie toevoegen.
Uit de door de Zuivelfabriek en Melkinrichting St.Willi-
brordus en de Boerenleenbank aan Gedeputeerde Staten ge
richte bezwaarschriften, welke aan de Raad ter kennisneming
werden toegezonden, is toch wel overduidelijk komen vast te
staan dat de grenswijziging zeer nadelige gevolgen heeft
voor de beide instellingen, waaraan zijns inziens toch wel
enige aandacht dient te worden geschonken.
Spreker gelooft dat het noemen van cijfers hier niet op zijn
plaats is. Voorts meent hij dat het niet in de bedoeling
ligt om nog over de grenswijziging te spreken.
Be Voorzitter antwoordt Wethouder van der Veeken, dat het
inderdaad niet de bedoeling is om nog over de grenswijziging
zelf te spreken. Beze zaak moet als volledig afgedaan worden
beschouwd.
Wel is de voorzitter het met de Heer van der Veeken eens,
dat de nodige aandacht geschonken moet worden aan de door
de Boerenleenbank en Zuivelfabriek ingezonden bezwaar
schriften.
Be Heer van de Corput vraagt of het niet mogelijk is deze
kwestie aan de ontwerp-regeling vast te koppelen.
Be Voorzitter antwoordt spreker, dat de aan de Raad toege
zonden ontwerp-regeling beschouwt kan worden als een wets
voorstel. Voorzitter zegt dat het gemeentebestuur er bij
Gedeputeerde Staten op zal aandringen in het wetsvoorstel
een bepaling op te nemen op grond waarvan de alhier geves
tigde Boerenleenbank en de Zuivelfabriek en Melkinrichting
St. Willebrordus aanspraak kunnen maken op een redelijke
schadeloosstelling.
Voorts acht de Voorzitter het ook wenselijk hieromtrent even-
eens contact op te nemen met het gemeentebestuur van Breda.
Met algemene stemmen wordt hierna besloten aan Gedeputeerde
Staten van Hoord-Brabant te verzoeken in de ontwerp-regeling,
onder artikel 4 een nieuwe alinea op te nemen, luidende:
"In Teteringen gevestigde rechtspersonen of ingezetenen, die
door de onttrekking van gronden aan de agrarische sector,
die niet aan hen in eigendom toebehoren, noch bij hen in
pacht zijn, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten schade
lijden in hun bedrijfsvoering, kunnen aanspraak maken op een
billijke vergoeding van de gemeente Breda, waarvan het be
drag en de wijze van betaling worden vastgesteld door Gede
puteerde Staten, na verhoor van belanghebbenden en het 5
Gemeente Bestuur van Breda"
- Zie besluit in dossier -207.151 -