264
(zie besluit in dossier -1.773.125
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van
de Vleeskeuringsverordening, de verordening tot wijziging
van de door de gemeente aangegane gemeenschappelijke rege
ling voor de keuring van vee en vlees en van de verorde-
ning tot" heffing van keurlonen.
Zonder verdere bespreking en overeenkomstig het voorstel
van Burgemeester en Wethouders wordt besloten over te
gaan tot wijziging van de Vleeskeuringsverordening, de
verordening tot wijziging van de gemeenschappelijke rege
ling voor de keuring van vee en vlees en de verordening
tot heffing van keurlonen.
(zie besluit in dossier -1.773-12
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlenen
van een crediet voor de aansluiting van het gemeenteriool
op het rioleringsstelsel van de gemeente Breda.
Be Heer van de Wijgerd vraagt, of de in het voorstel be
doelde 51 .000,de meerprijs vormt, die door Breda be
taald moet worden voor de aansluiting van Teteringen.
Be Voorzitter beaamt zulks.
Be heer van de Wijgerd: Moeten we dan jaarlijks nog
36.000,bijbetalen? Zo ja, kunnen we dan niet beter
de gehele gemeente van riolering voorzien?
Wethouder Oomen stemt met dit laatste in. Be lozing op
het Hollands "Hiep via Breda zal ons echter van hogerhand
worden opgelegd. Be door de heer van de Wijgerd bedoelde
riolering echter niet.
Be Voorzitter stelt, dat onze gemeente thans loost op
Mark en Bintel. Straks zal dit echter niet meer mogelijk
zijn. Op dat moment zullen we in het lozingsprobleem moe
ten hebben voorzien en dit is slechts mogelijk via aan
sluiting op het rioleringsstelsel van Breda.
Be Heer van de Wijgerd vraagt, of er tussen de gemeente
Breda en het Hollands Biep een zuiveringsinstallatie
wordt gebouwd.
Be Voorzitter antwoordt hierop bevestigend. Straks, zo
zegt hij, zaTâ„¢wellicht alles overgedragen worden aan een
Waterschap of Zuiveringsschap.
Be Heer Suijkerbuijk vraagt, of het plan voorziet in de
uitgroei van de gemeente Teteringen tot 5 6000 inwoners.
Be Voorzitter antwoordt bevestigend.
Be Heer Chr. "van Beek zegt bezwaren te hebben tegen het
feit," dat de gemeente nu reeds moet bijdragen, terwijl hele
maal hog niet bekend is, wat er later uit de bus gaat ko
men, bijv. bij instelling van een zuiveringschap. Kan niet
reeds nu bedongen worden, dat het thans te investeren be
drag straks ten laste komt van het op te richten zuive
ringschap, of Yifaterschap.
Be Voorzitter zegt ten antwoord, dat dit wellicht beter
zou* zijn, maar dat de feiten zo liggen, dat de gemeente
Breda nu rekening moet houden met de afwatering van
Teteringen en dat de investering derhalve nu moet plaats
vinden.
Wethouder van der Veeken stelt, dat hij over deze aange
legenheid eens een vergadering heeft bijgewoond. Een bur
gemeester stelde daar de vraag: wie zal de kosten gaan
dragen. Hierop werd toen geantwoord: vanaf de kom van de
gemeente komen die ten laste van het op te richten water
schap of zuiveringsschap.
Be heer Chr.van Beek zou dan toch wel erg graag zien, dat
een en ander nauwkeurig omschreven wordt.