5. 6 7. Samsam. 17192 ii 268 Voorstel van Burgemeester en Y/ethouders tot aankoop van een perceel grond. De Heer van de Wijgerd vraagt of met betrekking tot aankoop taxatie heeft plaats gevonden. De Voorzitter beantwoordt deze vraag bevestigend. De Heer van de Wijgerd vraagt vervolgens of het bedrag van taxatie bekend gemaakt kan worden. Het bevreemdt hem, dat een bedrag is uitgetrokken voor verhuizing van de inboedel naar Gilze, temeer daar verkoopster nog minstens 2 jaar mag blijven wonen. Hij vraagt zich dan ook af of dit bedrag niet te hoog is. Wethouder Oomen antwoordt de heer van de Wijgerd, dat het College, wanneer het onroerend goed wenst te kopen, een bepaalde prijs in het hoofd heeft.Ter rechtvaardiging van die prijs is een bepaalde opstelling nodig.Wanneer dit pand publiek verkocht zou worden, zou het ongetwijfelriji meer opbrengen. Alles bij elkaar is deze aankoop voor de gemeente zeer voordelig. Hoe tenslotte de prijs samen gesteld is, doet, zo zegt hij, minder ter zake. De heer van de Wijgerd antwoordt hierop, dat het College aan het taxatie-rapport wel een uitgangspunt heeft ge had; de Raad echter helemaal niet. Y/ethouder Onmen zegt hierop, dat dit niet zo is. Het gaat er intussen maar om of de prijs Vindt de Raad de aankoopprijs te hoog dan wordt uiteraard niet tot aankoop overgegaan» De heer van de Wijgerd vraagt of hij hierop straks nog even mag terugkomen ter verkrijging van nadere inlich tingen. De voorzitter zegt zulks toe. Hierna wordt met algemene stemmen overgegaan tot aan koop van een perceel grond met opstal van Mevrouw Donkers, Oosterhoutseweg. belangrijk reëel is. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop van enige percelen bouwgrond. Zonder verdere bespreking en met algemene stemmen wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Y/ethouders besloten tot verkoop van enige percelen bouwgrond. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de salarisverohenfng 1967; De Heer Suijkerbuijk zegt in het voorstel van Burgemeester: en Y/ethouders gelezen te hebben, dat zij geen voorstanders zijn van promotie-mogelijkheid bij langdurige dienst. Deze mogelijkheid echter kennen wij wel in het vrije bedrijf. Y/ethouder Oom en antwoordt hierop, dat naar de mening van het College promotie moet plaatsvinden wanneer daartoe reden is en een reden tot promotie acht hij niet het feit, dat iemand toevallig gedurende een bepaalde tijd in dienst is. De voorzitter voegt hieraan toe, dat bovendien door een dergelijke maatregel de verhoudingen ten aanzien van het administratief personeel zouden worden scheef getrokken. Wethouder van de Veeken zegt, dat deze promotie-mogelijk-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 268