215
11Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het vaststel
len van een nieuwe verordening, bepalende de uren waarop
het "bureau van de Burgerlijke Stand dagelijks geopend zal
zijn
De heer van de Wijgerd zegt, dat het hem is opgevallen,
dat ingevolge de ontwerp-verordening het bureau van de
burgerlijke stand op 15 augustus en 1 november geopend
moet zijn. Hij vraagt zich af, waarom zulks in een katholie
ke gemeenschap zó wordt geregeld.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat genoemde dagen geen
wettelijke feestdagen, gelijk^ te stellen met de zondag, zijn.
Dientengevolge verplicht de wetgever ons, het bureau van
de Burgerlijke Stand op die dagen gedurende enige tijd ge
opend te hebben.
Hierna wordt met algemene stemmen besloten over te gaan
tot vaststelling van de voorgestelde ontwerp-verordening,
bepalende de uren, waarop het bureau van de Burgerlijke
Stand dagelijks geopend zal zijn.
(Zie besluit in dossier -1.755.21)
12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschik- 3
baarstellen van gedeelten van enkele percelen grond voor
de verbetering van het rijwielpad Breda-Teteringen-Ooster-
hout-Dongen.
De heer Chr.van Beek betoogt, dat, wanneer dit pad er
eenmaal ligt, er ook wel mensen zullen zijn, die dit gaan
gebruiken bij de uitoefening van hun bedrijf, bijv. wanneer
zij gaan melken. Kan, om deze mensen ter wille te zijn,
het pad niet beter zó verlegd worden, dat het langs de
bosrand bij Mevrouw Coster-Houben en langs laanzicht gaat
lopen?
De Voorzitter zegt, dat dit plan reeds was vastgesteld
vóór zijn benoeming tot burgemeester. Het is een plan van
de samenwerkende gemeenten, en wijziging is op dit mement
niet meer mogelijk.
De heer Oomen betoogt, dat de Streek V.V.V."De Baronie
van Breda" slechts oog heeft voor het toeristisch aspect.
Aan kleine plaatselijke belangen gaat men voorbij. We moeten
echter niet vergeten, dat de kosten van aanleg niet ten
laste van de gemeente komen.Wel te onzen laste komen
de onderhoudskosten.
We moeten dit rijwielpad zien als een onderdeel van een ge
heel plan van paden in de Baronie van Breda. We moeten
ons gelukkig prijzen, dat dit gedeelte aan de beurt is, en
dat niet het pad in de omgeving van Rijsbermen eerder aan
de beurt is gekomen.
De heer Chr.van Beek vreest, dat dit rijwielpad, wanneer
het door het Cadettenkamp heen loopt, bij hevige wind
flink onder het zand zal komen te liggen.
De heer Suijkerbuijk vraagt, waar het rijwielpad de Rijksweg
zal passeren.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat dit niet onze zorg is.
Ongetwijfeld zal voor dit probleem wel een goede oplossing
gevonden zijn.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester
en Wethouders besloten, enige perceelsgedeelten te bestem
men voor de aanleg c.q. verbetering van een rijwielpad
Breda-Teteringen-Oosterhout-Dongen.
(zie besluit in dossier -2.07.121)
Samsam. 17192 u