240
12.
13.
vdat
14.
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van
een perceel bouwgrond.
Het raadslid Van de Wjjgerd vraagt of voor het aan te
kopen perceel van Mr. Mtter ook al een koper is De
Voorzitter antwoordt ook dat hebben wij".
Hierna wordt met algemene stemmen overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
Zie dossier: -2.07.351.11
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlenen
van een garantie als bedoeld in art. 7 van het Besluit
bevordering eigen woningbezit t.b.v. .M. v.d. Nieuwen-
huizen.
Zonder enige verdere bespreking en met algemene stem
men wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten.
Zie dossier: -1.778.532.2
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhoging van
het crediet voor het ontwerpen van het uitbreidingsplan
ten Oosten van de rijksweg Breda-Oosterhout
Het raadslid Van de Wjjgerd maakt hier de aanmerking,
dat het niet de werkzaamheden omvat zoals in het voor
stel aangegeven. Het ontwerpen van een kruispunt Ooster-
houtseweg-Moleneind-Hoolstraat omvat meer werkzaamheden
dan door het Ingenieurs-bureau Van Kleef N.V. moeten wor
den gedaan.
'Wethouder Oomen merkt naar aanleiding hiervan op, dat
het in principe een kruispunt betre£tvherzien moet worden.
Het Ingenieurs-bureau Van Kleef te Vught verricht daar de
voorbereidende werkzaamheden voor, terwijl daarna de Ste-
debouwkundige en de Provinciale Planologische Dienst
zich met het probleem gaan bezighouden. Na de heer Oomen
zegt de Voorzitter dat dit inderdaad planologische con
sequenties met zich brengt. Thans is het echter alleen
te doen om een juiste ligging en opmeting van de betref
fende percelen.
Het raadslid Van de Wijgerd meent echter, dat het Inge
nieurs-bureau op deze aangelegenheid te ver vooruitloopt,
waarop de Voorzitter antwoordt dat het niet zo belangrijk
is als het zich laat aanzien.
Zie dossier: -1.777.811.21
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vernieuwing
en uitbreiding van de straatverlichting aan het Moleneind.
Het raadslid Ghr. van Beek vraagt zich af, of niet over
wogen dient te worden om de vrijkomende lichtmasten i.p.v.
aan de Valkenitraat wat verderop aan het Moleneind te
plaatsen, omdat daar no^l wat bochten in zijn.
De Voorzitter zegt dat de Valkenstraat in de bebouwde
ligt en te donker is. Ook de Josephstraat ligt in de b©
bouwde kom, omdat men daar niet harder dan 50km mag rij
den.
Wethouder Van der Veeken trekt dit in twijfel en zegt
dat volgens hem zowel de Valkenstraat als de Josephstraat
niet in de bebouwde kom liggen.
Wethouder Oomen meent dat het Moleneind tot grens be
bouwde kom goed verlicht moet zijn. Volgens hem moet niet
verder met de verlichting het Moleneind worden opgegaan.
Zo dat wel wordt gedaan kunnen Hoeveneind en Meerberg ook
1 1
gamsom 17192 II
