J0/
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot herziening
van het uitbreidingsplan in hoofdzaken.
Zonder verdere bespreking en met algemene stemmen wordt
overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders besloten tot herziening van het uitbreidingsplan
in hoofdzaken.
(- zie besluit in dossier
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het vast
stellen van een besluit, dat herziening van het plan
van uitbreiding in hoofdzaken in voorbereiding is.
Zonder verdere bespreking en met algemene stemmen wordt
overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders besloten te verklaren, dat herziening van het plan
van uitbreiding in hoofdzaken in voorbereiding is.
(- zie besluit in dossier
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhuring
van de schuur van de boerderij Hoolstraat 3.
Zonder verdere bespreking en met algemene stemmen wordt
overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders besloten tot verhuring van de schuur van de boer
derij, Hoolstraat 3.
(- zie besluit in dossier
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging
der gemeente-begroting 1964.
Zonder verdere bespreking en met algemene stemmen wordt
overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders besloten tot wijziging van de gemeente-begroting
1964.
(- zie besluit in dossier
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onderhandse
aanbesteding van 3 woningwetwoningen.
De heer v.d.Wijgerd vraagt of ook Tetering/^nse aannemers
in de gelegenheid worden gesteld tot inschrijving voor
de bouw van woningwetwoningen en of ook zij kunnen deel
nemen aan de onderhandse aanbesteding.
De heer van der Veeken zegt, dat in een dergelijk geval
niet gesproken kan worden van een onderhandse aanbeste
ding.
De heer van de Wijgerd zegt hierop, dat hij toch moet
constateren dat Tetering^se aannemers niet bij de
bouw van woningwetwoningen waren of zijn betrokken.
De heer van der Veeken antwoordt hierop,dat een en ander
zijn oorzaak vindt in het feit, dat in het verleden geen
belangstelling bij de plaatselijke aannemers heeft bestaan.
De Heer van de Wijgerd vraagt hierop weer of dit nog zo
is en of er wel naar is geïnformeerd.
De voorzitter antwoordt de heer v.d.Wijgerd, dat er in
het algemeen weinig ambitie bestaat voor de bouw van
woningwetwoningen. Inderdaad hoort men na gunning van
een complex woningwetwoningen nog wel eens;„waarom ko
men wij, Tetering^/ise aannemers^ niet aan bodt Toch hebben
wij al eens gewaarschuwd wanneer de bouw van woningwet-