gemeente
57-
gemeente beeft leren doen kennen.
Wat betreft de gemeente-secretarie zelf is mij in die 11
maanden opgevallen, dat bet werk, dat door de secretarie
wordt afgeleverd, op de juiste wijze is verzorgt, gesteld
en er aan de documentatie de nodige aandacht wordt geschon
ken.
Ik moge dan mijn dankwoord besluiten met de hoop uit te
spreken dat Teteringen zich in de toekomst zal mogen ont
wikkelen tot een welvarende plaats en dat ik op de een of
andere manier nog eens in de gelegenheid zal mogen zijn de
belangen van deze gemeente of Uw persoonlijke belangen te
dienen.
Wethouder Suijkerbuijk vervolgt met de volgende redevoering:
Mijnheer de Voorzitter,
In deze laatste vergadering van de Raad der gemeente
Teteringen, die onder Uw leiding staat, heb ik behoefte een
kort woord tot U te spreken.
Toen ons bijna een jaar geleden door de Commissaris der
Koningin werd medegedeeld, dat het in zijn bedoeling lag
tijdens de vacature van het ambt van Burgemeester der ge
meente Teteringen, deze te doen vervullen door een waarne
mer en het bleek, dat de Commissaris hiervan niet wenste
af te zien, hebben wij verzocht deze waarneming aan U op
te dragen.
Nu deze termijn van waarneming zo abnormaal lang heeft moe
ten duren ben ik meer dan blij, dat U bereid geweest bent
deze taak op U te nemen.
Als ik alleen maar denk aan de zo moeilijke grenswijzigings
kwestie, dan ben ik er van overtuigd, dat wij met de van U
genoten medewerking voor onze gemeente meer hebben bereikt
dan wellicht anders mogelijk geweest zou zijn.
Ook is door Uwe medewerking thahs vlot voorzien kunnen
worden in de afsluiting van de plannen tot watervoorziening
aan de Meerberg.
Mede namens mijn collega-wethouder dank ik U dan ook zeer
hartelijk voor al hetgeen U in Uw tijdelijke functie voor de
gemeente en haar bevolking hebt gedaan en niet in het
minst voor de prettige en tactische wijze waarop U de ver
gaderingen van het College van Burgemeester en Wethouders
hebt geleid, bij welk dank ook de gemeente- secretaris zich
gaarne verklaart aan te sluiten.
Be Heer van Beek spreekt namens de raadsleden een dankwoord
Geachte Burgemeester van Oers
Nu dan eindelijk de dag is aangebroken, dat wij van U, geach
te Heer Burgemeester, afscheid moeten gaan nemen- want Uw
vertrek gaat ons allen zeer aan ons hart- stellen wij het
als raadsleden ten zeerste op prijs, dat wij in de gelegen
heid gesteld worden enige woorden van afscheid tot U te
mogen spreken.
Namens de raadsleden moge ik U dan allereerst bedanken voor
Uwe bereidwilligheid, waarmede U destijds als waarnemend
Burgemeester van onze/bent opgetreden, hoewel U toch al
zo overstelpt was met zeer drukke werkzaamheden van aller
lei aard.
Bes te meer stel ik het op prijs dat U zo zonder veel aar
zelen, ja, spontaan de leiding hebt willen nemen over on
ze gemeente.
Onder andere moge ik nog even de aandacht vestigen op de
annexatie-kwestie Breda - Teteringen.
N. S. 17192 li