198.
VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD
Voorzitter: Mr.F.M.Bloemen, Burgemeester.
Secretaris s C.H.G.M.Meuwesegemeente-secre
taris
AanwezigAlle leden met uitzondering van de
heer van Beek en de Heer Vrakking.
De Voorzitter opent de vergadering met de Christelij
ke groet.
Alvorens tot gewone afhandeling van de agenda van deze
vergadering over te gaan, past het mij tezamen met IJ, als
voorzitter en leden van de raad dezer gemeente, de vrouw
te gedenken, die gedurende een halve eeuw als vorstin van
ons volk geregeerd heeft. - En op welk een wijze. -
Op 6 september 1898 werd zij te Amsterdam in de Nieuwe
Kerk ingehuldigd. In de proclamatie, welke zij bij deze ge
legenheid uitsprak beloofde zij, onder aanroeping van Gods
Heiligen Naam, zich te zullen verbinden aan het Nederland
se Volk tot instandhouding van zijn dierbare rechten en
vrijheden". Hoe fier heeft zij dit woord gestand gedaan. Ik
denk hierbij aan de wijze waarop zij zich gedurende de 50
jaren van haar regering, aan de eed als een constitutio
neel vorstin te zuilen regeren, gehouden heeft. Op welk
een waardige en voortreffelijke manier heeft zij de mentali
teit van ons land in de eerste wereldoorlog gehandhaafd, Hé
maar bovenal hoe zij zich, toen de ramp van de tweede we
reldoorlog "ons volk öp 10 mei 1940 trof, tegen de laffe
overval van het Duitse rijk heeft te weergesteld. Gedurende
die 5 donkere oorlogsjaren was zij het lichtende en bezie
lende voorbeeld van het verzet tegen een nietsontziend
totalitair systeem.
Zij was een waardige afstammelinge van de Vader des Vader
lands Willem van Oranje en van haar overgrootvader Koning
Willem I, op wie zij in vele opzichten zo heel sterk deed
denken.
Zij zal ongetwijfeld onder de grote vorsten van de laatste
eeuw gerekend worden.
Ondanks de grote lasten van beide wereldoorlogen, waar
tussen nog een economische crisis zonder weerga, is haar
regering voor ons volk zegenrijk en gelukkig geweest. Haar
bezielende kracht lag in de wijze, waarop zij Gods leiding
aanvaardde in haar eigen leven en dat van het Nederlandse
volk.
Moge God de Almachtige zich ook over haar ontfermen en
moge Hij ook voor haar een kroon in zijn glorie bereid heb
ben.
Notulen van de vergadering van 5 november 1962.
De Voorzitter vraagt of een van de heren op- of aanmer
kingen heeft over de notulen van de vergadering van 5 no
vember 1962. Geen der leden vraagt het woord, waarna de
notulen ongewijzigd worden vastgesteld.
Ingekomen stukken:
aBesluit van Gedeputeerde Staten d.d. 51 oktober 1962,
op Haar. dag 10 december19 62 om 8.00 uur.