De Heer Oomen zegt nu de idee gelanceerd wordt om met
het voorstel te wachten, hij voorstander is om het voorstel
door te laten gaan. Vergelijkend met de toestand in novem
ber 1961 zegt de heer Oomen, dat in die tijd een blinde
kon zien, dat het fout zat. Zijn mening over de harmonie,
die hij in november geuit heeft, was dat het met de har
monie fout zou gaan, wat helaas bewaarheid is geworden.
Alles is nu beter in orde en voor 99i° is de harmonie op
gericht. Iedereen kan thans zien, dat het goed zit.
Deze harmonie kan evenwel de steun van het gemeentebestuur
niet ontberen. Het is voor de harmonie op het moment
een"to be or not to be", aldus de heer Oomen. Wanneer
thans geen steun wordt verleend betekent dit het bankroet
voor de harmonie. Voor de instandhouding van de harmonie
is het noodzakelijk dat deze steun zo spoedig mogelijk
wordt verleend.
De Voorzitter is het met de heer Oomen eens en voegt
hier nog aan toe nu de harmonie de goede weg is ingesla
gen wij al het mogelijke moeten doen om de harmonie in
stand te houden.
De heer van de Wijgerd verzoekt hierna, wanneer de subsi
dieverlening doorgaat om'dezelfde bepalingen op te leg
gen als bij het jeugdcomité. Hij vindt, dat het hoort bij
iedere subsidieverlening.
De Voorzitter antwoordt, dat deze controlemaatregel al
veel is verzacht. Er wordt wat dat betreft met zachte
hand geregeerd aldus de Voorzitter.
De heer Oomen heeft tegen het opleggen van dergelijke
bepalingen geen bezwaar. Hij merkt evenwel op, dat subsi
die wordt verleend volgens de landelijke subsidieregeling..
De Heer van der Veeken vindt, dat een controle maatregel
niet nodig is. Immers tegenover het optreden bij officiële
gebeurtenissen en de verzorging van enige concerten per
jaar staat de subsidieverlening. Verder deelt hij mede,
dat het voor hem een duistere zaak is over het al of
niet op de goede weg zitten van de harmonie. Hij is er
nog lang niet zeker van, dat de harmonie voor 99% is op
gericht. Hij is altijd voor de harmonie geweest, maar U
moet bedenken, dat deze harmonie het moreel en materieel
zwaar te verduren heeft gehad. Voor hem is het nog al
tijd een vraag wanneer de harmonie gezond voor de dag komt.
De Heer Oomen haakt hierop in en zegt, dat hij in novem
ber zag aankomen, dat de harmonie op de verkeerde weg zat
en dat het fout zou gaan. Dat het duister was kan ook
hij niet verklaren. Omtrent de twijfel van de heer van der
Veeken over het voortbestaan van de harmonie deelt de
heer Oomen het volgende mede. Uit een eerste bijeenkomst
enkele weken geleden tussen de leden van de harmonie en
het voorlopig comité, waartoe spreker ook behoort, is ge
bleken, dat deze bijeenkomst er toe heeft bijgedragen om
de leden bij elkaar te krijgen. In een ongedwongen sfeer
is met leden over de harmonie als zodanig van gedachten
gewisseld. Uit deze gedachtenwisseling is duidelijk ge
worden, dat als de leden maar de gelegenheid hebben om
muziek te maken en wanneer zij daarbij op de steun van
de gemeente kunnen rekenen zij geen moeilijkheden zullen
hebben Van de leden is de toezegging ontvangen, dat zij
regelmatig zullen repeteren, wie ze bestuurt kan hen niet
schelen.
Samsam. 17192 n