JLfJ
Samsam 17192 li
In 1937 benoemde de Raad U tot ambtenaar van de Burger
lijke Stand in welke functie gij velen uit onze gemeente
in de echt verbonden hebt. Steeds werd met gespannen
aandacht geluisterd naar de sublieme wijze, waarop U de
felicitatie met levenswijze raad wist te omlijsten.
Riet onvermeld mag blijven, dat U vanaf 1938 tot I960
onbezoldigd administrateur was van de sociale dienst
en IJ ook jarenlang pro Deo hebt belast met de organisatie
van de jacht, waardoor een belangrijke opbrengst ten
goede kwam aan de Gemeentelijke Armen, nu sociale dienst
geheten.
Geachte Jubilaris, het is IJ bekend, dat er een zeer
goede verhouding bestaat tussen de drie samenwerkende
organen, n.l. B. en W.de Gemeente-secretarie en de Raad
waardoor het mogelijk is om in een gemoedelijk bijeenzijn,
na afloop van de raadsvergadering bepaalde plannen, wen
sen en voorzieningen te bespreken, die in de volgende
vergadering of toekomst aan de orde zullen komen.
Dat ook U daar altijd bij aanwezig wilt zijn, stellen wij
zeer op prijs en ik geloof, dat dit mede een van de
redenen is, dat wij hier verschoond blijven van al te
felle uitlatingen, waarvan wij in andere gemeenten soms
horen, dikwijls tot schade van het algemeen gemeentebe
lang.
Ramens alle raadsleden breng ik IJ mijn dank over voor
alles waarmede IJ ons ten dienste bent geweest en wij
hebben gemeend deze dank te moeten vastleggen in een
stoffelijk blijk van waardering van Burgemeester en alle
raadsleden.
Dit geschenk bestaat uit een zilveren dienblad met zil
veren kandelaar.
Ik hoop Mijnheer Meuwese, dat het voor IJ een prettige
herinnering mag zijn aan Uw contact met ons en ik hoop,
dat het voor Mevrouw Meuwese een aangenaam cadeau zal
zijn, want zonder Uw liefdevolle en zorgzame steun was
het voor Uw man haast niet mogelijk deze prachtige staat
van dienst op te bouwen.
Met deze geste willen wij U dan ook ten volle in deze
hulde laten delen.
Ik wil besluiten met de wens, dat het U gegeven moge zijn
in goede gezondheid en voldoening voor Uw arbeid en in
dezelfde goede verstandhouding werkzaam te mogen zijn in
het belang van onze gemeente.
Tenslotte verleent de Voorzitter het woord aan de waar-
nemend-secretaris, de heer J.B.A.Mertens, die de navolgen
de rede uitspreekt:
Mijnheer de Voorzitter,
Ik ben er zeer erkentelijk voor, dat U mij in deze buiten
gewone raadsvergadering de gelegenheid hebt willen geven
om enige woorden te spreken tot de jubilaris.
Zeer geachte heer Meuwese,
Ik acht het mij een bijzonder voorrecht, U bij dit jubileum
te mogen toespreken uit naam van de ambtenaren ter secre
tarie, de gemeente-bode, de ambtenaren van het bouw- en
woningtoezicht en de streekarchivaris, de heer Rehm.
In 1924 op de secretarie gekomen, vervulde U in de loop
der jaren vrijwel alle denkbare functies, totdat U in
1953 de bekroning van Uw loopbaan vond in de benoeming
tot gemeente-secretaris.
Er bestaat