I
161
Wel vind ik het nodig, de thans voorgestelde voorwaarden
te stellen.
De Heer Oomen: U acht dus het stellen van deze voorwaar
den noodzakelijk. Dit is echter een persoonlijke mening,
die niet door iedereen behoeft te worden gedeeld.
Wethouder van der Veeken; Ik geloof, dat de heer Oomen
het gehele geval te zwaar inziet.
De Heer Oomen: Als ik het te zwaar inzie, waarom heeft
de Voorzitter dan excuses aangeboden toen ik het voor
stel tot subsidieverlening aan de E.H.B0.-vereniging ter
sprake bracht?
Wethouder van der Veeken: Welk bedrag had U dan aan het
Comité toegedacht?
De Voorzitter: Ik wil er nog even op wijzen, dat het voor
stel een variabel subsidie bevat.
De Heer Oomen; Ik ben van mening, dat een bepaald bedrag
gegeven moet worden. De andere verenigingen krijgen dat
toch ook. Ik heb gaarne mijn mening naar voren gebracht,
maar ik wil ook de mening van mijn collegae wel eens horen.
Natuurlijk leg ik mij neer bij de mening van de meerderheid.
De Voorzitter: Ik wijs er nogmaals op, dat ik me door des
kundigen heb laten voorlichten. Ook de Heer van Herwaar
den, de voorzitter van de Diocesane Bond, heb ik hierover
gesproken.
De Heer Oomen: Het gaat hier om een volkomen bonafide co-
mïteHet bestaat uit de notabelen der gemeente^, aan
v/ie ik het gaarne overlaat, het werk ten behoeve van de
jeugd naar de gegeven, plaatselijke omstandigheden te re
gelen.
De Voorzitter:
Ik kan met een nog verdergaande verhoging van het subsidié
niet instemmen. Het thans voorgestelde subsidiebedrag
bevat reeds een behoorlijke verhoging.
Wethouder van der Veeken: Ik denk, dat het Comité in de
handen klapt, wanneer het een subsidie van 600,krijgt.
Ik wil er toch wel de aandacht op vestigen, dat het Ge
meentebestuur het jeugdwerk altijd heeft gesteund. Ik
denk b.v. aan de plaatsing van de blokhut op het sport
terrein, al is het v/el de vraag, of het gemeentebestuur
daar thans nog toestemming voor zou geven. Wanneer dit
Comité nu een subsidie gaat krijgen van 600,dan mag
het gemeentebestuur toch ook wel weten, wat er reilt en
zeilt. En tenslotte: wanneer het comité bij een ledenaan
tal van 15 een subsidie van 250,kreeg, dan wil dit
toch nog niet zeggen, dat nu een verhoging in evenredig
heid met het ledental moet worden gegeven.
De Heer Oomen: Melaatste ben ik het eens. Naar
evenredigheid zouvhet subsidie dan 1500,moeten bedra
gen. In onze gemeente klaagt iedereen over het verenigings
leven. Op deze manier echter wordt ieder initiatief nog
gedood ook.
Wethouder van der Veeken:
U wilt toch niet zeggen, dat een vereniging door subsi
diering in stand wordt gehouden?
De Heer Oomen: Neen, maar gebrek aan subsidie kan ont
binding van een vereniging wel degelijk in de hand werken.
Het is mij bekend, dat de Comitéleden, niet alle natuurlijk,
nog al eens uit eigen middelen bijspringen. Is dit gezond?
Nu komt men tekort, want er is een achterstand van 4 k
5 jaren. Wat denken de andere heren hier nu van?
Samsam 17192 II