136 aangezien de controle op technisch gehied thans komt te vervallen, kan de commissie zich tot niemand meer wenden wanneer zich "behoefte aan technische voorlichting zou doen gevoelen. he Voorzitter zegt, dat een en ander beter vorige keer besproken had kunnen worden. l)e neer Oom en zegt, dat zulks niet mogelijk v.as, omdat de inhoud van de ontwerp-gemeenschappelijke regeling toen nog niet bekend was. Be Voorzitter zegt, dat de huidige technisch^ ambtenaar ondergeschikt is aan de Heer van der Palen, directeur van Bouwtoezicht Als de heer Oomen een dergelijke verhouding wenselijk acht dan had men beter bij de Dienst aangesloten kunnen blijven. De heer Oomen zegt, dat hij er mee accoord gaat, dat de behartiging van gemeenschappelijke belangen bij burgemeester en wethouders berust. Maar kan dan niet de mogelijkheid opengelaten worden, dat ook een raadslid zitting in deze co; missie kan nemen? ze^t, dat ook de Dienst Bouwtoezicht wordt een college, met name een college van burge- De Voorzitter bestuurd door meesters. De Heer Oomen beaamt zulks, doch geruggesteund weet door een zich viseurs. De Voorzitter: niet stelt, dat dit college staf van technische ad- Dan runnen we de gemeenschappelijke regeling beter niet aangaan. IJ, heer Oonen, tast de essentie van de regeling aan. Je heer Oomen zegt, dat de Raad juist bijeen is om van ge dachten te wisselen over hetgeen wordt voorgesteld. Hij meent, dat een gedachtewisseling in deze geest toch wel geoorloofd is. Hij zegt, de essentie van de regeling hele maal niet aan te tasten, doch slechts een bescheiden sug gestie te hebben willen doen. De Voorzitter vraagt zich af, of de gemeente Prinsenbeek er mee accoord zal gaan, wanneer Beteringen een raadslid in de omstreden commissie zou willen benoemen. De Heer Oomen benadrukt nogmaals, dat hij zulks helemaal niet voorsteltHij zou slechts graag de mogelijkheid daar toe opengelaten willen zien. Hij dient hier beslist niet een motie van wantrouwen in tegen het college van burge meester en wethouders. Aan het zwijgen van zijn mederaadsle den meent hij trouwens te moeten concluderen, dat zijn col lega's het niet met zijn zienswijze eens zijn. Wethouder Suijkerbuljk: Zou het nu wel aanbeveling verdienen om bijv. een raadslid" -aannemer op te nemen in de commissie Wethouder van der Veeken meent, dat de aan te trekken amb tenaar van een dergelijke portuur moet zijn, dat hij niet gecontroleerd behoeft te worden. De heer van de Wijgerd: Wij, leken, hebben geen verstand van bouwen. De ambtenaar houdt derhalve geheel zelfstandig toezicht en kan in de uitoefening van zijn taak door nie mand gecontroleerd worden. De Voorzitter stelt, dat men van een verkeerd standpunt uitgaat^ wanneer raen stelt, dat de heer van 1 armerdam voor zijn verantwoording kon terugvallen op zijn directeur. Dit is niet waar. Hij had zich namelijk wat bouwtoezicht betreft alleen te houden aan de bevelen van burgemeester en wet houders De Heer Oomen meent, dat het dan wel heel hoog tijd wordt om uit de Dienst Bouwtoezicht te treden. Veronderstel, dat deze dienst ons een ambtenaar stuurt, die niet voor zijn taak berekend is. ggrnsom 17192 II

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1961 | | pagina 136