3A'J g. Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 9 september 1964. G.nr.73000 tot goedkeuring van de gemeente-begroting, dienst 1964. - voor kennisgeving aangenomen - h. Kennisgeving d.d. 1 augustus 1964 van de heer P.Rops tot aanvaarding van zijn benoeming als lid van de Commissie tot wering van schoolverzuim. - voor kennisgeving aangenomen - i. Brief d.d. 14 augustus 1964 Nr. 9235 van het Gemeente bestuur van Breda over de verhoging van de aanslui- tingskosten van de riolering aan het net van Breda. De Heer v.d.Wijgerd zegt, dat de Raad een gespecificeerde Qpgave van de verhoging van de kosten van aansluiting van de riolering aan het net van Breda zou krijgen. Hij vraagt zich af of de opslagpercentages, zoals vermeld in de brief van het Gemeentebestuur van Breda, berekend zijn over het gehele werk. De Voorzitter antwoordt hierop, dat het hier werk be treft, dat op Breda's gebied wordt uitgevoerd. De voor gelegde kosten betrefenalleen de verzwaring van het rio leringsstelsel, die de gemeente Breda zich moet getroos ten om de aansluiting van Teteringen aan het riolerings stelsel van Breda practisch mogelijk te maken. De heer v.d.Wijgerd zegt, dat hij dit wel heeft begrepen, doch dat hij de specificatie vrij summier acht. Hij vraagt zich af of de juistheid van de opslagpercentages door het gemeentebestuur kan worden nagegaan. De heer C.v.Beek voegt hieraan toe, dat er eerst een crediet van 50.000.== beschikbaar is gesteld voor verzwaring van de riolering in het belang van Teteringen. Nu blijkt een verhoging nodig te zijn van 15.000.==, hetgeen neerkomt op 30^. Door mij, zo zegt hij, werd indertijd de vraag gesteld, waarom zo'n grote verhoging noodzakelijk was. Wethouder Oomen antwoordt beide sprekers, dat aanvankelijk inderdaad een crediet van 50.000.== voldoende werd ge acht. Op verzoek van de heer van Beek is toen om een specificatie gevraagd. Ik heb toen al, zo zegt hij, be weerd dat het door Breda voorgestelde hoger bedrag altijd wel op papier te bereiken zou zijn.Meil zou er van uit kunnen gaan, dat naar het verhoogde bedrag toegerekend werd. Breda echter zal van een en ander niet rijk worden. Bovendien is gebleken, dat de Gemeente Breda bij haar aanvankelijke berekening van een foutieve grondslag was uitgegaan. Wij hebben beslist de indruk, dat een en ander werkelijk serieus bekeken is en hij acht het niet oppor tuun tot het vragen van een uiterste specificatie over te gaan. Hierna wordt de brief van 14 augustus 1964 nr. 9255 van het gemeente-bestuur van Breda voor kennis geving aangenomen. j. Besluiten van Gedeputeerde Staten d.d. 19 augustus 1964. houdende goedkeuring van raadsbesluiten d.d. 30 juni 1964 tot verkoop van percelen grond. - voor kennisgeving aangenomen -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 300