- 83. De Heer van Beek vraagt of er wanneer de Raad het voorstel van Burgemeester en Wethouders aanneemt op het perceel ten noorden van de Willebrordstraat C bebouwing .komt. De Voorzitter antwoordt de Heer van Beek, dat dit inderdaad yüïstf~Isalleenechter wanneer de bouwplannen Uw goedkeuring hebben verkregen. De Heer van Beek zou nog graag vernemen wat er gebeurt in dien de Raad besluit niet tot verkoop van de gevraagde grond over te gaan. De Voorzitter antwoordt hierop dat adressant, indien hij toch wil bouwen, de bouwplannen naar Uw inzicht zal moeten wijzigen. De Heer van de Oorput vraagt of laagbouw niet te verwezen lijken is. De Voorzitter antwoordt de Heer van de Corput, dat bij laag- bouw (bejaarden-woningen) de gevelbreedte 6-g- meter bedraagt. Hij is van mening, dat er heus wel iets beters geprojecteerd kan worden in de vorm van C bebouwing. De Heer Snoek zegt van de hele situatie niets te begrijpen. Hij vraagt zich af waarom een strook grond aan de Pius XII straat ter breedte van ongeveer 8 meter onbebouwd moet blij ven liggen, terwijl er wel een groenstrook is geprojecteerd. Yoorts vraagt hij zich af, waarom het woonhuis van de fami lie Broeders en de boerderij van de Heer Kemerink niet wor den opgeruimd. Hij begrijpt ook niet waarom er straten op de Kerkstraat moeten uitmonden, want dit verbreekt z.i. het mooie geheel van de Kerkstraat. Spreker acht het wenselijker de Pius XII straat in zijn ge heel te laten vervallen, teneinde een aaneensluitende be bouwing langs de Kerkstraat te verkrijgen. De Doorzitter acht de gedachte van de Heer Snoek, om de verbinding tussen de Willebrordstraat-Kerkstraat/Ée laten vervallen, niet aanvaardbaar. De Heer van de Corput zegt aan het onderhavige agendapunt niet te kunnen medewerken, aangezien hij niet voldoende is voorgelicht De Voorzitter antwoordt hierop, dat hij ruimschoots in de gelegenheid is geweest zich hiervan op de hoogte te stellen aangezien hij tijdig is geconvoceerd. De Heer van de Oorput zegt van andere raadsleden vernomen tehebben, dat men voor dit gedeelte laagbouw wil. De Voorzitter antwoordt, dat dit plan van de Heer Oomen naar de mening van het College van Burgemeester en Wethou ders planologisch niet verantwoord is. De Heer van de Corput vraagt zich af, waarom men voor dit gedeelte nu persë"Tj bebouwing wil. Ilen zou toch voor dit gedeelte gemakkelijk een nieuwe bebouwingstype kunnen schep pen. Bovendien vraagt hij zich af of het uitbreidingsplan zonder dit gedeelte niet goedgekeurd kan worden. De Voorzitter antwoordt hierop,dat dit inderdaad wel moge lijk is. De Heer van de Corput stelt voor dit dan maar te doen. N. S. 17192 II

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1960 | | pagina 83