I
194.
11
De Heer van der Veeken merkt op, dat het voorstel, zoals
10
dit aan de raadsleden is toegezonden, niet in overeenstem
ming is met het voorstel van het College.
De Voorzitter beaamt dit. Er was in de stukken een kleine
vergissing gemaakt. In totaal zal worden verkocht
37297 M2.
De Heer Suijkerbuijk vraagt, of, wanneer het bouwen niet
vlot genoeg kan geschieden, dit geen verlies gaat opleve
ren voor de gemeente.
De TTao.r.zlM,er zegt, dat de opname van een clausule, rege-
lehde het mogelijke renteverlies, hiertegen waakt.
De Heer Oom en merkt nog op, dat in de grondprijs reeds
renteverlies is verdisconteerd. Mocht zulks niet voldoen
de blijken te zijn, dan is de Bramij contractueel gebonden,
een percentage van 5 te betalen ter voorkoming van rente
verlies.
De Heer Suijkerbuijk vraagt, of de Maatschappij ook zal door
gaan met bouwen, als er geen voldoende vraag naar bunga
lows zal zijn.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat de Maatschappij ver
plichtâ„¢ is te bouwen, wanneer de rijksgoedkeuringen er zijn.
Hierna wordt met algemene stemmen en overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten:
a. Aan J.P.van der Steen te Breda te verkopen een per
ceel bouwgrond, kad. bekend gemeente Teteringen, Sectie
C nr. 454 (ged.) ter grootte van ongeveer 295 M2 voor
een totaal prijs van 4130,
b. Aan W. de Kanter te Teteringen te verkopen een perceel
bouwgrond kad. bekend gemeente Teteringen, Sectie C nr.
454 (ged..) ter grootte van ongeveer 415 M2 voor een to
taalprijs van 5810,
c. aan de N.V. Brabantse Mij. van Handel en Industrie te
1s-Gravenhage te verkopen diverse percelen bouwgrond,
kad. bekend gemeente Teteringen, Sectie C 966 (ged.)
C 965 (ged.), C 1083 (ged.) C 1082 (ged.), C 1020 (ged.)
C 1019 (ged.), C 801 (ged.), C 96 (ged.), C 691 (ged.),
C 80 (ged.), en C 77 (ged.), in totaal groot ongeveer
37297 M2, voor een totaal-prijs van 965.992,30.
(zie besluiten in dossier -2.07.351.12
Voorstel tot het sluiten van geldleningen.
Zonder verdere bespreking en met algemene stemmen wordt
besloten met de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten
te s-Gravenhage een geldlening te sluiten tot een bedrag
van 200.000,
(zie besluit in dossier -2.07.352.71)
Voorstel om tot het provinciaal bestuur het verzoek te
richten de afvoer en zuivering van afvalwater uit Breda
e.o. op te dragen aan een waterschap.
De Heer Chr. van Beek vraagt, of er een globale begroting
van kosten is gemaakt. Wie maakt de aanslagnormen uit,
bijv. van de industrie Hoe zal dit gaan ten aanzien van
particulieren Is hier al iets van bekend
Voorzitter: De door U bedoelde normen worden bepaald door
de graad van vervuiling. Dit zal worden geregeld in de
keur van het waterschap.
De heer Chr. van Beek: De Provincie zal dus verzocht
worden om een waterschap op te richten, waarmee, naar mijn
mening, de regeling wordt overgelaten aan de provincie.
gomsom 17192 II