193. ning 1955. (zie besluit in dossier -2.08.741) Voorstel tot aankoop van enige percelen "bouwgrond De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en Wethouders dit voorstel terugnemen en hierop in een volgende ver gadering zullen terugkomen. Voorstel tot verkoop van enige percelen bouwgrond. De Heer Chr. van Beek merkt op, dat een van de twee onderhavige transacties een nogal grote is. Er rijzen "bij hem toch wel enige vragen: Wanneer de Bramij grond koopt en vergunning verzoekt voor de bouw van 37 bungalows, is zulks in verband met de contingentering dan niet nade lig voor andere particuliere bouwers? De Voorzitter zegt, dat dit een kwestie is van rijksgoed keuring sbeleid. De Heer Oomen voegt hieraan toe, dat er grond beschikbaar is voor BÜ^t-ot 70 bungalows. De particulier kan dus rus tig doorgaan. De animo voor deze percelen is echter nog niet zo groot. Daarom verheugt het ons zeer, dat deze maatschappij voor dit gedeelte van het uitbreidingsplan grote belangstelling heeft. De Heer Chr.van Beek: De arbeiders- of middenstandsbouw zal^derhalve door dit project niet worden gestagneerd? De Voorzitter: Neen, de arbeidersbouw betreft voornamelijk woningwetbouw, terwijl de middenstandsbouw in de premiesec tor terecht kan. Ik wil niet ontkennen, dat U theoretisch wel enigszins gelijk kunt hebben. De Heer Oomen voegt hieraan toe, dat de woningbouwcontin- gentering in 3 delen uiteenvalt n.l.: Woningwetbouwhiervoor is jaarlijks voor de gemeente een beperkt aantal woningen beschikbaar. Arbeiders- en bescheiden Middenstandsbouw: De candidaten voor deze soort bouw zijn aangewezen op de premieregeling, waarvan" ook weer een bepaald contingent aan iedere ge meente wordt toegewezen. Bouw in de vrije sector, die de Bramij zal verwezenlijken. De contingentering in deze sector gaat niet ten koste van de andere sectoren. De iieer Chr. van Beek: T)e grond zal bouwrijp moeten worden opgeleverd, terwijl de bouwplannen moeten worden gekeurd door de gemeentelijke instanties. Is het College niet be vreesd, dat de Bramij maar een paar percelen zal gaan be bouwen en de rest laat liggen? De Voorzitter: Neen. Zodra de rijksgoedkeuringen binnen zijn, 'moet de grond worden betaald. De Maatschappij zal dus beslist willen, zelfs moeten bouwen. Bovendien hebben wij ons danig omtrent de antecedenten van deze Mij doen in formeren1, o.a. bij de gemeentebesturen van Zwijndrecht en Monster en bij de recherche-afdeling van het Ministerie van Volkshuisvesting. Alle verkregen inlichtingen waren gunstig tot zéér gunstig, zodat naar onze mening de be trouwbaarheid voldoende vaststaat. De Heer van de Wijgerd merkt op, dat ook het pand van de familie" Stokman en het huisje, dat door de gemeente is aangekocht, het huisje Joore, in het plan zijn opgenomen. Is dit wel juist? De Voorzitter zegt, dat onderhandelin gen hierover nog lopende zijn. De familie Stokman zal waarschijnlijk genoegen nemen met een kleiner perceel, en dit is dan ook in reserve gehouden. De Bramij is overigens van een en ander op de hoogte.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 193